Minister Albert Ramdin van Buitenlandse zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), één van de ondertekenaars van de veelbesproken HPSG “deal”, erkent dat de Electricteitswet niet is nageleefd, maar zegt dat er geen sprake is van corruptie. Assembleelid Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, ziet de erkenning van de minister als een schuldbekentenis, en hoopt dat de Procureur-Generaal (PG) hiervan goede nota neemt. De NDP fractie heeft op 29 december de PG om strafrechtelijke vervolging gevraagd van de drie ministers/ondertekenaars van de HPSG-overeenkomst, waarmee volgens haar enkele wetten zijn overtreden waaronder de Energiewet en de Anti-corruptiewet.
Op 19 maart vorig jaar hebben de ministers Ramdin, Armand Achaibersing ( Financiën & Planning) en David Abiamofo (NH) namens de staat Suriname een miljarden US dollar energieovereenkomst getekend met HPSG Suriname N.V voor de gegarandeerde afname van elektriciteit van een te bouwen groene waterstofcentrale. Volgens deze “power purchase agreement” zou de Surinaamse regering een onherroepelijke staatsgarantie aan HPSG Suriname N.V moeten afgeven. Deze “sovereign guarantee” zou erin moeten voorzien dat Suriname gedurende een periode van 25 jaar, jaarlijks voor een bedrag van ruim US$ 100 miljoen garant staat voor de afname van 100 MWh stroom tegen een vaste tarief van US$ 0,11 cent per kWh. Volgens berekeningen zou het om een totaal bedrag van US$ 2,5 miljard. Vragen vanuit het parlement en de media aan de regering of deze staatsgarantie is afgegeven en met welk geldigheidsduur, is tot nu toe onbeantwoord gebleven. De NDP-fractie noemt de HPSG-overeenkomst in elk opzicht zeer nadelig, bezwarend en schadelijk voor de economie.
Overtreding Energiewet
In een interview met de Deense nieuwssite Danwatch, welke afgelopen zaterdag is gepubliceerd, erkent minister Ramdin,dat de wet niet is overtreden, maar ontkent dat er sprake is van corruptie. “Er is geen corruptie geweest in dit proces en we zijn volledig transparant en open geweest over het doel van deze onderneming. Er is geen criminele activiteit geweest”, vertelde Ramdin aan Danwatch.
Danwatch bezocht Suriname vorige maand december en had een interview met de BIBIS-minister. Een passage uit het Danwatch artikel luidt als volgt:
“De minister van Buitenlandse Zaken erkent dat de elektriciteitsdeal niet openbaar is aanbesteed, maar hij zegt dat de verantwoordelijkheid bij het staatselektriciteitsbedrijf van Suriname ligt. “Nee, er was geen openbare aanbesteding omdat alle energie wordt afgevoerd door het elektriciteitsbedrijf”.
– Maar het is illegaal onder Surinaams recht?
“Jazeker. De wet is dus de Elektriciteitswet. En ik denk dat de elektriciteitsautoriteiten er een verklaring over hebben uitgegeven.”
– Maar volgens de Surinaamse wet moet er een openbare aanbesteding zijn, en dit is niet gebeurd?
“Ik moet het van dichterbij bekijken. Ik weet dat dit een probleem is dat zich heeft voorgedaan. Het is niet opgepikt door de experts, anders hadden ze zo niet geadviseerd.”
Schuldbekentenis
NDP-fractieleider Rabin Parmessar zegt te hopen, dat de PG goede nota neemt van de schuldbekentenis van de BIBIS-minister inzake het niet naleven van de Energiewet. Hij wacht de reactie af van de PG op zijn verzoek voor een strafrechtelijk onderzoek in de HPSG-kwestie. In het schrijven aan de PG heeft de NDP-fractie in het parlement aangevoerd, dat met de aangegane overeenkomst minstens 6 wetten zijn overtreden, waaronder de Energiewet, de Anti-Corruptie Wet en drie artikelen uit het Wetboek van strafrecht. “De bewindslieden in kwestie hebben door hun handelen de staat Suriname in haar bestel alsmede de bevolking aan dit galgcontract verbonden en hiermee de staat Suriname opgelicht”, aldus concludeert de NDP-fractie in haar schrijven aan de PG. Op grond daarvan vraagt het om strafrechtelijke vervolging van de drie ministers.
Rabin Parmessar: “Als ik de stukken over Hoefdraad goed begrepen heb, is dat hij vermoedelijk wettelijke procedures niet gevolgd heeft. Hij heeft de Centrale Bank van Suriname benadeeld en de Staat bevoordeeld. Hiervoor moet hij 12 jaar de bak in. In de case HPSG zijn wettelijke voorschriften en procedures overtreden. De staat is enorm benadeeld. Ik kijk uit naar de uitkomst van de behandeling van HPSG case.”
De parlementariër verwijst in het verlengde hiervan naar de kwestie Surfin N.V, waarin de PG op het NDP verzoek voor strafrechtelijk onderzoek, heeft geconcludeerd geen aanleiding daartoe te hebben gevonden. Naar aanleiding daarvan heeft de NDP-fractie vervolgens de PG gevraagd over het dossier te mogen beschikken om zodoende voor zichzelf uit te maken op welke gronden en argumenten het Openbaar Ministerie (O.M) tot die slotsom is gekomen. Op dit verzoek is afwijzend gereageerd. Volgens Parmessar heeft de NDP-fractie intussen via zijn advocaat de zaak aanhangig gemaakt bij de Kort Gedingrechter om alsnog gedaan te krijgen, dat het over het dossier kan beschikken. Het wil namelijk bestuderen of mogelijk verdere juridische ondernomen kunnen worden in de kwestie Surfin N.V.
SS