President Chandrikapersad Santokhiis afgelopen woensdag, 5 januari, een serie werkbezoeken aan ministeries en instituten gestart, zoals hij gepland heeft voor dit nieuwe jaar. Het eerste werkbezoek was aan het ministerie van Financiën en Planning, waar hijontvangen werd door minister Armand Achaibersing en diens directie, staf en adviseurs.
De bewindsman gaf de president een uitvoerig overzicht van het te voeren beleid in 2022, dat zich op twee hoofdlijnen concentreert, verder herstel van de economie en staatsfinanciën en dtimulering van de economie. Bij dit laatste kwamen onderwerpen aan de orde als verbetering van het ondernemersklimaat, modernisering van de investeringswet en financial inclusion (iedereen een bankrekening).
De per 1 januari aangetreden directrice van het Bureau voor de Staatsschuld, Malty Dwarkasing, presenteerde haar visie en beleidsplan voor dit instituut. President Santokhi: “Wij komen uit een hele moeilijke fase van ingrijpende maatregelen, waar wij door heen moesten. Het was moeilijk voor de regering, het was moeilijker voor het volk. Toch, de belangrijkste steun die wij daarbij kregen, kwam niet van buitenlandse deskundigen en financiële instellingen, maar van ons volk.”
“Dit jaar 2022, nu in januari, starten we met de volgende fase, de fase van uitvoering van al die andere plannen die zijn voorbereid, de plannen die uit de gemeenschap zijn gekomen,” sprak president Santokhi. Hij voegde verder eraan toe: “Wij moeten de dingen doen die wij het volk beloofd hebben. Ik wil niet met u praten over ‘human resources’. Ik wil met u praten over ‘human beings’, over al die eenvoudige mensen in de wijken, in stad, district en binnenland, die hun vertrouwen in ons hebben gesteld en met ons meebouwen aan een beter morgen.”
Volgens de president zijn er genoeg plannen. “We moeten ze uitvoeren. Ik heb in de regering afgesproken dat wij, president, vicepresident en ministers, de leiding hebben van die uitvoering.”
Aan het einde van het werkbezoek onderstreepte president Santokhi de waardering die de minister had uitgesproken voor het kader, dat zich onvermoeibaar blijft inzetten op de ministeries.