Suriname praat een hele tijd over de verbreding van de basis van de economie, maar er is nauwelijks goed nieuws op dat gebied in ons land te melden. Met name hebben we het dan bijvoorbeeld over de landbouw, de veeteelt en de visserij, het toerisme en de groene industrie. De mensen uit Suriname die het nieuws uit Guyana volgen, die zullen zeker jaloers worden van de vele goede berichten die er zijn over ons buurland. Het schijnt dat ons buurland over de vrees heen is om het land te ontwikkelen.
In Suriname is er een vrees en een drempel om het land vooruit te brengen, om Suriname mooier en aantrekkelijker te maken. Dat merk je telkens wanneer een Surinaamse regering een project aankondigt dat grote impact kan hebben in een district. We hebben daarvan 2 voorbeelden. Neem nu de markt die was voorgesteld voor het district Nickerie. Die markt zou het gezicht van Nieuw Nickerie veranderen en zowel de handel als het toerisme in het district veel goed doen. Die nieuwe markt zou een ‘landmark’ worden in Nieuw Nickerie. De kosten waren te hoog was het bezwaar en dat kan, omdat bedrijven misschien een grote winst daar heeft willen maken. Maar, dan werk je eraan dat de kosten in evenwicht worden gebracht en dat de oneerlijkheid wordt geëlimineerd. Maar, je gooit met het badwater de baby niet weg. Nu is iedereen stil en blij met de ‘gebroken plantage’ van een markt die centraal ligt in Nieuw Nickerie en de rivier aldaar. En let wel, Nieuw Nickerie is de tweede grote stad van Suriname, na Paramaribo.
Een tweede voorbeeld is de deal die de regering had gesloten met een Israëlisch bedrijf om met name de veeteelt in Suriname een boost te geven voor de export. Aan het bedrijf kon men niets vinden, want dat was deskundig in het opzetten van zulke bedrijven. Toen hebben ondernemers hier de boel getorpedeerd door aan te geven dat het geld dat aan het bedrijf zou worden gegeven om grote exportbedrijven hier op te zetten, liever aan hun te geven. Daarna horen we dat de vorige minister van LVV met diezelfde mensen die kritiek hebben op reis gaat en de zaak belandt inderdaad op een dood spoor. En zo springen steeds a-nationalisten die niet denken aan Suriname, maar alleen aan hun eigen familie en kinderen, op om goede zaken voor Suriname te torpederen, vooral als het niet van hen komt. We zijn al op weg naar 2 jaar een nieuwe regering, maar het is inmiddels duidelijk dat er geen trekkers en instituten in en om de regering zijn die de economische ontwikkeling van Suriname via de productie ter hand kunnen nemen.
De VSB is te zwak ontwikkeld om echte investeringen te helpen trekken.
We hebben een Investsur die de facto en juridisch nog bestaat maar 0 investeerders heeft aangetrokken. Terwijl ook door de vorige regering werd gezegd dat er veel investeerders waren. Dan wordt er weer een NV opgericht door de nieuwe regering ook om ‘fresh capital’ binnen te halen, maar we zien nog niks aan beweging. Een ander voorbeeld dat ook gegeven kan worden over hoe hopeloos de zaken in Suriname zijn, is de commissie die de veevoerproblematiek in Suriname zou moeten aanpakken. Al heel gauw werd gezegd dat de mensen in de commissie geen baat hebben bij een oplossing van de veevoerproblematiek en dat mensen juist bezig waren uit de problemen munt te slaan. Het resultaat ligt er voor u, de veevoerproblematiek is niet opgelost. Het gevolg is dat Surinaamse kip voor de arme huishoudens onbereikbaar is. Ander vlees is alleen voorbehouden aan rijke huishoudens.
De arme huishoudens moeten het hebben van de ‘quarter legs’ die uit het buitenland worden geïmporteerd. Het is opvallend dat steeds wanneer een regering met een potentiele investeerder komt, de partijen in de oppositie daar moeite mee hebben. Men is dan heel blij als de deal niet dor kan gaan. Het is jammer maar we zien geen perspectief in de economie van Suriname. Behalve dat Guyana veel meer olie heeft gevonden, is het zo dat de politiek op een heel ander niveau wordt bedreven. Het schijnt dat er in ons buurland nu wel mannen aan het bewind zijn, die misschien met de man van de straat een borreltje pakken, maar staatszaken worden niet aan de borreltafel besproken.
Programma’s over de ontwikkeling van het land worden door serieuze mannen eerst doorgenomen en dan krijgen investeerders de ruimte om mooie dingen in het land te doen. Niemand staat dan in en rondom de president in de weg dat de ontwikkeling wordt gesaboteerd. We halen enkelen voorbeelden voor u uit de Guyanese kranten, bijvoorbeeld als we denken aan de smerige, donkere en kleurloze stad Paramaribo die aan het wegkwijnen is. In Guyana zijn nieuwe boetes op komst voor mensen die de stad zullen vervuilen. Er is een project gaande om Guyana te verfraaien en daar heeft de first lady aldaar ook haar opwachting gemaakt bij de opening van zo een verfraaiing. En dan het nieuws dat Guyana miljoenen heeft geëxporteerd aan kokos-producten.
Suriname heeft ook een kokosdistrict en bewoners in het district die de kokos als potentie moeten zien. Hoeveel hebben onze bewoners uit het kokosdistrict geëxporteerd. En wat is de planning van de regering? In Guyana is een local content wetgeving aangenomen.
In Suriname zijn allerlei intelligente mensen vooral mensen indruk te maken en mooi weer te speken, maar zo een bill hebben wij nog lang niet. Je ziet ook aan de uitstraling van de Guyanezen dat het serieuze business is. In Suriname zien we dat niet, die hele uitstraling dat men Suriname serieus neemt ontbreekt. Eerder hadden we het ook over de soja-aanplant in Guyana. De bevolking is in een mineurstemming en dat blijkt ook uit gesprekken met jongeren die aan de rand zijn de arbeidsmarkt te betreden. Er is geen hoop en perspectief. Het is dan normaal dat mensen dan naar het buitenland zullen kijken.