Het ministerie van Defensie kan geen mededelingen doen over een lopend onderzoek en of een reeds ingestelde vervolging, zo laat het ministerie maandag 3 januari weten in een uitgebracht persbericht. Het Openbaar Ministerie (OM) is met uitsluiting van elk ander orgaan verantwoordelijk voor de opsporing en belast met de vervolging van alle strafbare feiten.
Volgens minister Krishna Mathoera is een speciaal team, bestaande uit politieambtenaren en leden van de militaire politie onder leiding van het OM, belast met het onderzoek naar de gestolen wapens en munitie van het Nationaal Leger uit de wapenkamer van ex-president Desi Bouterse. “En daar kan de uitvoerende macht zich niet mee inlaten. Om het belang niet te schaden. Inlichtingen en informatie die kunnen leiden tot oplossing van de zaak of tot het vinden van de wapens worden doorgeleid naar het team”, zegt de bewindsvrouwe.
Mathoera benadrukt, dat conform artikel 9 van de Vuurwapenwet het verboden is een vuurwapen voorhanden te hebben zonder daartoe bevoegd te zijn. Ook handgranaten horen daarbij. Wapens in handen van personen, die daartoe niet gerechtigd zijn, vormen een ernstige gevaar voor de veiligheid.
Alle opsporingsambtenaren hebben de plicht om illegale wapens op te sporen, maar ook elke burger heeft er belang bij om hieraan bij te dragen.
Ze roept een ieder op om elke informatie over de gestolen wapens of welk ander illegaal wapen terstond ter kennis te brengen van opsporingsambtenaren en of het Openbaar Ministerie. De Minister benadrukt dat de regels en procedures met betrekking tot wapens van het Nationaal leger zijn aangescherpt. Alle wapens en munitie die nog overgebleven waren in de wapenkamer van de ex-president zijn enkele maanden terug al opgehaald door de Militaire Politie (MP).