De gevonden handgranaten donderdagmorgen op het terrein van journalist Jason Pinas, onder de auto van zijn broer, een plek waar Pinas normaliter parkeert, heeft niet alleen binnen het journalistieke landschap, maar tot in regeringskringen voor beroering gezorgd.
Donderdagmiddag had het bestuur van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) en de zogenoemde trekkersgroep een spoedoverleg met de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationalie Samenwerking (BIBIS), Albert Ramdin.
Woordvoerster van de journalisten, Nita Ramcharan, laat weten dat de regering is wakker geschrokken en heeft ingezien dat deze ontwikkelingen zeer schadelijk zijn voor het land, waarbij de democratie ook onder druk staat. Het gevolg is dat Pinas beveiligd wordt en de noodzaak voor een bredere beveiliging wordt momenteel nagegaan. Een veiligheidscommissie zal diepgaand de zaak onderzoeken, gevoed door het feit dat handgranaten geen dagelijks gebruik zijn voor burgers.
Ramcharan spreekt van een ernstige situatie en geeft de opinie weer vanuit de SVJ en de trekkersgroep, dat deze zaak grondig wordt onderzocht.
Sorry
Aan het Openbaar Ministerie is al medegedeeld dat met ‘sorry’ geen genoegen wordt genomen. De afwezigheid van lichamelijk letsel bepaalt niet de ernst van de zaak, bepleit Ramcharan, die aangeeft dat plaatsing van een handgranaat ook geen lichamelijk letsel inhoudt. “Zal er hier ook sorry gezegd worden?”, vraagt zij.
Zelfcorrectie wordt bij de regering gemist, is aangegeven vanuit de SVJ en de trekkersgroep. De diverse verklaringen rondom het eerste voorval, waarbij Pinas werd geslagen en geschopt, bleken achteraf niet waar te zijn en Ramcharan zegt dat al deze zaken vragen om zelfcorrectie vanuit de regering. “Als regering zeggen dat je voor persvrijheid staat is onvoldoende, je daden moeten dat tonen, een standpunt dat het bestuur van de SVJ en de trekkersgroep hebben benadrukt.” Ramcharan: “Zonder zelfcorrectie is de mededeling van de regering dat zij voor persvrijheid is, ongeloofwaardig.”
Niet persoonlijk
De boycot van twee maanden van de vicepresident is niet persoonlijk van aard. “Wij hebben wat tegen het optreden, want het is niet de eerste keer.” De correctie zou nodig zijn, omdat niet meer gesproken kan worden van een incident en bij het uitblijven van een correctie spreekt de woordvoerster van “ongeloofwaardigheid” aan de kant van de regering. Met zelfcorrectie wordt bedoeld, dat de staat toegeeft verkeerd te hebben gehandeld. “De president moet aan de vicepresident zeggen, dat dit niet kan”, benadrukt Ramcharan.
RB
