De Surinaamse samenleving is bezeten en geobsedeerd door de US dollar en de eurokoers. De blikken zijn altijd daarop gericht en dan gaat het echt niet alleen om de mensen die zaken doen. De loop van de dollarkoers heeft direct impact op de prijzen in de winkels, alleen wanneer de koers een stijgende leen heeft vertoond. Er worden hoge prijzen gehanteerd omdat men voor hoge prijzen denkt inkopen te zullen moeten doen. Er worden hoge prijzen gehanteerd omdat men beweerd dat goederen tegen hoge dollarkoersen zijn geïmporteerd.
De stijgende lijn geldt dan voor alle goederen, zowel voor goederen met een dollar-input als goederen zonder een directe dollar-input. Wanneer de koersen dalen, dan worden de prijzen van goederen, op een enkele ondernemer na, niet aangepast. Men zegt dan niet dat men minder SRD’s nodig zal hebben om goederen te importeren. Consumenten zeggen dat de prijzen van goederen in dollars worden aangeduid als de koers dreigt een stijgende lijn te vertonen en dat doen. En men gebruikt de SRD prijs wanneer de koers omlaag gaat.
De prijs van basislevensmiddelen is een directe graadmeter voor het meten van het welzijnsgevoel van de burger. De prijzen van deze goederen zijn flink de lucht in gegaan, ook de goederen die hier met relatief minder input worden geproduceerd. Groenten, vlees en eieren zijn duurder geworden, ook rijst en brood. Er zijn geluiden dat artsen geneesmiddelen voorschrijven die niet op de klapper voorkomen. Voor deze medicijnen wordt er dan door bijvoorbeeld de zwakken en de ouderen in de samenleving geld geleend. Of men bivakkeert ergens waar onze vp langs zal komen of zal verblijven. Daar kan men dan cash krijgen om dan die ene keer naar de apotheek te gaan, maar nagelaten wordt om het probleem fundamenteel op te lossen. De prijzen zijn verhoogd, maar lonen zijn niet in gelijke mate verhoogd. De dubbele crisis zouden bedrijven hebben getroffen.
Exportbedrijven die dollarinkomsten hebben kunnen hun prijzen met de koersontwikkelingen aanpassen. Deze bedrijven zijn dun bezaaid. De meeste bedrijven zijn niet op de export gericht. Deze bedrijven zullen met verhoogde productiekosten zitten, als ze importinput gebruiken, indien ze hun prijzen niet verhogen. Dan wordt het moeilijk om lonen te verhogen. De regering heeft nu in het tripartiet akkoord aan inkomsten ingeleverd door de belastinggrens te verhogen. Dat betekent dat de lage loontrekkers geen loonbelasting hoeven te betalen. Omdat de staat dan over een deel van het loon geen belasting vraagt, zal de loontrekker meer van zijn loon overhouden. Wat precies de impact zal zijn moet nog blijken. De belastingvrije grens is wel aanmerkelijk verhoogd in het voordeel van de werkende mensen. Deze maatregel zal voorlopig ingevoerd worden per 1 januari en definitief in juli 2022. Daarnaast is ook overeengekomen dat wanneer de private sector loonsverhogingen zal toepassen, een deel van die verhoging belastingvrij zal zijn.
Voor de publieke sector zal de koopkrachtversterking middels loonrondes gebeuren en wel halfjaarlijks m.n. in januari en juli 2022. Indien de wisselkoers en inflatie boven de 50% uitkomen in 2022 kunnen op kwartaalbasis nieuwe afspraken gemaakt worden. Bedrijven met CAO’s kunnen in overleg met de vakbond eventueel eigen afspraken maken en vallen buiten dit akkoord. Echter zal bij de aanpassing van de lonen in de publieke sector er terdege rekening worden gehouden met het vermogen van de private sector om de nodige looncorrecties door te voeren om te voorkomen dat de lonen in de lagere functies in de publieke sector gaan concurreren met die in de private sector. Dat betekent dus dat men bij het geven van loonsverhogingen aan ambtenaren zal nagaan wat voor effect dit zal hebben op de private sector. De bedoeling is dus om de lonen in de publieke en private sector in balans te houden. In landen met goed lopende economieën is het zo dat de lonen van de ambtenaren die van de private sector volgen. In Suriname is er tussen de bedrijven grote verschillen in termen van loon, ook omdat er geen sector-cao’s worden gesloten en er niets iets bestaat als ‘het algemeen verbindend verklaren van cao’s’ voor de hele sector.
Per 1 juli 2022 zal de Belasting Toegevoegde Waarde (BTW) worden ingevoerd, welke in de plaats komt van de Omzetbelasting. In het tripartiet akkoord staat dat de invoering van de BTW zal leiden tot een verschuiving van de belastingdruk van directe naar indirecte belastingen, en daarmee tot verbreding van de basis voor de belastingheffing. Het is onduidelijk wat voor voordeel de consument en de laagverdieners aan deze maatregel zullen hebben.
In het akkoord is overeengekomen dat voor een periode van maximaal 2 jaar een pakket van primaire basisgoederen en strategische goederen vrijgesteld zal blijven van invoerrechten en OB/VAT. De lijst van goederen moet goed bekend gemaakt worden en dienen ook goedkoper te zijn. De indruk bestaat dat in het verleden goederen en bepaalde ondernemers vrijstellingen hebben gehad, maar dat de vrijstellingen niet hebben geresulteerd in meer koopkracht maar in meer winst voor de ondernemer. Daarvoor is de ontheffing niet gegeven.
De maximale consumentenprijs van de goederen die op de lijsten zullen voorkomen zullen door het ministerie van EZ worden vastgesteld en gepubliceerd. Er moeten anonieme klachtlijnen zijn en overtreders moeten worden beboet. De koersen vertonen een neerwaartse trend en dat is een goede zaak. De verlaging zette zich in daags na de bekendmaking dat het IMF-deal was goedgekeurd. Voor deze plotselinge ontwikkeling is, alhoewel welkom, geen directe verklaring te vinden of te begrijpen voor de normale burger. Er zijn al voorspellingen dat, ondanks de verschillende akkoorden en maatregelen, het leven zwaar zal blijven in ons land in 2022. We hopen van harte dat deze voorspellingen in het geheel niet uitkomen.