In DNA wordt nu het meerjaren ontwikkelingsplan behandeld. Op dit plan moet de begroting voor het jaar 2022 zijn gebaseerd. Er komen enkele zeer markante zaken en uitgangspunten voor in het plan en dat willen we wel aan u voorhouden. Voordat we dat doen, willen we toch benadrukken dat het pijnlijk is te constateren dat zelfs de meer geschoolde DNA-leden blijken niet op de hoogte te zijn wat zeespiegelstijging betekent. DNA-leden zijn zich niet bewust van het gevaar dat Suriname loopt wanneer het zeewater begint te stijgen. Men is zich niet bewust wat het gevaar precies is en wat de omvang van het gevaar zal zijn. Milieu lijkt voor veel DNA-leden een luxe-ding waar het gaat om zaken die niet gaan om survival, maar om dingen die goed zijn om te doen. Klimaatverandering vormt een serieuze bedreiging voor ons land staat in het MOP. Schattingen suggereren dat een stijging van de zeespiegel met 1 meter meer dan 6,4 % van het BBP van Suriname, 7 % van de bevolking en 5,6 % van de landbouwgrond zal treffen. Inheemse en Marrongemeenschappen lopen gevaar vanwege hun economische situatie en ligging in afgelegen gebieden waar in het verleden extreme droogte en overstromingen zijn opgetekend. Caribische landen zijn extreem kwetsbaar voor klimaatverandering en natuurrampen. Extreme weersomstandigheden komen vaak voor: de regio heeft een recordaantal stormen in het orkaanseizoen 2020 gehad. Een laatst verschenen rapport geeft ook aan dat extreme weersomstandigheden vaker en heviger kunnen toeslaan; het volledige jaarlijkse BBP van een klein land kan weggevaagd worden, waarbij de armsten die het meest lijden.
Het opbouwen van financiële veerkracht en investeren in paraatheid zijn van cruciaal belang om de grote menselijke en economische kosten als gevolg van klimaatverandering te verminderen. Het gaat dan om rampenbestrijding, gezondheidszorg, en sociale vangnetten, staat in het MOP. Er is een gebrek aan informatie over de hoeveelheid afval die in Suriname wordt gegenereerd en ingezameld. Op basis van onderzoek van de Universiteit van Suriname wordt geschat dat in Paramaribo en Wanica (de twee meest bevolkte districten) elke persoon dagelijks gemiddeld 0,5 kg afval genereert, waarvan meer dan 10% uit plasticmateriaal bestaat. Het grootste deel van het ingezamelde afval van Suriname wordt gedumpt op de door het ministerie van Openbare Werken gecontroleerde open stortplaats van Ornamibo in district Wanica. De nabijheid van deze stortplaats met bewoonde locaties zorgt voor tal van zeer ernstige milieu- en gezondheidsproblemen, waaronder aantasting van de natuurlijke vegetatie, vervuiling van waterbronnen en luchtvervuiling. De meeste de landen in de regio hebben operationele afvalstoffenwetgeving en sanitaire stortplaatsen. Hierdoor kan er ook de nodige data met betrekking tot “Waste Disposal Quantities” worden geproduceerd; Suriname vormt hierop echter een uitzondering. We zien echter in het MOP geen oplossingen voor Suriname wat betreft de zeespiegelstijging. Dat is opvallend omdat zeespiegelstijging en extreme weeromstandigheden als gevolg van klimaatsverandering wel als een bedreiging worden aangemerkt. Ook de toename van de effecten van kwik in het milieu en de verzilting als gevolg van indringing van zoutwater aan land is een grote bedreiging die wordt erkend. Wat is de oplossing? Ook is een bedreiging de effecten van milieuschade door mijn-, bos- en landbouw. Dat we niet veel oplossingen zien, heeft te maken met de zwakten. Er worden zwakten in het MOP erkend. Ten eerste is er de inadequate coördinatie, zowel op institutioneel niveau als tussen instituten, zegt het MOP. Er zouden onvoldoende financiële middelen zijn. Verder zou er sprake zijn van inadequaat afvalbeheer en –verwerking en onvoldoende maatregelen tot recycling, re-use en repurpose. Er is weinig bewustzijn met betrekking tot milieu. Opvallend is dat er gebrekkige politieke wil is. Dat betekent dat de beleidsmakers niet bereid zijn om inspanningen te plegen om zaken te veranderen. Dat betekent dus dat er geen interesse is van de politiek om Suriname te redden van de ondergang. Het MOP noemt een aantal sterke punten. Deze sterke punten kunnen dus helpen om zwakten te overwinnen en bedreigingen het hoofd te bieden. Ten eerste is er de kleine bevolkingsdichtheid. Wordt daarmee bedoeld dat het daarom gemakkelijk zal zijn om mensen te evacueren? Suriname zou de op één na grootste zoetwaterreservoir hebben mondiaal, maar is dat absoluut of per capita van de bevolking? En wat als het reservoir straks verzilt raakt door zoutwater uit de oceaan? Suriname zou een netto zuurstof producerend en netto kooldioxide absorberend land zijn, maar wat hebben wij precies daaraan als bevolking van Suriname? De Milieu Raamwet zou een sterk punt zijn. Deze wet is in 2020 aangenomen, maar hoe staat het met de uitvoering? Is het Milieufonds al ingesteld? Is de Nationale Milieu Autoriteit al operationeel en in werking? Is er al een raad van toezicht ingesteld? We praten dan niet eens over het Nationaal Milieubeleidsplan, het Nationaal Milieubeleid, de milieuvergunningen, milieu-audits en milieuheffingen, -kosten en –tarieven. De regering moet met spoed dus werken aan het operationaliseren van de Milieu Raamwet. Want er is heel lang erop gewacht.