De primaire eerste en laatste taak van een regering van een derdewereldland is het opbouwen van het land, niets meer en niets minder. Daarvoor heb je investeringen nodig. Nu denken vele politici, dat buitenlanders hun uit de brand gaan helpen en hun land voor hun gaan opbouwen. Suriname zit vol met dit soort van goedgelovige dwazen in de politiek. Buitenlandse investeringen afgekort FDI (foreign direct investment) hebben tot op de dag van vandaag geen enkel derdewereldland tot ontwikkeling gebracht.
Het ritueel van dwazen
Het is de gewoonte bij onze politici wanneer ze van een lange en kostbare buitenlandse reis terugkomen, dat ze vertellen hoeveel buitenlandse investeerders staan te trappelen om naar Suriname te komen. Ook de adviseurs van de Regering en buitenlandse donoren hemelen het belang van buitenlandse investeringen op. Nou moet U weten dat alle landen hun eigen belang nastreven, behalve de Surinaamse natuurlijk. Dat het Westen en nu ook Zuid Oost Aziatische landen rijk zijn geworden, komt omdat ze ontdekt hebben dat in de kapitalistische ondernemingsgewijze productie kapitaalaccumulatie het middel is om welvaart en welzijn te bewerkstelligen. Die landen zijn rijk omdat ze rijke bedrijven hebben, en die bedrijven zijn rijk omdat ze winst maken en op die wijze hun aandeelhouders rijker kunnen worden. En als je dankzij kapitaalaccumulatie over kapitaal beschikt dan kun je door andere bedrijven op te kopen en investeringen in het buitenland te doen nog meer winst maken en dus je aandeelhouders nog rijker maken. Hoe meer de economie groeit des te meer winst, des te meer kapitaalaccumulatie. Maar in de rijke OECD landen worden de economieën niet beheerst door buitenlandse bedrijven, maar dragen lokale bedrijven veel meer bij aan de economische groei. Het IMF heeft voor Suriname in de periode van voor de corona crisis vaak een groeipercentage voorspeld van 5% dankzij de mijnbouwsector. Maar die sector wordt overheerst door buitenlandse bedrijven. Is Uw reële koopkracht toentertijd elk jaar met 5% vooruitgegaan. U zou toen een 22% hogere reële koopkracht gehad moeten hebben, is dat zo. Neen toch.
Categorieën van vreemde investeringen
Vreemde investeringen kun je categoriseren in 4 groepen: investeringen in industriële productie, investeringen in assemblage industrieën, investeringen in extractie van natuurlijke rijkdommen, investeringen in aandelen, obligaties, opties, zogenaamde portfolio investeringen. Er zijn een klein aantal landen die het grootste gedeelte van de vreemde investeringen ontvangen. Meer dan 80 % van de FDI is geconcentreerd in slechts enkele landen. Zuid Korea en Japan hebben haast geen FDI gebruikt.
Dat zijn zonder uitzondering landen met een grote markt, het lokaal vervaardigen van industrieproducten is goedkoper dan import omdat meestal in die landen import producten met een hogere importbelasting belast worden. Daarom zijn er autoassemblagebedrijven in India in China in Zuid Afrika in Brazilië, in Mexico. Er wordt ook geïnvesteerd in ontwikkelde landen omwille van een gunstiger belastingregime. Handelsblokken als de EU en Nafta trekken daardoor veel buitenlandse investeerders. Het zijn handelsblokken met hoge tariefmuren en veel koopkracht.
Vreemde bedrijven die in Suriname willen investeren doen dat bijna voor de volle 100% in de sector van de extractie van natuurlijke rijkdommen. Om te kunnen oordelen of deze investeringen bijdragen aan kapitaalsaccumulatie in Suriname, moet je kijken of ze betalingsbalans ondersteunend werken, of ze bijdragen aan groei van het nationaal inkomen, dragen ze bij aan een toename van belastingopbrengsten en dragen ze bij aan een toename van de kapitaalgoederenvoorraad.
Dan zie je dat de lopende rekening van de betalingsbalans (wat te vergelijken is met de exploitatierekening van een bedrijf) de laatste 22 jaren sterk negatief is op alle deelbalansen. Gemiddeld genomen bedragen de minerale exporten de afgelopen zes jaar circa 2 miljard Amerikaanse dollars per jaar die allemaal in het buitenland op de rekening van de multinationals gestort wordt. De handelsbalans heeft een tekort van een half miljard Amerikaanse dollars per jaar. Dit is de drijvende kracht achter de koersstijgingen en geen enkel middel van de regering gaat de wisselkoers kunnen bedwingen behalve als er geïnvesteerd wordt in de exportsector.
Buitenlandse investeerders gaan in een land als Suriname geen laptops assembleren, geen ijskasten maken, geen bromfietsen maken, zelfs geen paperclip of tandenstoker, nee niets van dien aard, omdat wij een kleine markt hebben en omdat onze kapitaals- en arbeidsproductiviteit laag is.
Ze gaan geen fabrieken bouwen in Nickerie, Commewijne, Para, Brokopondo, Saramacca et cetera. Dus Coronie, Wageningen, Moengo, et cetera blijven kapotte stille plantages. De buitenlandse investeerders komen alleen hier omdat wij de enige gekken op aarde zijn die hun natuurlijke hulpbronnen niet zelf ontwikkelen maar haast gratis ter beschikking stellen van buitenlandse multinationals.
Vreemde buitenlandse investeringen brengen geen ontwikkeling
Vreemde buitenlandse investeringen hebben doorgaans weinig spill over effecten in de rest van de economie, in termen van groei van de productiviteit, technologie overdracht, management en organisatie vernieuwing, toename van de concurrentiekracht, en voorwaartse en achterwaartse integratie in de economie. Het zijn vaak enclave economieën met meer verbindingen in de internationale economie dan in de vreemde landen waar ze investeren.
Volgens publicaties is het effect van buitenlandse investeringen in ontwikkelingslanden voor wat betreft bijdrage aan armoedebestrijding, bijdragen aan bestrijding van de ongelijkheid, bijdragen aan de betalingsbalans, bijdrage aan de werkgelegenheid, et cetera hoogst twijfelachtig.
Botswana en Mauritius hebben relatief lage vreemde investeringen maar hebben relatief hogere groeicijfers.
Richard B Kalloe