Bij autisme komen gedragskenmerken voor die duiden op een kwetsbaarheid in het sociaal met elkaar omgaan en het communiceren. Mensen met autisme hebben in veel gevallen een normale tot hoge intelligentie. De juiste cijfers in Suriname zijn niet bekend, maar in Nederland heeft slechts 30 procent van de doelgroep een verstandelijke beperking. Op basis van gedragskenmerken wordt de diagnose door deskundigen vastgesteld.
Kinder- en jeugdpsycholoog Soe-Ann Filemon krijgt regelmatig ouders in haar praktijk die hun kind aanmelden als zij opmerken dat hun zoon of dochter laat of niet praat dan wel alleen speelt. “Ouders doen vaak zelfonderzoek online en lezen over autisme waarna ze aan mij vragen of er sprake is van autisme.” Het blijkt dat er niet in alle gevallen sprake hoeft te zijn van autisme. De diagnose kan door een kinder- en jeugdpsycholoog of een orthopedagoog worden vastgesteld na observaties, gesprekken en door middel van bepaalde screeningsinstrumenten.
De laatste jaren krijgt autisme meer aandacht in Suriname. Filemon merkt echter op dat desondanks de bewustwording over de kenmerken nog niet bij iedereen bekend zijn. “Vooral wat het betekent voor een kind om autisme te hebben”, benadrukt zij. Na de diagnose wordt de omgeving van degene met autisme geïnformeerd vanwege de noodzakelijke aanpassingen die nodig zijn voor de ontwikkeling van het kind. “Jij moet je aanpassen aan het kind en niet andersom”, zegt de psycholoog. “Autisme is een ontwikkelingsstoornis en heeft te maken met een stoornis in de informatieverwerking van de hersenen, dat betekent dat een kind met autisme helemaal anders denkt dan een leeftijdsgenoot zonder deze diagnose.”
Naast sterke eigenschappen kunnen mensen met autisme in het dagelijks leven tegen beperkingen aanlopen. Zo lijkt de doelgroep op sociaal gebied tegen grote uitdagingen aan te kijken. “Op scholen herkennen niet alle leerkrachten deze kenmerken”. verklaart Filemon. Vooral vanwege de beperkte informatie die hierover beschikbaar is. “Als leerkrachten het gedrag kunnen herkennen dan zijn zij in staat om de ouders te verwijzen.” Zij noemt het gebrek aan kennis en duidelijke handelingsrichtlijnen voor leerkrachten. Het gevolg is dat de kinderen onvoldoende geholpen zijn. Ook worden zij weerhouden van een vlot schoolverloop.
Verandering
Verandering is voor de meeste mensen vaak wennen. Voor personen met autisme is dit in het bijzonder een obstakel, vertelt de kinder- en jeugdpsycholoog. Zo is de overgang van de lagere school naar de MULO iets waar personen behorend tot deze doelgroep grote moeite mee hebben. Dit zou gemakkelijker zijn wanneer de scholen en arbeidsplekken vooraf ingespeeld zouden zijn op de mens met een autisme. Filemon benadrukt, dat de meeste kinderen met autisme normaal meekunnen met de leerstof van het regulier onderwijs maar dat het de kenmerken van autisme zijn die invloed hebben op hun functioneren. “Binnen de school zou gekeken moeten worden op welke wijze het kind in de klas begeleid kan worden.” Hiervoor zijn kleine aanpassingen nodig. Voor geen enkel kind is autisme hetzelfde. Niet alle scholen blijken de middelen te hebben om hierin mee te kunnen gaan. De psycholoog wijst erop dat het beter is dat kinderen met autisme samen met andere kinderen meedoen op school. Dit duidt zij aan als inclusie.
Fenomenaal
Een uitzonderlijk talent is de in Engeland woonachtige Stephen Wiltshire. Het fenomenaal tekentalent van de Brit werd op jonge leeftijd direct herkend, gekoesterd en gestimuleerd. Wiltshire trok de internationale aandacht jaren geleden door na 2 minuten vanuit de lucht per helikopter een plattegrond inclusief alle architectuur tot op de stoeptegel nauwkeurig uit het hoofd na te tekenen. De grote vraag is dan ook, hoeveel Wiltshire’s er in Suriname rondlopen. Filemon zegt bijzonder veel talent tegen te komen in Suriname. Zij erkent, dat kinderen met autisme veel talenten hebben. De ondersteuning is hard nodig, zowel bij de verandering van het ene onderwijssysteem naar de andere en bij het vinden van een baan.
Protocol voor autisme
Momenteel worden er presentaties op scholen gegeven over wat autisme is en wat de school kan verwachten als een dergelijke scholier de school bezoekt. Wat momenteel ontbreekt is een protocol voor kinderen met een autisme op de scholen. Een vergelijkbaar protocol is het dyslexie protocol welke reeds is geïmplementeerd. “De scholen weten dan hoe ze moeten inspelen op een kind met dyslexie, omdat het kind met een verklaring en een dyslexiekaart de school bezoekt.” Voor autisme bestaat dit traject nog niet. De psycholoog verduidelijkt, dat het niet gaat om een ‘label’, maar wel om de extra begeleiding te garanderen. “Een protocol zou uitkomst bieden omdat de school dan al weet wat het in zo een situatie moet doen”, besluit Filemon.
RB