Burgemeester Aboutaleb heeft vrijdag excuses aangeboden voor het Rotterdamse aandeel in het slavernijverleden. In 2022 rolt de stad een programma uit waarbij straatnamen die verwijzen naar de koloniale tijd een toelichting krijgen, zo bericht de regionale zender RTV Rijmond.
Hij maakte de excuses tijdens een kleine, besloten bijeenkomst in de Laurenskerk in het centrum van de stad.
Beeld: RTV Rijmond
De excuses komen vier jaar na een voorstel van de Rotterdamse gemeenteraad om te onderzoeken wat de rol van de gemeente Rotterdam geweest is in het slavernijverleden. Dat onderzoek is uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde en eind vorig jaar afgerond. Het heeft drie boeken opgeleverd.
Uit het onderzoek bleek dat Rotterdamse vroedschappen, de voorlopers van wat nu het stadsbestuur is, investeerden in particuliere slavenhandel in in plantages, van Indonesië tot het Caribisch gebied. Van deze drie boeken komt een publieksversie zodat Rotterdammers hun kennis van geschiedenis kunnen bijspijkeren.
Na de oplevering van de onderzoeksresultaten heeft de gemeente gesproken met tweehonderd Rotterdammers, van onder andere Surinaamse, Antilliaanse, Kaapverdische, Afrikaanse, Chinese, Indische, Indonesische en Molukse origine, zei Aboutaleb. Onder hen zijn mensen die het verleden willen laten rusten. Maar ook mensen die er juist aandacht voor willen. Maar ook zijn er mensen die boos zijn over de onrechtvaardigheid van de slavernij. Anderen zijn volgens hem stil en teruggetrokken.
Aboutaleb koos vrijdag 10 december om excuses aan te bieden, omdat het de VN Internationale Dag van de Rechten van de Mens is. Hij wilde niet wachten tot de regering excuses zou maken voor het Nederlandse slavernijverleden en de gevolgen daarvan ,omdat er volgens hem “geen teken is waaruit blijkt dat die nationale excuses binnenkort zullen komen”. Amsterdam bood al eerder excuses aan voor het slavernijverleden van die stad.
Aboutaleb zei te streven naar erkenning van historisch gegroeide verhoudingen. Dat moet leiden tot meer begrip. Onderwijs moet lessen van het verleden doorgeven aan de jeugd zodat niet meer van deze “lelijke geschiedenis” weggekeken wordt.