“In de vooravond zie je voor winkels, bushaltes, naast pompstations en op de hoeken van straten auto’s en mensen die een kiek aan het nemen zijn. Voor mij betekent het dan, dat het virus dus er niet meer is, want controle zie ik niet en ook geen veiligheid”, zegt Ping.
“Ik ben zelf ook iemand die pas laat naar huis gaat van het werk en maak alles mee. Na snel enkele boodschappen te doen wordt een borrel gepakt. Eenieder baalt thuis, dus een biertje pakken met je vrienden zou niet slecht zijn, maar doe dat voorbeeldig en op een nette manier, niet voor de winkel”, aldus Ping.
“Alsof dat niet genoeg is, zie je de meeste mensen zonder een mond- en neusbedekking. Ik heb gevallen meegemaakt waarbij de winkelier wel erop let, maar dat er vaak een woordenwisseling ontstaat met de consument. Daarom proberen de winkeliers zich er mee te bemoeien. Zo gaat een ieder zijn gang zonder bescherming. Door de angst om besmet te raken ben ik gestopt met bussen en gestart met fietsen van en naar huis. Ik kom met niemand in contact en bescherm mezelf ook. Ik zit dan soms ook te denken dat ik ook wil genieten. Als het gedrag mij bijna overhaalt om mee te doen, hoe staat het dan met de andere mensen die het ook zien en hetzelfde denken en doen”, vraagt Ping zich af.
“Naast de vele waarschuwingen hoop ik wel dat er andere maatregelen komen. Als je ziet dat het met de ene niet lukt, werk dan naar een andere toe. Je bepaalt niet wat de persoon op straat doet of mag doen, maar je zorgt voor orde, rust en minder besmettingen.”
TM
