De kritiek die er is op de investeringen door het Deense waterstofbedrijf HPSG zijn zich nu aan het materialiseren. Dat betekent dat het nu zoetjes aan duidelijk wordt waarom er precies kritiek en ontevredenheid is over het project. Over het algemeen is het zo in Suriname dat alle oppositionele partijen kanttekeningen plaatsen of ontevreden zijn over alles wat de regering doet waarin ze niet zitten. Vooral als het gevoel bestaat dat bepaalde maatregelen politiek voordeel zullen opleveren voor een zittende regering die zich zal vertalen in verkiezingswinst, dan zal er veel kritiek zijn. Maar voor de bevolking is het belangrijk om door te blijven luisteren naar kanttekeningen en vooral naar het waarom van het bezwaar. Met betrekking tot het Deense bedrijf is eerst gezegd dat er onduidelijkheid is over de herkomst van het te investeren kapitaal. Ondernemers van allerlei pluimage doen zaken in allerlei landen, ook in de meest ontwikkelde. Als de bezwaren niet hard zijn, dan ligt de nadruk op de economie, op de belastingen en heffingen ten voordele van de staat en op werkgelegenheid vooral. Dat is ook de weg die landen als Suriname moeten opgaan, want investeerders in ons land zijn in de verste verte niet te vinden. Het lijkt alsof Suriname een land is dat onveilig is door gewapende conflicten waardoor investeerders wegblijven. Suriname moet investeerders binnenhalen, tenzij de kansen reel zijn dat we daardoor op een zwarte lijst belanden. De bezwaren tegen HPSG is verder dat het bedrijf nergens bekend is en geen vestigingen of kantoren heeft. Ook zouden er rechtszaken die te maken hebben met business aanhangig zijn gemaakt tegen de buitenlanders die erachter staan. Met deze kritiek wil men eigenlijke zeggen dat de ondernemers onbetrouwbaar zijn. Maar wanneer ondernemers miljoenen in een land in een bedrijf investeren, hoe zou een land nadeel kunnen ondervinden van de onbetrouwbaarheid van deze ondernemers? Dat kan als men zaken doet maar geen belastingen zal willen betalen (door het systeem te manipuleren/om te kopen), of zich niet zal houden aan contractuele afspraken waardoor afnemers en garantstellers (zoals banken en regeringen) in de problemen komen en het aangaan van rechtszaken tegen de ondernemers noodzakelijk wordt. Ook kan het dat de ondernemers na hypotheken te hebben opgestreken, het bedrijf in zware schulden laten (vanwege mismanagement) en met de noorderzon vertrekken zonder naar de werknemers om te kijken. Dus een beetje het verhaal zoals dat aan toe ging met de Belgische ondernemers die in Suriname in het bacovebedrijf bezig waren. In dat geval zullen de werknemers werkloos achterblijven en zullen de gezinnen in problemen komen. De regering zal dan moeten inkomen om sociale onrust te voorkomen. Dus het is van belang om met betrouwbare ondernemers zaken te doen, maar de regering kan zich (en haar bevolking) hiertegen wapenen door waarborgsommen te bedingen voor het geval mensen weglopen en door de zaak goed te monitoren. Een andere klacht is, en dan beginnen wij aandachtiger ons oor te luister te leggen, dat het bedrijf geen investering is van Denen, maar dat diasporamensen uit Suriname achter het bedrijf zouden zitten. De vraag rijst dan meteen waarom dat nu pas naar buiten wordt gebracht. Was de regering misschien bang dat de mensen in het land die kritiek hebben op de diaspora, zonder meer kritiek zouden hebben op deze investeringen. Wie zijn de diasporamensen die achter de HPSG staan? Om een voorbeeld te noemen, de wereldvermaarde cricketster Ramnaresh Sharwan van Guyana is de eigenaar van de nieuwe en zeer mooie Amazonia Mall in Georgetown. Het is duidelijk dat hij er achter staat. Waarom kunnen onze diasporamensen niet zichtbaar worden? Ze zijn onzichtbaar in Nederland om redenen die niet bekend zijn, maar hier zijn het gezichten die we herkennen en accepteren. Mensen hebben over het algemeen pas moeite om zich te openbaren als de bedoelingen niet zuiver zijn, of men de gemeenschap waar men zaken wil doen niet vertrouwt. De kritiek die voor ons het meest valide lijkt tegen de HPSG is dat in de overeenkomst die op tafel ligt, de Surinaamse belastingbetaler verplicht zal worden om voor tientallen jaren energie te kopen. Het bezwaar ligt hem in de prijs van die energie. Die zou ver boven het gemiddelde liggen. Indien waar, dan zullen dit soort overeenkomsten weer ervoor zorgen dat Suriname in de wurgreep komt van bedrijven zoals Suralco: en bedrijf dat zich ontpopte van aluminiumproducent tot energieverkoper aan de Staat Suriname. Op gegeven moment was er niets van bauxiet in Suriname over, maar Suralco maakte winst door energie aan Suriname te blijven verkopen. Suriname kan dus contractueel garanties geven die in het voordeel zullen zijn achter de mensen in het bedrijf. Die hebben een garantie: dat ze nooit en te nimmer verlies zullen lijden. Hoe moeten we ondernemers noemen die waarborgen hebben afgesproken dat ze nooit verlies zullen leiden? Zijn het bonafide investeerders? Dit soort afspraken worden gesloten niet in het belang van samenlevingen en naties, maar in het belang van investeerders. De ondernemers worden onderhouden met belastinggelden van het volk. Suriname heeft het Amerikaans volk Suralco onderhouden met gelden van het volk, terwijl het volk niets te eten had en crepeerde omdat de ziekenhuizen geen medicijnen hadden. Niemand is in deze zaak strafrechtelijk vervolgd. Maar deze grap moet niet meer worden uitgehaald. Opmerkelijk is wel dat alles waarin zogenaamd de diaspora van Suriname betrokken is, een flinke ‘por’fisi’ lucht heeft. We noemen ten eerste het investeringsbedrijf dat door 2 ministers als persoon was opgericht en later moest worden gerepareerd. Dit was weer om kapitaal van investeerders onaantastbaar te maken zodat de fiscus er niet aan kon komen en dat het gevrijwaard blijft van verlies. De oprichting daarvan was een blamage. Nu hebben we een HPSG. Als het zo doorgaat zal het niet lang meer duren voordat het volledige verhaal van de diaspora zal zijn geschreven…met alle hoofdstukken.