De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) heeft begin deze week een lening van US$ 30 miljoen goedgekeurd voor het sociaal vangnet. De lening is bedoeld ter ondersteuning van de meest kwetsbaren in de samenleving met een minimum inkomensniveau.
De efficiëntie en transparantie van het bestaande sociale beschermingsnetwerk van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) zal worden versterkt en het beheer van programma’s voor geldoverdracht (sociale voorzieningen, red. DBS) zal worden geoptimaliseerd. Een persbericht op de website van IDB meldt. dat “onder de begunstigden zijn 5.361 huishoudens die in armoede leven, 45.507 huishoudens die zijn ingeschreven voor Kinderbijslag, 11.781 mensen met een beperking en 67.808 mensen voor ouderdomsbijstand. 68,2% van de begunstigden zijn vrouwen. Daarnaast komt de lening ten goede aan 27.000 huishoudens door uitbreiding van het geldkaart systeem”.
In het persbericht staat vermeldt, dat de moeilijke macro-economische omstandigheden van Suriname, samen met de Covid pandemie, een ernstige impact hebben op de bevolking van het land, vooral voor de meest kwetsbaren. Het aantal gezinnen met een inkomen onder het minimumloon steeg van 23,2% in januari 2020 naar 31,7% in april.
De IDB lening van US$ 30 miljoen heeft een uitbetalingsperiode van 4 jaar, een aflossingsvrije periode van 5 ½ jaar en een rentevoet gebaseerd op LIBOR. LIBOR is een gemiddeld rentetarief waartegen een groot aantal internationale banken leningen aan elkaar verstrekken.
Eerste belangrijke lening
De US$ 30 miljoen IDB lening is voor zover bekend de eerste belangrijke lening die de Surinaamse regering heeft kunnen verkrijgen ter financiering van een programma in het kader van economisch Herstelplan (HP). In het HP staat over het sociaal vangnet het volgende:
“Het treffen van maatregelen in de fiscale en monetaire sfeer om de economie recht te trekken, zal jammer genoeg veel huishoudens treffen. Het gaat weliswaar om tijdelijke pijn, omdat het doel dat beoogd wordt juist is om de economie weer op een groeispoor te zetten, waarbij de welvaart en welzijn voor de meeste huishoudens weer zal toenemen. Om die tijdelijke pijn op te vangen en er met name voor te zorgen dat de meest kwetsbare groepen, maar ook de gemiddelde burger, niet in een uitzichtloze situatie terecht komen, is er –naast de bestaande sociale voorzieningen- een tijdelijk Sociaal Vangnet nodig. Dit is ook aangegeven in het Regeerakkoord 2020-2025.”
In het HP staat verder: “Er is in Suriname reeds een organisatorisch en logistieke structuur en netwerk om de bestaande voorzieningen en diensten te distribueren. In andere landen waar sociale en medische voorzieningen ontbreken is men overgegaan tot een systeem van Conditional Cash Transfers, maar dat is voor Suriname niet nodig. In navolging van een eerder advies van terzake deskundigen over armoedebestrijding wordt aanbevolen om de maatregelen in het kader van het Sociaal Vangnet, zoveel mogelijk te laten samenvallen met bestaande en reguliere beleidsprogramma’s van de ministeries. Het bouwen van nieuwe instituten voor distributie van voorzieningen en diensten kost immers veel tijd, naast deskundigheid en managementvaardigheden; die tijd is er nu niet. Het is daarom beter om bestaande voorzieningen op te toppen dan wel te verbeteren, en waar er nieuwe maatregelen nodig zijn voor doelgroepen die anders niet bereikt worden gebruik te maken van bestaande organisaties en hun netwerk. Het Sociaal Vangnet betreft een stelsel van vaak tijdelijke maatregelen, zodat het ook geen zin heeft om nieuwe instituten en organisaties op te zetten, die na een tijd weer ontmanteld moeten worden.”
SS