Aan de vooravond van 46 jaar Republiek Suriname heeft Suriname een historische mijlpaal in de moderne democratie genoteerd: de ondertekening van het eerste tripartiete akkoord in Suriname. Een tripartiet akkoord is het ultieme wat sociaal dialoog in een land kan produceren. Het is het bewijs van een levende democratie die functioneert. Een tripartiet akkoord betekent dat de drie sociale partners bereid zijn om gezamenlijk sociaal-economische doelen te formuleren en om gezamenlijk deze na te streven waarbij offers worden gebracht door alle partijen. Een sociaal akkoord betekent dat de sociale partners in een land de gemeenschappelijke deler hebben kunnen identificeren. Een sociaal akkoord is over het algemeen niets anders dan een verzameling van de beleidsdoelen van een regering die het meest prioriteit genieten voor een bepaalde tijd. Het bijzondere daarbij is dat ook de vakbonden als de vertegenwoordigers van de werkende klasse beloven om in het algemeen belang van iedereen offers te brengen. In het geval van Suriname is het zo dat de werkende mensen van Suriname al genoeg offers hebben gebracht sinds door wanbestuur de ‘precaire situatie’ haar intrede deed in Suriname. De precaire situatie werd gelanceerd door de in 2020 afgetreden president van de republiek. Het grootste offer is dat de Surinaamse wrokoman zijn loon met rasse schreden heeft zien ontwaarden. Dit heeft geleid tot een exodus van werkers in bijvoorbeeld de zorgsector en in de medische wereld. Daarom is het niet verwonderlijk dat in het akkoord de werkende klasse geen belofte voor offers maakt. Dat lijkt ook te gelden voor het bedrijfsleven dat ook zware klappen heeft geïncasseerd, eerst door de ‘manmade economic crisis’ in Suriname en daarna de door de natuur op de mensheid afgestuurde covid-19 pandemie. Veel bedrijven zijn over de kop gegaan, de aantallen zijn niet bekend. Ook is het niet bekend hoeveel werknemers hun baan hebben verloren en nog werkloos zijn. Opvallend in het sociaal akkoord is dat de regering een flink aantal beleidsmaatregelen die gepland waren of waartoe de belofte waren gedaan, herhaalt in het sociaal akkoord. De toegevoegde waarde deze beleidsmaatregelen in een sociaal akkoord zijn opgenomen, is dat er nu zekerheid is dat deze maatregelen ook ondersteund worden door de overige sociale partners. We hebben in de Caribische regio niet veel sociale akkoorden gehad. De meest bekende is het akkoord van Barbados. In Suriname is er een bipartiet akkoord bekend tussen vakbeweging en bedrijfsleven en dat was vlak voor de val van de regering Wijdenbosch. Een akkoord tekenen is een hoogtepunt, maar nu moet alles door de regering waargemaakt worden. Er zijn 40 beleidsmaatregelen geïdentificeerd die hoog prioriteit genieten. Deze zullen liggen op het bord van Financien, Sociale Zaken en Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Arbeid. Dat betekent dat alle bestaande capaciteitstekorten die deze ministeries hebben, met de meeste spoed moeten worden opgeheven. Dat betekent dat gekwalificeerd kader in dienst moet worden genomen en dat het gericht wordt getraind. Gebeurt dat niet, dan zal het sociaal akkoord in plaats van rust leiden tot onrust. Die onrust zal eerst ontstaan in het Speciaal Tripartiet Overlegorgaan dat door de president is ingesteld en daarna zal het overkoken naar de samenleving. In principe moet er extra kader op de ministeries worden aangetrokken om te waarborgen dat de beloftes worden nageleefd. De meest concrete beloftes zijn in het akkoord gedaan wat betreft de belastingaanpassingen en de maatregelen op het gebied van de koopkrachtversterking. Daar gaat het niet zozeer om kader, behalve wanneer het gaat om het ontwikkelen van beleid en wetgeving, maar meer om de middelen die de Staat moet kunnen opbrengen om extra betalingen te doen of om heffingen en inkomsten te ontberen. De Staat zal door het akkoord in eerste instantie inkomsten ontberen, maar in het akkoord zijn er ook voorstellen gedaan hoe dat ruimt te compenseren. Er zijn legio inkomensmogelijkheden die zonder pijn kunnen worden doorgevoerd, zoals het verhogen van canon op grondhuurpercelen en het binnen de formele sfeer brengen van de informele sector. Zwaar maar als men bereid is hard te werken is haalbaar de belofte om medio 2022 de keer op keer beloofde belasting BTW in te voeren. Per 1 januari 2022 wil men de inkomsten uit de kleinschalige mijnbouw verhogen. Hoeveel is onduidelijk. Ook de verhoging van de uitvoerrechten op rondhout is onbekend. De vermogensbelasting loslaten op stichtingen is heel interessant. Het is niet vermeld hoeveel onroerend goed beheerd wordt door stichtingen waarvan buitenlanders in het bestuur zitten, maar het is wel bekend dat er heel veel familiestichtingen zijn om onroerend goed te beheren dat niet bestemd is voor buitenlanders waaronder grondhuurgronden. Men wil meer belastingen gaan innen, maar dat is onmogelijk zonder aanpak van het integriteitsprobleem (het corruptieprobleem) bij zowel Belastingen, inclusief de douane. Men had eigenlijk moeten afspreken dat ingaande 1 december 2021 een heropvoedingsprogramma wordt uitgevoerd bij de Belastingen en de douane, met geestelijke begeleiding en counseling van kleptomanen en met ontslag voor degenen die onverbeterlijk zijn. Dat missen we wel in het akkoord, waardoor veel plannen waar het gaat om inzet van de menselijke kracht, zoals verhogen inkomsten kleinschalige goudsector en rondhout, in de soep zullen lopen. Ook moet men er rekening mee houden dat drastische maatregelen in het binnenland, zal leiden tot blind verzet zonder goed geïnformeerd te zijn van het traditioneel gezag. Men zal het ervaren als een gerichte aanval op de mensen van de omgeving. We zullen in de komende dagen kritisch kijken naar andere onderdelen van het sociaal akkoord. Niet 1 maar 2 ballen zijn door het bedrijfsleven en de vakbeweging op het bord van de overheid gezet. De doelen zijn niet onrealistisch, ze staan al 20 tot 30 jaar op de politieke agenda. Persoonlijke belangen en sterke onzichtbare kapitaalkrachtige lobby’s verlammen de politieke wil. Dat was zo en dat is nog steeds zo. Het gevolg is een land met een armzalige fiscus en een rijke informele ondernemersklasse. Het gesloten akkoord heeft meer het karakter van een uitdaging dan een akkoord, omdat de werkers en de ondernemers geen verplichtingen hebben aanvaard. Maar een akkoord schept verwachtingen die, als ze niet worden waargemaakt, zal leiden tot een vertrouwensbreuk en met als resultaat aantasting van de kostbare sociale dialoog.