Een groot deel van de bushouders die zorg dragen voor schoolvervoer hebben maandag niet gereden. De reden hiertoe is het uitblijven van uitbetaling door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) van de zogeheten brandstofcompensatie sedert juli. Vele scholieren en leerkrachten die aangewezen zijn op schoolbusvervoer zijdens MinOWC hebben maandag de school niet kunnen bereiken. Op verschillende scholen heeft het onderwijsleerproces enige stagnaties ondervonden.
De schoolbussen hebben niet kunnen rijden “vanwege de overmachtssituatie waarin de bushouders zich thans bevinden”, zegt Antonius Pokie. Pokie is ondervoorzitter van de Organisatie van Bushouders in Suriname (OBS), belast met schoolbusvervoer.
De overmachtsituatie van de bushouders heeft te maken met het ontberen van de nodige financiële middelen om brandstof voor de bussen te tanken. Pokie vindt het zeer spijtig, dat doordat de schoolbussen niet kunnen rijden leerlingen en leerkrachten de dupe van worden. “We hebben de zaak zo lang als voor ons mogelijk was gerekt om het schoolvervoer te verzorgen, maar nu kunnen we echt niet meer”, zegt de OBS-ondervoorzitter.
De OBS heeft maandag een schrijven gericht aan Minister Marie Levens van MinOWC. Daarin dringt ze er bij de minister op aan om de uitbetaling van de achterstallige brandstofcompensatie uiterlijk eind deze maand te doen uitbetalen. Over de nieuwe tarieven voor schoolbusvervoer is tijdens de besprekingen met het ministerie ook reeds overeenstemming bereikt, doch de bushouders willen thans wel duidelijkheid hebben over wanneer deze zullen ingaan. Indien uiterlijk vrijdag deze week geen positieve reactie wordt vernomen van het ministerie zullen de bushouders het schoolvervoer niet kunnen garanderen.
Antonius verduidelijkt ,dat bij schoolvervoer het niet alleen om schoolbussen gaat, maar ook om bootvervoer. De OBS onderhoudt landelijk ruim 700 bus- en boottrajecten voor het ministerie van OWC.
SS