In DNA is gisteren de wet ter wijziging van de bieraccijns in behandeling genomen. Daarbij zijn heel interessante feiten over de Surinaamse bierindustrie in behandeling genomen. In Suriname is bier een geliefd consumptieproduct bij zowel mannen als vrouwen en dwars over alle lagen van de samenleving. Bier is zelfs onderdeel van een aantal volksrituelen. De bieraccijns wordt verhoogd en de bedoeling moet zijn om het klein- en middenbedrijf (kmb) te stimuleren.
De vraag rijst wel of Suriname een klein- en middenbedrijf kent dat bier produceert, wij dachten van niet. Het klein- en middenbedrijf in Suriname gebruikt wel veel bier. Het verhogen van accijnzen kan een zeker doel dienen, het kan vooral dienen ter compensatie van schade die bijvoorbeeld bierconsumptie of -productie toebrengt aan het milieu of aan het sociale leven. We denken dan bijvoorbeeld aan milieuvervuiling door het mogelijk loodsen van productieafval in het milieu, stank en ander overlast, de gevolgen van alcoholisme voor de Staat en het dumpen van het verpakkingsmateriaal van bier in het milieu door consumenten van bier. Maar we denken ook aan de kwaliteit van werk die door de bierproducenten wordt gegenereerd in het land. Door een lid van de commissie van rapporteurs is aangegeven dat bierproducenten gebruik maken van de diensten van uitzendkrachten en contractors. Dat betekent dat de werkers dus geen zekerheid kennen vanwege het werk. Een bieraccijns kan dienen om de schade die zo allemaal in termen van milieu en sociaal, te compenseren. Maar dan moeten de extra inkomsten ook gaan naar de rehabilitatie van het milieu en het plegen van sociale reparaties voor degenen die in het proces van bierproductie daar schade van ondervinden.
In de Wet Bieraccijns werd de kleine brouwerijregeling geïntroduceerd. Deze regeling had als doel het voorbestaan van kleine brouwerijen te beschermen. De regering heeft kunnen constateren dat deze regeling soms heel belemmerend kan werken voor uitbreiding en groei van deze bedrijven. De regering heeft daarom ervoor gekozen in deze herstelfase van de Surinaamse economie om de regeling omtrent Wet Bieraccijns te wijzigen. De wijziging moet ook gezien worden ter stimulering van investeringen in de productiesector. Ingevoerd wordt nu aan bieraccijns van 0,50 USD per liter. Voor bedrijven die minder dan 50 miljoen liter per jaar produceren is de accijns 0,25 USD per liter, ongeacht merk en locatie van de productie. De vraag is of de lagere accijns ook geldt voor bier dat in de ontwikkelde landen wordt geproduceerd. De grens van 50 miljoen liter per jaar is nu de grens om te bepalen of het gaat om een groot of een klein bedrijf. Kleine bedrijven die betalen dus de helft van de accijns die grote bedrijven betalen.
Om in aanmerking te komen voor het lagere tarief van het bier moet de fabrikant aantonen dat het bedrijf dat de verlaging krijgt, minder dan 50 miljoen liter per jaar aan bier produceert. Gaat het om buitenlands bier dan moet de importeur aantonen dat de buitenlandse fabrikant minder dan 50 miljoen liter per jaar produceert. Er is in de Surinaamse wetgeving geregeld wat onder bier moet worden verstaan. Bepalend zijn de ingrediënten die daarbij specifiek te pas komen, het brouwproces en de mate waarin alcohol in het product voorkomt.
Accijns is een vorm van belasting die wordt geheven op de verkoop van bepaalde goederen, waaronder alcoholische dranken. Een essentieel kenmerk van accijns en de verbruiksbelasting is dat deze geheven worden over de hoeveelheid van het product, en niet over de waarde daarvan. Dit in tegenstelling tot de btw. De voornaamste redenen voor accijnsheffing en verbruiksbelasting zijn het verschaffen van inkomsten voor de staat. De regering moet oppassen voor grote bieraccijnsverschillen met de grenslanden, vooral waar we open grenzen hebben en een controle die niet deugt door ondercapaciteit en corruptie. Door de bieraccijnsverschillen met buurlanden kan veel bier over de grens gekocht en naar binnen worden gebracht. Dit kan gebeuren door consumenten en dan is er sprake van het zogeheten bieraccijnstoerisme. Maar ook handelaren kunnen zich toeleggen op illegale bierimport. En wij weten in Suriname wat na de invoering van accijns via zegels voor whisky en sigaretten is gebeurd. Onder de toonbank worden grif sigaretten en whisky zonder zegel en dus zonder dat accijns is betaald, verkocht. Dit kan zorgen voor gederfde inkomsten voor de Staat. Bieraccijnstoerisme en illegale bierimport zijn niet alleen schadelijk voor de Surinaamse biersector, maar ook voor werkgelegenheid en de omzet van supermarkten en de horeca.
Er moet ervoor gewaakt worden dat voor de accijnsmaatregelen op bier, deze drank duurder wordt dan sterke drank waarin veel meer alcohol voorkomt als whisky. Dit kan dan leiden tot een verhoogde consumptie van whisky in plaats van bier en toename van alcoholisme. Bierbrouwers zijn niet altijd tevreden met de verhoging van de bieraccijns. Ze kunnen zo aangeven dat het een misvatting is dat een accijnsverhoging op bier zorgt voor meer inkomsten voor de overheid. De extra inkomsten voor de overheid hoeven namelijk niet op te wegen tegen de extra kosten die het met zich meebrengt. Als bierkopers bijvoorbeeld hun aankopen in buurlanden gaan doen, ontvangt de overheid over deze bieraankopen geen belasting en accijns. Als deze ontwikkeling leidt tot banenverlies, dan loopt de staat in de biersector nog eens loonbelasting mis. Daar komt bij kijken dat door banenverlies de toegevoegde waarde van de biersector aan het bbp fors kan afnemen.
Als alle kosten op een rij worden gezet, dan zou kunnen blijken dat de opbrengsten van een accijnsverhoging niet opwegen tegen de extra kosten. In Suriname moeten de exercities goed worden gepleegd zodat de staat per saldo wint. Maar vooral dat ook erop gelet wordt dat de Staat de schade bij bierproductie en –consumptie voorkomt, elimineert en in het uiterste geval compenseert.