De president heeft enkele dagen terug zijn voornemen kenbaar gemaakt om de Wet Openbaarheid van Bestuur in Suriname in te voeren. Zo een wet heeft zin als in een land er een traditie is van onderzoeksjournalistiek. Dat is er nog niet in Suriname, we hebben eerder verslagleggingen zonder dat diepgaand gegraven wordt in materie. Er zijn ook geen organisaties in de private sfeer die diepgravend onderzoek doen naar het overheidshandelen in Suriname. Wie wel gebruik van de wet zou kunnen maken zijn advocaten die rechtszaken kunnen starten namens burgers die schade hebben geleden op basis van onrechtmatige overheidsdaad. Ook politieke partijen (binnen en buiten DNA) kunnen flink gebruik maken van de wet om dossiers in te lezen en het overheidsbeleid aan de kaak te stellen.
De WOB zal een einde maken aan 1 ding: en dat is het waas van geheimzinnigheid die hangt rondom de verschillende overheidskantoren. De overheidskantoren zullen dan in principe glazen wanden krijgen. De publieke sector zal dan eraan gewend moeten worden dat wat zij doet eigenlijk niet geheim is. Nu hebben we opeens 2 wetsvoorstellen in DNA, er is haast. Een is van de oppositie en de andere van de coalitie. De vorige regering heeft het niet gedurfd om in hun beleidsperiode de wet aan DNA aan te bieden. Maar opeens heeft men wel haast om een andere regering waar men de verantwoordelijkheid niet draagt, op te zadelen met een initiatiefwet. We hebben eerder hier gezegd dat veel personen en organisaties en personen over de WOB praten zonder goed te beseffen of te weten waar het in feite om gaat.
De WOB is al bekend in Nederland, wij kunnen van de praktijk aldaar leren. We moeten wel weten dat openbaarheid niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van een bestuurscultuur die in Suriname onbekend is. De Surinaamse cultuur is er ook niet een van openbaarheid en transparantie en vooral niet van elkaar de waarheid kunnen zeggen. Een WOB en de heersende cultuur in Suriname komen niet overeen, een WOB komt ook niet overeen met de heersende en voortgezette bestuurscultuur. Daarmee zeggen we niet dat een WOB niet nodig is in Suriname, integendeel. Maar effectiever is het als de regering met brede ondersteuning werkt aan de verandering van de bestuurscultuur in Suriname. Die verandering moet meebrengen bijvoorbeeld dat het ambtenaren verboden wordt om te zeggen ‘het is complex’ of ‘wij weten het niet’. En dat het Surinaamse uitgangspunt van ‘men moet rustig wachten’ wordt verboden, dat aan opdrachten deadlines worden gekoppeld. Dat er niet alleen eindeloos wordt gebabbeld, maar dat het ook wordt vastgelegd, zodat onderzoekers kunnen nalezen wat er allemaal wordt besproken.
En WOB behoort de openbaarheid van bestuur te regelen en wel door openbaarmaking van informatie door de Nederlandse overheid. Deze traditie gaat in Nederland bijvoorbeeld terug naar 1978. De WOB moet garanderen dat ‘eenieder’, en niet slechts bepaalde personen, de mogelijkheid om informatie over een bestuurlijke aangelegenheid bij een bestuursorgaan op te vragen.
De wet moet betrekking hebben op ministeries, districtscommissariaten en publiekrechtelijke organisaties (die bij wet of middels statuten zijn opgericht) zoals autoriteiten en verschillende boards, raden, commissies en stichtingen, maar ook ziekenhuizen en openbare scholen. De WOB kan een documentenwet zijn (zoals de openbaarheidsregels bij de Europese Unie, de VS en Zweden), het kan ook een informatiewet zijn. Bij het eerste gaat het om het delen van alles wat op papier is, bij de tweede gaat het om het openbaar maken van alle gegevens die vastgelegd zijn op gegevensdragers (papier, memo-stickers, SMS, Wahts-app, mail, foto, audio, video, memory sticks, cd’s etc..). Het gaat om de informatie die reeds vastgelegd is, ongeacht de gegevensdrager. Het samenstellen van totaal nieuwe documenten uit bestaande documenten moet geen onderdeel zijn van de WOB. Openbaarmaking is een plicht van elk bestuursorgaan, dat moet het juridische uitgangspunt zijn. Geheimhouding hoort altijd een – gemotiveerde – uitzondering te blijven. Persoonlijke beleidsopvattingen, privacygevoelige informatie zoals strafbladen en stukken die concurrentiegevoelige informatie van bedrijven bevatten, moeten zijn uitgesloten om in te zien. Een Wob-verzoek moet expliciet vermelden een document of de bestuurlijke aangelegenheid waarover men informatie wil. De beslistermijn (tijd tussen het openbaarmakingsverzoek en de honorering ervan of (gedeeltelijke) afwijzing) is 4 weken in Nederland. Voor milieu-informatie is de beslistermijn twee weken. In Nederland zijn er ook vormen van misbruik van openbaarmaking in de wet geregeld.
In Nederland moeten journalisten en anderen regelmatig de WOB gebruiken om informatie op te eisen die eerder geweigerd werd. Dat wordt wobben genoemd. Bij de toepassing van de WOB wordt de overheid soms verdacht van wobstructie. Bij wobstructie probeert een overheid – een commissariaat, ministerie of rvc/rvt – bewust informatie die via de WOB wordt opgevraagd achter te houden. Dat kan door de stukken niet goed te archiveren en als ze worden opgevraagd te beweren dat ze de documenten niet kunnen vinden, door tijd te rekken of door stukken ten onrechte geheim verklaren. Zo werd in 2020 gemeld dat in Noord-Holland gemeenten en provincie steeds meer documenten geheim houden, vooral financiële stukken en bouwplannen. Suriname moet met deze zaken bij het maken van zijn wet rekening houden.