Minister Silvano Tjong-Ahin van Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft tijdens de VN Klimaattop COP26 in Glasgow, Schotland, onder andere gesproken met zijn collega van Papoea-Nieuw-Guinea, Wera Mori. Het was meer een gedachtenwisseling, zo schreef de Communicatie Dienst Suriname donderdag 4 november.
Gespreksonderwerpen concentreerden zich rond de handel in carbon credits en de aanwezigheid van het oliebedrijf Total Energies dat op Papoea-Nieuw-Guinea actief is. Ook sprak de bewindsman met Frederica Bietta, algemeen directrice van de Coalition for Rainforest Nations (CfRN). Zij is een internationaal erkend expert in de ontwikkeling van internationale overeenkomsten met betrekking tot klimaatverandering en specifieke mechanismen, waaronder emissies als gevolg van tropische ontbossing. Suriname is ook lid van de organisatie. CfRN. Tjong-Ahin heeft een uitvoerig gesprek gehad met haar om de samenwerking te intensiveren en ook werd van gedachten gewisseld over carbon credits.
Het heeft velen in de samenleving echter verrast. dat de minister in Glasgow heeft gesproken met een collega van een in Suriname nauwelijks bekend land, Papoea-Nieuw-Guinea, PNG. Velen weten niet waar dit land is gelegen op de wereldkaart en wat Suriname voor belang kan hebben bij een contact met zo’n relatief onbekend land. Reden genoeg voor Dagblad Suriname om minister Tjong-Ahin te benaderen voor wat nadere tekst en uitleg en hij reageerde meteen.
Hieronder Mori over de VN Klimaattop COP26:
Tjong-Ahin: “De Coalition for Rainforest Nations is een organisatie waar meer dan 50 naties bij aangesloten zijn. Zij zijn de uitvinders van het REDD+ mechanisme, dat leidend is bij de bescherming van bossen in de wereld. Zij geven technische assistentie aan landen bij het beheer van hun bos. Deze organisatie speelt een belangrijke rol in het hele carbon credit gebeuren. Ook Suriname wordt bijgestaan door CfRN. CfRN zal ons bijstaan bij de ontwikkeling van onze capaciteit met betrekking tot carbon kredieten.”
“Papoea-Nieuw-Guinea heeft voorsprong met carbon kredieten”
De minister benadrukt, dat Papoea-Nieuw-Guinea nu voorzitter van de board van CfRN is, “vandaar het belang om met hem (lees: minister Wera Mori) te praten”. “Het gesprek met Mori was ook belangrijk, omdat zijn land een voorsprong heeft met carbon kredieten en ze zijn op dit moment dus de voorzitter van CfRN. Ons belang was om met hem te praten over zijn ervaring met carbon credit handel. Meer informatie uitwisseling. Als Total Energies in PNG actief is, wil je weten wat hun ervaringen zijn met dit bedrijf. Noem het een soort antecedenten onderzoek. Meer niet. Doen we ook met andere landen.”
“Wij zijn in onderhandeling met Total over verhandeling carbon credits”
Volgens de minister is de markt van carbon credits nog niet helemaal gereguleerd. “Daarom wordt nu zoveel gesproken over artikel 6 van het Parijs Akkoord. Daarin worden de spelregels vastgelegd. Je hebt nu vrijwillige markten en om te voorkomen dat de chaos op die markt groter wordt, heeft CfRN de bosrijke landen gebundeld om ervoor te zorgen, dat ze de juiste prijzen kunnen afdwingen en dat ze info met elkaar kunnen uitwisselen. Elke markt werkt beter als er transparantie is. Wij zijn in onderhandeling met Total over de verhandeling van carbon credits. Het is dan toch op z’n plaats dat we gedegen onderzoek doen? Suriname heeft vorig jaar haar FREL (Forest Reference Emission Level) gemaakt. Dat is een inventarisatie rapport van het Surinaams bos en hoeveel CO2 die het opslaat.”
Wat is een carbon credit ofwel koolstofkrediet?
Een koolstofkrediet is een verhandelbare vergunning of certificaat dat de houder van het krediet het recht geeft om één ton kooldioxide of een equivalent van een ander broeikasgas uit te stoten – het is feitelijk een compensatie voor producenten van dergelijke gassen. Het belangrijkste doel voor het creëren van koolstofkredieten is de vermindering van de uitstoot van kooldioxide en andere broeikasgassen door de industrie. Carbon credits zijn marktmechanismen om de uitstoot van broeikasgassen tot een minimum te beperken. Overheden of regelgevende autoriteiten stellen de limieten vast voor de uitstoot van broeikasgassen. Afhankelijk van de doelstellingen van een bedrijf en de industrie, is de onmiddellijke vermindering van de uitstoot economisch niet haalbaar. Daarom kunnen ze carbon credits kopen om aan het emissieplafond te voldoen. Bedrijven die de CO2-compensatie behalen, worden doorgaans beloond met extra CO2-credits. De verkoop van kredietoverschotten kan worden gebruikt om toekomstige projecten voor emissiereductie te subsidiëren.
Papoea-Nieuw-Guinea, PNG
Papoea-Nieuw-Guinea is een land in Oceanië dat het oostelijk deel van het eiland Nieuw-Guinea beslaat. Het grenst aan Indonesië en ligt ten noorden van Australië. De hoofdstad is Port Moresby. In het land worden 823 (Papoea)talen gesproken (van de 6.800 talen in de wereld). Er wonen iets meer dan 7 miljoen mensen. PNG is grotendeels bergachtig en bedekt met regenwouden. Het grootste deel van het land kent een tropisch regenwoudklimaat. Er zijn enkele kleine vlaktes langs de kust. Het land ligt langs een tektonische breuklijn, aardbevingen en tsunami’s komen dan ook tamelijk vaak voor. Papoea-Nieuw-Guinea is een van de weinige landen dicht bij de evenaar waar geregeld sneeuw valt, vooral op de bergtoppen. Het is rijk aan natuurlijke grondstoffen, zoals ertsen, gas, vis en hout. De exploitatie van deze producten, veelal door buitenlandse bedrijven, zorgt voor 72% van de inkomsten van het land. De exploitatie wordt bemoeilijkt door het bergachtig reliëf, de hoge kosten voor de bouw van infrastructuur en de onzekerheid over de stabiliteit van het bestuur. De economie wordt bijzonder gesteund door financiële bijdragen van landen als Australië (de grootste donateur, ieder jaar 200 miljoen dollar), Japan, de EU, China, de Verenigde Staten, en organisaties als de Wereldbank en het IMF.
PK