“Het was geen boodschap van vingerwijzing, maar van samenwerken. Dat was de toon die ik gehoord heb bij leiders van kleine én grote landen. Dat was de kracht van de bijeenkomst. Iedereen was aanwezig om te kijken naar één ding: samen planeet aarde redden.”
Woorden van president Chandrikapersad Santokhi nadat hij donderdag was teruggekeerd van de VN Klimaattop COP26 in Glasgow, Schotland. Het staatshoofd werd bij daar vergezeld door de ministers Silvano Tjong-Ahin van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM), Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) en Armand Achaibersing van Financiën en Planning.
President Santokhi zegt dat uit alle toespraken van voornamelijk de machtige landen en zij die gerekend worden tot de grootste vervuilers, gehaald kon worden, dat er onvoldoende is gedaan aan hetgeen tijdens de top van 2015 in Parijs (Akkoord van Parijs) was overeengekomen. Men was het in Glasgow met elkaar eens, dat de tijd van praten voorbij is en dat het anders moet.
“Onvoldoende besef dat landen gaan verdwijnen door stijging zeespiegel”
Suriname heeft het tijdens de bijeenkomst echter scherper gesteld. Er moet actie ondernomen worden. “President Santokhi: “Bij ongewijzigd beleid gaat de wereldtemperatuur tot 2050 stijgen met 5 graden. Dat betekent voor Suriname een stijging van 3 graden en dat een groot deel van het land dan 1-2 meter onder water zal liggen.” Het staatshoofd zegt dat er onvoldoende beseft wordt. dat zoveel landen zullen verdwijnen als gevolg van de stijgende zeespiegel. “We moeten zo snel mogelijk werken aan de bewustwording. Er mag geen attitude zijn van; “ja maar ik ben er dan niet”. Het is onze plicht ervoor te zorgen dat de volgende generatie beschermd is. De huidige leiders moeten voor hen beslissen dat de aarde veilig is.”
Hij stelt, dat er voor het terugbrengen van de temperatuurstijging, moderne technologie wordt ingevoerd, gebruik wordt gemaakt van groene economie en gewerkt wordt aan diversificatie van energiesoorten. “Dat is de richting die we moeten opgaan.” Tevens moeten volgens hem gebieden die bedreigd worden ook beschermd worden. Het weinige bos zal goed beschermd en beheerd moeten worden, terwijl er ook financiële middelen moeten vrijkomen. Suriname heeft op dit stuk ook bilaterale gesprekken gevoerd met organisaties werkzaam op het gebied van carbon credits. Eveneens is besproken hoe het bos te kapitaliseren en eruit te verdienen. “Wij zullen ons bos moeten beschermen door middel van fondsen die vrijkomen en op basis daarvan onze economie versterken.”
President Santokhi zegt dat Guyana het eerste land is waarmee Suriname direct afspraken heeft gemaakt wanneer het gaat om het tegengaan van uitstoot, omdat het buurland dezelfde uitdagingen als Suriname heeft. Verder zal er met andere Caribische landen ook een alliantie moeten worden aangegaan. Er staat reeds een top in Suriname op de agenda met Brazilië, Guyana, Frans-Guyana en mogelijk ook Colombia. Tijdens deze bijeenkomst zullen de staatshoofden zich buigen over de vraag hoe om te gaan met het Amazone-bos en hoe er samengebundeld kan worden om een luidere stem te hebben. Verder zullen zij samen met nog meer kracht onderhandelen om toch compensatie voor hun bossen te krijgen.
Santokhi zegt ook, dat veel landen behalve door olie en gas, ook dankzij hun bossen rijk en hoog ontwikkeld zijn geworden. Echter moedigen deze landen nu opkomende economieën aan tot vermindering van hun uitstoot. Hij zegt dat deze economieën echter ook welvaart en welzijn voor hun bevolking en economie willen. “Wij willen geen benadering op basis van dubbele standaarden, maar een gebalanceerde strategie.” Volgens president Santokhi zal er integraal moeten worden gekeken naar alle vraagstukken die moeten leiden tot het terugdringen van global warming. Tegelijkertijd zullen er maatregelen moeten worden getroffen voor de volgende generatie en moet er geïnvesteerd worden in moderne technologie.
Ter informatie de toespraak van president Santokhi tijdens de VN Klimaattop COP26: