VHP-Assembleelid Mahinder Jogi is duidelijk: “Minister Walden moet opstappen.” “Ze moet de eer aan zichzelf houden wanneer het zo is dat ze bedrijven heeft, stichtingen heeft, althans nevenberoepen uitoefent”, aldus Jogi tegenover Dagblad Suriname.
Hij reageert hiermee op onlangs via social media gepubliceerde documenten van de Kamer van Koophandel en Fabrieken van inschrijvingen van zeker tien bedrijven en stichtingen waarbij de minister van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie, Saskia Walden, is betrokken. Walden heeft inmiddels laten weten, dat het gaat om activiteiten van voor haar ministerschap.
Jogi stelt, dat conform de Surinaamse Grondwet de president en de vicepresident geen nevenberoepen mogen uitoefenen. “En naar analoog daarvan geldt dat dus ook voor onze ministers. Deze kwestie heb ik destijds aan de orde gesteld middels een brief aan president Desi Bouterse toen, waarin ik de kwestie Pengel en Dodson had aangegeven waarbij deze mensen indirect en direct betrokken waren als bestuurders bij stichtingen en daaruit inkomsten hadden of zouden hebben gehad. Op grond van die brief van mij heeft de president toen de ministers Pengel en Dodson ontslagen. En ik denk dat we dat beleid door moeten trekken.”
Toenmalig minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie en toenmalig minister Regillio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen hadden een nevenfunctie bij de stichtingen Imperial Amazon, nv Savorja Wood Company, stichting Tranga Makandra Baka en nv Jorsana Mining. Het was Jogi die dit aan de hand van stukken van de Kamer van Koophandel en Fabrieken aankaartte. Een dag na zijn bekendmaking, medio mei 2019, bleken de nv’s en stichtingen plotseling inactief te zijn gemaakt. Beide bewindslieden dienden zelf hun ontslag in.
Volgens Jogi, moet minister Walden weten bij de aanvaarding van haar ambt als minister, wat zij mag en wat zij moet nalaten. “Het is jammer dat zij dit al die tijd heeft verzwegen en dat het dan nu boven water komt en dat ze dat heeft bevestigd. Ik denk dat dit niet fatsoenlijk is en niet hoort in een democratie en zeker niet in een lijn die is uitgezet door president Santokhi waar we gaan voor openheid, eerlijkheid en transparantie.”
“De minister zou, en men hoeft het niet eens te zijn met mij, de eer aan zichzelf moeten houden en ze zou haar portefeuille ter beschikking moeten stellen aan de president.”
PK