Huisarts Rab William: “Spreiding huisartsenvestigingen moet gepaard gaan met incentives”

Het besluit van het ministerie van Volksgezondheid om ingaande 1 februari volgend jaar geen huisartsenvergunningen meer te verstrekken voor de districten Paramaribo en Wanica is een juiste maatregel, doch dient onderdeel te zijn van een meer integrale aanpak van de huisartsenproblematiek in Suriname. Daarbij dient echter niet alleen voor ogen worden gehouden een betere spreiding over het hele land van huisartsenvestigingen, maar ook de bedrijfseconomische levensvatbaarheid van het huisartsbedrijf en -praktijk (HAB). Dit zegt drs. Rab William, huisarts desgevraagd aan Dagblad Suriname naar aanleiding van het correcte besluit van het ministerie van Volksgezondheid om straks geen huisartsenvergunningen meer te verstrekken. 

Teveel artsen in Paramaribo en Wanica

In de districten Paramaribo en Wanica zijn volgens Volksgezondheid te veel huisartsen gevestigd, waardoor andere delen van het land weinig tot geen huisartsen hebben. Uitgaande van de norm  van 1 arts op 1.500 personen, geeft het ministerie schematisch aan in welke districten teveel of te weinig, dan wel helemaal geen huisartsen zich gevestigd hebben. Volksgezondheid zegt voornemens te zijn om “kwalitatief gelijkwaardige gezondheidszorg te garanderen in alle districten door een transparant, evenwichtig en efficiënt huisartsen vestigingsbeleid te voeren”. Volgens het ministerie is er nog behoefte aan ongeveer 48 huisartsen om geheel Suriname te voorzien van huisartsen dienstverlening.

Dokter Rab William zegt zich te kunnen vinden in het voornemen van het ministerie van Volksgezondheid voor een betere spreiding van huisartsenvestigingen in het land. Volgens hem wordt er hierbij echter onvoldoende dan wel helemaal geen rekening gehouden met het feit dat de huisartsenpraktijk ook een bedrijfseconomische grondslag heeft. Het overgrote deel van de huisartsen (HA) is thans werkzaam in een rechtspersoon (stichting of N.V.), omdat het leveren van het product HA-zorg in een bedrijfsmatige omgeving plaatsvindt. Er is dus sprake van een bedrijfsmatige operatie, waaraan dus bedrijfskosten gerelateerd zijn. Behalve onder andere pandhuur, elektriciteit, water- en kantoorkosten, behoort het honorarium van de HA en het personeel ook tot de bedrijfskosten. 

Het vestigingsbeleid voor huisartsen zou derhalve zeker ook moeten kijken naar aspecten die het huisarts bedrijf (HAB) levensvatbaar moeten houden. Tegen deze achtergrond is het volgens dokter William daarom zinvol om niet alleen naar het inwonersaantal van een district of gebied te kijken, maar vooral naar het aantal medisch verzekerden, zoals SZF, Survam, Bazo etcetera. Op basis van het aantal verzekerden in het land is in 2009 in het rapport Tjon A Hung  de norm van 2.000 verzekerden per huisarts vastgesteld. Onverzekerden leveren een verwaarloosbare bijdrage aan het HAB. Het is dus volgens dokter William irreëel om te praten van inwonersaantal, maar van verzekerden.

Normpraktijk

Op grond van gewijzigde omstandigheden zou deze norm opnieuw bekeken en vastgesteld moeten worden, alsook de tarieven. In een gesprek eerder met Dagblad Suriname heeft William aangegeven, dat met de zorgverzekeraars opnieuw gekeken moet worden naar de huidige tarieven, die volgens hem mede vanwege de koersontwikkelingen reeds lang zijn achterhaald en tot ernstige ontevredenheid en demotivatie van HA heeft geleid. Doordat in de afgelopen jaren te veel huisartsenvergunningen zijn verstrekt is er thans als het ware sprake van een wild west situatie waarbij HAB’s patiënten van elkaar aftroggelen, simpelweg om te kunnen overleven. Aan de andere kant zijn er ook HAB’s die 4- tot 7.000 patiënten (verzekerden) bij hun geregistreerd hebben c.q. hadden staan.  William pleit daarom voor een nieuwe norm van maximaal aantal verzekerden per arts. Deze norm kan ook niet te laag zijn, anders ziet de HA te weinig patiënten om zijn skills op peil te houden. Daarop dient strikt controle te zijn. Ook de performance en kwaliteit van de zorg van de huisarts dient strak onderhevig te worden aan controle.

Incentives

Om de huisartsenvestigingen in de minder bevolkte districten te stimuleren zou volgens dokter  William een vorm van incentives moeten worden bedacht. Zo zou bijvoorbeeld een standplaatstoelage kunnen worden geïntroduceerd voor huisartsen. Vooral voor het binnenland en de verafgelegen plaatsen in de districten zou men bij toerbeurt de huisarts dienstverlening kunnen verzorgen. Belangrijk is in elk geval, dat het HAB bedrijfseconomisch levensvatbaar moet kunnen opereren. Het moet verzekerd zijn van de minimaal vastgestelde norm van aantal verzekerden, en daarmee dus een zekere inkomen. 

Het totaal aantal verzekerden van SZF en Survam, minus RGD en MediZebs, bedraagt momenteel circa 296.000. Uitgaande van een normpraktijk van 2.000 verzekerden/patiënten per arts, zouden in totaal 148 huisartsen nodig zijn. In de afgelopen decennia is door het roekeloos verstrekken van huisartsenvergunningen het aantal huisartsen echter van 140 naar ruim 215 gestegen.

Het ministerie van Volksgezondheid zegt uitgaande van een totaal inwonersaantal van ruim 600.000 en de norm van 1 huisarts op 1.500 personen, nog 48 huisartsen nodig te hebben. Op de Medische Faculteit staan momenteel 483 studenten ingeschreven en er komen deze maand 60 eerstejaars studenten erbij. In het buitenland (onder andere Cuba en Georgië) bevinden zich nog eens 350 studenten voor een artsenopleiding. De vraag is waar deze aankomende artsen straks geplaatst zullen worden.

SS      

error: Kopiëren mag niet!