G.S zegt in gesprek met Dagblad Suriname dat zijn vader C.S op 4 oktober positief is getest met het Covid-19 virus. “We zijn op de RGD-poli Geyersvlijt geweest en daar hebben ze hem positief getest en aan de zuurstof gezet. Vervolgens kregen wij de instructie om naar KKF (Kamer van Koophandel en Fabrieken) te gaan, om een mobiele zuurstof apparaat te halen.”
De vader van G.S werd op dezelfde dag naar huis gestuurd om thuis gemonitord te worden door de huisarts. C.S kreeg een zuurstofapparaat van 5 liter mee. “Hij lag aan de zuurstof vanaf 4 tot 11 oktober. De monitoring vanuit de huisarts was heel erg slecht. Zolang wij niet belden om door te geven wat zijn saturatie was, kregen we geen reactie van haar.” Volgens G.S maakte de huisarts geen contact om te kijken hoe het met de patiënt ging. G.S vraagt zich af waarom de monitoring niet door het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg, BOG, gedaan kon worden. Voordat zijn vader positief werd getest, waren zijn broers positief getest met het virus. Zij werden door het BOG gemonitord, zegt G.S.
Het gaat slechter
“Op 11 oktober zagen wij dat het niet zo goed ging met onze vader en besloten weer naar het BOG te bellen.” G.S nam samen met zijn broers de zorg van hun vader op zich. Het BOG gaf op haar beurt aan, dat C.S misschien meer zuurstof moest krijgen en wel 10 liter. G.S stelt dat dit een kwalijke zaak is, omdat niemand naar zijn vader is komen kijken, of het wel of niet nodig was om extra zuurstof toe te dienen. Volgens G.S, kon zijn vader nog drinken, eten en zelf opstaan, maar niet lang lopen, omdat hij ademhalingsproblemen kreeg. Maandag 11 oktober werden zij opgebeld om de 10 liter zuurstof op te halen. “We hebben het gehaald en de 10 liter zuurstof gezet voor hem. Thuis lieten we hem op zijn buik liggen en gingen zijn medicijnen zelf inspuiten. Vanaf het begin is de monitoring slecht gegaan, want je weet niet of het zuurstofgehalte wat hij toegediend krijgt voldoende is of juist niet.”
Vanaf 11 tot 14 oktober lag C.S met de 10 liter zuurstof. Voorheen hadden de kinderen van C.S bij het BOG aangegeven, dat het slecht ging met hun vader, maar men gaf aan dat er geen plaats was voor opname. Op 14 oktober zei men, dat hij opgenomen kon worden. “De ambulance is geweest, ze hebben metingen gedaan en de saturatie was daarbij laag.” G.S veronderstelde dat zijn vader dus vanaf het moment dat hij vervoerd werd betere zorg zou krijgen. Bij het KKF aangekomen werd aangegeven dat ze C.S 15 liter zuurstof zouden toedienen. G.S heeft geen idee of er onderzoekingen zijn verricht. Dezelfde avond werd aan het broertje van G.S voorgehouden, dat zijn vader opgenomen moest worden op de Intensive Care-afdeling, omdat hij meer zuurstof nodig had. Maar, er was geen plaats op de Intensive Care-afdeling. Op vrijdagochtend hield C.S aan zijn zoon voor, dat ze hem bijna hadden laten sterven, want zijn zuurstofbom was leeg geraakt. G.S stelt, dat het niet bekend is wanneer ze een andere zuurstofbom voor zijn vader hadden geplaatst, vanaf het moment dat het leeg was geraakt.
Op vrijdag 15 oktober had G.S een gesprek met de dienstdoende arts die hem aangaf dat zijn vader al 72 jaar is en dat er eigenlijk geen verdere behandeling voor hem mogelijk was. “Die woorden hebben ons heel erg getroffen. Dus dat wil zeggen, dat het tijd voor hem was om te sterven. Wij vinden dat onze vader gewoon aan zijn lot is overgelaten. Hij ademde anders dan toen hij uit huis is vertrokken. Met dezelfde ligstand, op zijn rug, hebben we hem aangetroffen. Ik was ook Covid-patiënt en ik moest continu op mijn buik liggen, maar dat hebben ze niet bij mijn vader gedaan.”
Na gesproken te hebben met de arts werd de vader van G.S op zijn buik geplaatst. “Vanaf dat moment zijn we niet meer weggegaan. We hebben gezien dat ze niet omkijken naar de patiënten. Je krijgt geen water en geen eten, niets krijg je. Vanaf half 8 zijn we gebleven tot de tijd dat hij is gestorven. We hebben alles meegemaakt, we hebben gezien hoe andere mensen komen en aan hun lot worden overgelaten. Rond 12 uur in de middag hadden ze weer zuurstof geplaatst, maar de toevoer van zuurstof was daarbij niet optimaal, na gemeld te hebben werd er een andere zuurstofbom geplaatst. Minder zuurstof verzwakt de patiënten.”
Na de situatie gezien te hebben vroeg G.S of er een mogelijkheid bestond om zijn vader weer naar huis te brengen. Echter gaf een zuster aan, dat de saturatie van zijn vader heel instabiel was en dat hij op dat moment al stervende was. “Men zegt het is Covid, maar het is geen Covid! Het is de slechte zorg die ervoor zorgt dat men sterft. Hij is niet de enige, er zijn nog velen die dit hebben ervaren.”
G.S geeft aan dat zijn vader niet gevaccineerd was, maar wel van plan was om zich te laten vaccineren, maar het is echter anders verlopen. De vader van G.S was PZS verzekerd, waarvoor hij elke maand een bedrag van SRD 600-700 moest betalen. Desondanks heeft de gezondheidszorg erin gefaald om hem een goede behandeling te geven. “We kunnen niets doen aan de dood van onze vader. Hij is gaan rusten. Dit vertellen wij zodat de gemeenschap weet wat er gebeurd bij het KKF. De ziekenhuizen en het KKF zijn te vergelijken met een concentratiekamp. De mensen worden helemaal aan hun lot overgelaten.”
SK