Er is op de klimaattop in Glasgow een eerste akkoord bereikt, over het tegengaan van ontbossing. Tegen het einde van dit decennium moet ontbossing, net als bodemdegradatie, verleden tijd zijn. Honderd landen, waaronder Nederland, gaan daar naartoe werken en trekken daarvoor miljarden uit.
Om die belofte waar te maken, zullen de landen flink wat geld moeten uittrekken. Tot 2025 omgerekend 10,2 miljard euro aan publiek geld, om precies te zijn. Daarnaast zal ook 6,2 miljard euro aan privaat geld worden geïnvesteerd. Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Noorwegen en een aantal filantropische instellingen zijn ook overeengekomen om 1,5 miljard euro direct te investeren in inheemse volkeren om bossen te beschermen.
Ook hebben meer dan dertig financiële instellingen, waaronder verzekeraars en vermogensbeheerders als Aviva, Schroders en Axa, aangegeven te willen stoppen met investeringen in activiteiten die verband houden met ontbossing. Ongeveer eenzelfde aantal landen zegt de handel in palmolie, soja en cacao een halt toe te willen roepen. Veel bos wordt gekapt om dergelijke producten te kunnen verbouwen.
Bossen zijn van groot belang bij het tegengaan van de opwarming, omdat ze een groot deel van de CO2 opnemen. Veel mensen noemen ze ook wel de longen van de aarde. Dat ook Brazilië meedoet betekent goed nieuws voor de Amazone, het grootste tropische regenwoud op aarde. Daar is op grote schaal bos gekapt ten behoeve van landbouw.
De afspraak die nu gemaakt is, is omvattender dan een eerdere deal die veertig landen in 2014 hebben gesloten. Ook toen werd afgesproken om ontbossing tegen 2030 te beëindigen en tegen 2020 te hebben gehalveerd.