In de ontwerpwet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale Volken dat thans bij de Nationale Assemblee op behandeling wacht, zijn bepalingen opgenomen inzake hoe om te gaan met het vraagstuk van uitgegeven concessierechten over grond en natuurlijke hulpbronnen welke liggen in de traditionele leefgebieden van inheemse en tribale volken.
In de ontwerpwet wordt uitgegaan van een algemene regel dat bepaald dat deze verkregen rechten uitgegeven door een bevoegd bestuursorgaan, komt te vervallen na een periode van zes maanden na inwerkingtreding van de wet. Evenwel kan er op deze algemene regel uitzondering worden gemaakt na overeenstemming met de desbetreffende dorpsgemeenschap(pen). Nu reeds kan gesteld worden dat deze bepaling in het wetsontwerp een van de hoofdissues zal vormen bij de debatten in het parlement. Ook de maatschappelijke discussies zullen op gang komen.
Collectieve eigendomsrecht
In het wetsontwerp wordt bepaald, dat de inheemse en tribale volken recht hebben op hun voorouderlijke gebeid. Inheemse en tribale volken zullen bij goedkeuring van het wetsontwerp collectief eigendomsrecht verkrijgen over hun traditionele leefgebieden. Vooralsnog wordt gebruik gemaakt van indicatieve landkaarten, en de definitieve omvang en begrenzing van deze woon- en leefgebieden zullen bij wet definitief worden vastgesteld.
In de afgelopen jaren zijn door de overheid talrijke concessierechten verleend aan derden op grond en natuurlijke hulpbronnen welke liggen binnen de woon- en leefgebieden van inheemse- en tribale volken. Met betrekking tot het vervallen raken van verkregen concessierechten na een periode van zes maanden na inwerkingtreding van de wet, worden de houders van concessierechten gedwongen om zich te verstaan met de desbetreffende dorpsgemeenschap(pen). Het is dan redelijk en billijk om per geval de mogelijkheden te bekijken in samenspraak met het bevoegd bestuursorgaan, c.q. de overheid. In het ontwerp staat ook opgenomen, dat belanghebbenden zich tot de Grondenrechtenkamer kunnen wenden voor geschillenbeslechting.
Vier mogelijke situaties
In de ontwerpwet worden vier mogelijkheden aangehaald van situaties die zich kunnen voordoen na inwerkingtreding van de wet. De eerste situatie is één waarbij de rechthebbende niet heeft voldaan aan de voorwaarden of voorschriften horende bij de titel, concessie of ander recht verkregen, binnen de voorgeschreven termijn. In dit geval vervalt het recht van rechtswege.
De tweede mogelijke situatie die zich kan voordoen is waar de rechthebbende wel heeft voldaan aan de nodige voorwaarden en verplichting, maar slechts voor dat deel van de grond welke gelegen is buiten de erkende woon- en leefgebied van het inheemse- of tribale volk. In dit geval vervalt het recht voor dat deel van de grond welke ligt binnen het leefgebied van de dorpsgemeenschap.
Een derde mogelijke situatie is één waarbij de rechthebbende binnen de gestelde termijn aan alle voorwaarden en verplichtingen heeft voldaan, en bovendien reeds investeringen heeft gepleegd. Indien de betrokken dorpsgemeenschap(pen) uitdrukkelijk aangeven dat het ander recht niet ingetrokken hoeft te worden, zullen partijen met elkaar in overleg moeten treden om te komen tot een overeenkomst waarin de voorwaarden zijn vastgelegd om dat recht of rechten te doen voortbestaan.
Bij de vierde mogelijke situatie geven betrokken dorpsgemeenschap(pen) niet te kennen, dat het andere recht mag blijven voortbestaan. Ook in dit geval dient er overleg plaats te vinden. Indien partijen binnen zes maanden na inwerkingtreding van de wet, niet tot aanvaardbare oplossing kan komen, worden de rechten van derden opgeschort.
Rol overheid
In het wetsontwerp wordt voorzien in de faciliterende rol van de overheid voor het overleg, waarbij waar nodig het perspectieven aandraagt betreffende de individuele belangen, gemeenschapsbelangen of nationale belangen. Voorts zal de overheid een belangrijke rol kunnen spelen bij het bieden van alternatieven, bijvoorbeeld een ander stuk grond aan rechthebbende of aan de dorpsgemeenschap(pen) ter compensatie.
De ontwerpwet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale Volken is enige maanden geleden door de regering bij het parlement ingediend ter goedkeuring. Dit vraagstuk sleept zich reeds jaren voort. De vorige regering heeft zich ervoor ingezet dit vraagstuk op te lossen en heeft daartoe een wetsontwerp voorbereid. De huidige regering heeft bij haar aantreden de stand van zaken rond dit vraagstuk door deskundigen laten evalueren. Uiteindelijk heeft ze het huidig wetsontwerp ingediend.
Het wetsontwerp is een van de grote issues waar het parlement zich over moet uitspreken.
SS