De bond bij de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM) onder leiding van Dwain Cairo laat weten, dat zij zich niet kan vinden in het bedrag van de regering inhoudende de uitbetaling van SRD 1.000 per werknemer. Hierdoor blijft de bond in actie. “De staking is niet opgeheven”, zegt Cairo aan Dagblad Suriname. “Wanneer het andere deel van het bedrag komt, weet niemand nog.”
Na de oorspronkelijke eis van SRD 5.000 heeft de bond zoals zij zelf aangeeft “water bij de wijn” gedaan door genoegen te nemen met de beslissing van de Bemiddelingsraad voor Geheel Suriname om te komen tot een toekenning van SRD 2.500 per werknemer. Dat er nu een voorstel voor SRD 1.000 is gedaan accepteert de bond niet, merkt Cairo op.
Ten aanzien van een additioneel bedrag van SRD 500 is niets bekend bij Cairo. “Daar heb ik niet over gesproken met de directie.” Cairo zegt verder, dat het dinsdag de derde dag is van de actie. “Wij hebben de directeur nog niet kunnen aantreffen.” De bondsvoorzitter merkt dit op, omdat er nog geen afspraken op papier zijn gemaakt.
De situatie is extra dynamisch, omdat er naast de perikelen over het tekenen van een collectieve arbeidsovereenkomst ook een interne strijd gaande is over wie vanuit welk bestuur de werknemers vertegenwoordigd. Naast Cairo claimt ook het vorige bestuur dit. Tot nog toe is na 10 maanden onderhandelen nog geen CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) getekend. Cairo doet een beroep op de samenleving om begrip te hebben voor de actie. “Het is niet de bedoeling van de leden om de samenleving te pesten, maar de leden zijn ook onderdeel van de samenleving, en zij voelen allemaal ook de gevolgen van de economische situatie.”
Cairo zegt dat dit ook geldt voor de mensen op de afdelingen die water leveren. “Zij voelen het ook, en zij zijn ook in beraad vandaar dat nu al de lage druk in verschillende gebieden is te merken.” Hoewel de directeur van de SWM, Marlon Oosterling, niet kon worden bereikt had hij eerder al laten weten dat het bedrijf er alles aan doet om het water naar de samenleving te blijven garanderen. In een gezamenlijke verklaring hebben de samenwerkende bonden onder de naam 1: 6 hun steun betuigd aan de medewerkers die opkomen voor hun belang. Zij wijzen op hetgeen is bepaald vanuit de Bemiddelingsraad.
RB