De uitstoot van kooldioxide door de cementproductie levert een belangrijke bijdrage aan de klimaatverandering, goed voor zo’n 2,4 gigaton of ongeveer zeven procent van de wereldwijde CO2-uitstoot in 2019.
Een belangrijk ingrediënt van beton, het meest gebruikte bouwmateriaal wereldwijd, de productie van cement begint met mijnbouw en vervolgens het malen van grondstoffen, waaronder kalksteen en klei, tot een fijn poeder dat rauwe meel wordt genoemd. De grondstoffen worden vervolgens in een roterende cementoven verwarmd tot een sintertemperatuur van wel 1.450 °C.
In dit proces worden de chemische bindingen van de grondstoffen afgebroken en opnieuw gecombineerd tot nieuwe verbindingen. Het resultaat wordt ‘klinker’ genoemd.
De klinker wordt vermalen tot een fijn poeder in een cementmolen en gemengd met gips om cement te maken. Het poedervormige cement wordt vervolgens gemengd met water en toeslagstoffen om het beton te vormen dat in de bouw wordt gebruikt.
Het proces produceert twee stromen kooldioxide-emissies: ten eerste van de brandstof die wordt gebruikt om de oven te verwarmen (traditioneel steenkool) en ten tweede van de chemische reactie zelf. Voor elke geproduceerde ton cement komt er nog eens een ton CO2 in de atmosfeer terecht. De uitstoot is meer dan de hele luchtvaartindustrie en ontbossing samen.
China is verreweg de grootste cementproducent, ver achterop gevolgd door India en de gecombineerde landen van de EU. China gebruikte in slechts drie jaar meer cement dan de VS in de hele 20e eeuw. Het Amerikaanse verbruik in de loop van de eeuw bedraagt in totaal ongeveer 4,4 gigaton. Ter vergelijking: tussen 2011 en 2013 gebruikte China ongeveer 6,4 gigaton cement.
De meeste toekomstige groei zal naar verwachting plaatsvinden in India en andere opkomende markten. De Chinese consumptie kan echter bijna afvlakken. Daarentegen zal de consumptie van India aanzienlijk toenemen naarmate het snel verstedelijkt en infrastructuur bouwt.