De huidige veranderingen in het onderwijs zijn niet zodanig, dat daar nieuwe wetgeving voor gemaakt moet worden. In de nieuwe wet die thans door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OW&C) wordt voorbereid, zullen wel meegenomen worden de veranderingen die nu worden doorgevoerd. Dit zei minister Marie Levens van OW&C afgelopen donderdag in het parlement.
De verandering in het onderwijs waar met het nieuwe schooljaar mee is begonnen is voornamelijk gericht op het voorkomen van vroege drop outs van leerlingen. Elk leerling schuift door naar de volgende klas. Het drastische verschil zit erin dat geen enkele leerling blijft zitten. Het accent wordt gelegd op de goede dingen die de leerlingen doen, en op de dingen waarin zij minder goed zijn krijgen de leerlingen extra begeleiding van de leerkrachten.
Voor wat betreft het curricula is er niet veel veranderd. Volgens de minister gaat het in essentie om dezelfde curricula, alleen is dat nu beter georganiseerd. Leerkrachten zijn tijdens de vakantie getraind hoe met het curriculum om te gaan.
Minister Levens merkte op, dat de veranderingen die nu worden doorgevoerd ook niet tegen bestaande wettelijke regelingen zijn. “In de wet staat niets over repetities, niets over overgaan, niets over wel of niet doorschuiven, niets over de plicht om examen af te nemen in de 6e klas”, aldus de minister.
Wat er nu gebeurd is gedekt, omdat het simpel niet in de wet is opgenomen. In de nieuwe wet zullen de veranderingen wel meegenomen worden. Volgens de Onderwijs-minister is het enige wat nu gebeurd, kinderen met vijf blauwe cijfers en twee rode cijfers niet te laten blijven zitten. Dat moet je niet doen. Je moet de blauwe cijfers accentueren en zeggen “je hebt het goed gedaan met de blauwe cijfers, en met de twee rode gaan we je helpen”, aldus de minister. Kinderen moeten volgens de minister gestimuleerd worden en daarbij ondersteund worden. Bij de begeleiding van de leerlingen worden extra vakleerkrachten Nederlands en Rekenen op de scholen ingezet.
SS