Het is rumoerig in de wereld. De laatste jaren gaan steeds meer mensen de straat op om te protesteren, tegen regels, voor regels, met elkaar of tegen elkaar. Waren vroeger protestdemonstraties vooral gericht tegen de politiek, sinds de 20e eeuw beogen ze taboes te doorbreken of tegen de gevestigde orde in te gaan. Bijvoorbeeld, de Me too beweging, milieubeweging, vredesbeweging en de homobeweging enz.
Hedendaags protest is niet alleen meer een kwestie van met een bord de straat op. Protesteren gaat nu ook online. Internet en social media vormen hier een krachtig platform om snel grote groepen mensen te bereiken en regelmatig tot actie aan te zetten. We kunnen dagelijks zien hoe protesten verlopen in andere landen. Via dit kanaal worden protesten ver weg, explosieve importproducten die ook sociale relaties thuis op scherp kunnen zetten. Sociale media zorgt voor polarisatie in het politieke debat en voor een snelle toename van nepnieuws. Een van de grote veranderingen in de manier waarop we nu leven en dus ook in de manier waarop we protesteren, is explosieve groei van digitale communicatie in de afgelopen jaren. Sinds enkele jaren heeft een groot deel van de wereldbevolking een apparaat in zijn handen waarmee hij of zij in direct contact staat met alles en iedereen. Er ontstaan digitale bubbels waarin steeds extremer wordende meningen elkaar constant versterken en demonstranten kunnen vrienden en familie makkelijker overhalen om mee te doen. Bovendien zien we live hoe protesten over de hele wereld verlopen waardoor het makkelijker wordt om kritisch te zijn op je eigen omgeving.
Over het algemeen denkt men dat mensen protesteren uit ontevredenheid. Er zijn echter nog veel meer redenen waarom mensen protestacties voeren. Soms wil men gewoon de media halen, de publieke opinie beïnvloeden, woede ventileren, solidariteit tonen. Soms worden mensen simpelweg betaald om met actie voeren een ander te beschadigen.
Normaal berusten protestacties op goed onderbouwde argumenten en kan men daarom respect opbrengen voor degenen die protesteren. Echter protesteren met het doel om anderen en de spullen van anderen te beschadigen, verdient geen respect, verliest aan waarde en oogst alleen maar minachting. Vooral mensen die niets hebben bereikt, zijn geneigd om de spullen van anderen te vernielen. Bijv. de jongeren zaterdagnacht die zoveel spullen van ‘t land hebben vernield. Ze vergeten echter dat in een welvarend land als Nederland de schade snel weer kan worden hersteld. Echter een door crisis geteisterd land als Suriname heeft dat geld niet voor herstel. Dus hebben ze met hun acties dit geteisterde land vertraagd in zijn herstel. Het zal lang duren voor de vernielde spullen zijn vervangen. Het geld voor herstel kan beter worden gebruikt om de armoede te bestrijden. Zulke mensen houden niet van hun land.
Mensen denken vaak dat ze met verwijten en protesteren, politici kunnen dwingen om goede keuzes te maken. Dat is niet zo, politici moeten hun eigen keuzes maken anders heeft het geen waarde. Als bijvoorbeeld de VP ervoor kiest om ondanks zijn criminele achtergrond toch die vp positie te pakken, laat hij met die keuze zien dat nationaal en internationaal respect voor hem als mens en als politicus niet van belang is. Voor hem is eigenbelang belangrijker. Een ander kan hem niet dwingen om een andere keus te maken. He is what he choose to become.
Al de protesten gaan over geld, armoede. Wanneer echter fatsoen, waarden en normen met de voeten worden getreden, wordt er niet geprotesteerd. Bijvoorbeeld de benoeming van de ex-president en recent nog van de huidige vp. Men weet dat de naam van Suriname nationaal en internationaal te grabbel wordt gegooid als een crimineel zo’n belangrijke positie claimt, echter geen woord van protest van het volk. Nog een voorbeeld is de benoeming van Leo Brunswijk en de manier waarop na een goede verdeling van de posten, de ABOP terugkwam en de posten die de NPS waren toegewezen, opeiste en ze ook nog kreeg. Zo vinden er nog vele handelingen plaats die niet getuigen van fatsoen en integer gedrag. Echter geen woord van protest als onze normen en waarden in het gedrang zijn. Dat betekent dat men meer waarde hecht aan geld en materiele dingen dan aan fatsoen.
Protesteren en verwijten maken zijn van alle tijden, echter de wijze waarop en het waarom zullen altijd aan verandering onderhevig blijven. In de toekomst zal het aantal demonstraties waarschijnlijk nog meer toenemen en door de toenemende polarisatie zal de actiebereidheid groter worden. Vergeet echter niet dat als je alleen gefocust bent op het maken van verwijten en vernielingen aanrichten, je nooit opbouwend bezig kan zijn.
De activist is niet degene die aan de zijlijn staat te roepen ‘we pina,’ maar degene die met voorstellen komt om die armoede te helpen bestrijden.
Josta Vaseur