Delen met een ander is een mooi humaan gebaar. Door te geven maak je niet alleen de ontvanger erg blij, je wordt er zelf ook gelukkiger van. Gulheid is een eigenschap die voortvloeit uit overvloed. Wanneer jij meer dan genoeg hebt, en dus niet bang bent om iets kwijt te raken, kun je delen vanuit je overvloed. Van belang is de motivatie van het geven. Als men geeft op basis van een verkeerd motief, rust er geen zegen op. Bijvoorbeeld om indruk te maken of om iets terug te krijgen. Er zijn mensen die veel geld verdiend hebben met de handel in drugs of door het zich toe-eigenen van de inkomstenbronnen van hun land, kortom ze hebben niet hard hoeven werken. Ze zijn op een gemakkelijke manier aan het geld gekomen en jammer genoeg vaak met het plegen van criminele activiteiten. Zulke mensen kunnen het zich permitteren om met geld te smijten. Ze zien geld vaak als een middel om in de picture te staan en om zich belangrijk te voelen, om te laten zien hoe rijk ze zijn. Ze geven niet uit menslievendheid. Hun aandacht is dus niet gericht op de behoeftige mens maar meer op zichzelf. Ze vergeten echter datie Gado mirie e`mara finie. Hoe lang het ook duurt, hoe hard ze ook wegrennen, hoe meer dingen ze verzinnen om hun wandaden te bedekken, het zal niet helpen. Eens zullen al die criminele handelingen aan het licht komen en zullen ze de rekening gepresenteerd krijgen. The day of judgement will surely come. Kijk maar naar het afgelopen jaar. Het een na het andere schandaal komt uit de kast. Het recentste is de drugshandel door de oud politiecommissaris en de beveiliger van Brunswijk. Wie weet hoe lang ze hier al mee bezig zijn en nu vallen ze door de mand. Ik ben benieuwd of de heer Belfort ook dit schandaal van de daken zal roepen. Normaal schreeuwt hij alleen over de zonden en tekortkomingen van anderen. Maka sneki taki libisma e`frede mi tifi, ma faf din egi Tongo dan?
Iemand die echt vanuit zijn goede hart een medemens wil helpen, zal beslist een goede manier vinden om te geven, bijvoorbeeld iets doen voor een bejaardentehuis of schriften en pennen doneren aan een school om de last van het nieuwe schooljaar wat te verlichten voor ouders. Kortom er zijn zoveel goede projecten om je geld in te stoppen als je tenminste echt een medemens wil helpen. Echt geven vanuit ’t hart, bestaat alleen als er niet gedacht wordt aan geven, gever of gift.
Echter niet alleen mensen met het grote geld reiken naar een medemens. Er zijn mensen die keihard werken om in hun levensonderhoud te voorzien en toch bereid zijn om het weinige dat ze hebben, met een ander te delen. I learned to give not because I have much, but because I know exactly how it feels to have nothing. Zulke mensen hebben niet de behoefte om publiekelijk te geven of zich belangrijk te voelen. Ze geven en delen in stilte met hun hart. Deze mensen zijn simpelweg geluk aan het verspreiden. Het maakt ze blij als ze een ander kunnen helpen. Ook vinden mensen het leuk om zomaar iets te krijgen. Daardoor voelen ze zich speciaal en belangrijk, en dat is een heerlijk gevoel. Dat heerlijke gevoel kan je een medemens eenvoudig bezorgen door af en toe aan ze te denken. Bijvoorbeeld de bejaarden in de bejaardentehuizen.
Geven hoeft niet altijd geld te kosten. De meeste mensen hebben bijvoorbeeld behoefte aan erkenning, iets wat jij gratis kunt geven in de vorm van een gemeend compliment. Andere mensen hebben behoefte aan een luisterend oor, aan persoonlijke aandacht, een gezellig dagje weg of een goed gesprek. Stuk voor stuk dingen die jij kunt geven zonder dat er geld aan te pas komt. De meest waardevolle dingen kosten niets. Door mensen te laten zien dat jij gul bent zullen de mensen om je heen ook graag geven. Als jij laat zien dat je niet bang bent om dat wat je hebt kwijt te raken, zullen anderen hier ook minder bang voor zijn.
Dus beste mensen, laten we van harte geven maar dan met het juiste motief. Als we dat doen, heeft dat niet alleen voordelen voor de ontvanger maar ook voor de gever. Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.
“We make a living by what we get and we make a life by what we give.”
Josta Vaseur