Op uitnodiging van de regering heeft een vertegenwoordiging van het zogenoemd Media Collectief, een bundeling van journalisten en mediawerkers, vrijdag een onderhoud gehad met de ministers Albert Ramdin (Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking) en Armand Achaibersing (Financiën en Planning). Maandag had het collectief een protestbrief bij de president ingediend over de gang van zaken tijdens regeringspersconferenties en de informatieverschaffing vanuit de regering c.q. overheid. Bij aanvang van de ontmoeting stelde minister Ramdin dat het onderhoud meer een voorgesprek was om van gedachten te wisselen. Er komt nog een officiële reactie van president Chandrikapersad Santokhi op de protestbrief.
Tijdens het voorgesprek zijn diverse aspecten die vervat zijn in voornoemde brief besproken, aldus het collectief in een vrijdag uitgebracht persbericht.
Ramdin maakte duidelijk dat hij zeker kan sympathiseren met hetgeen in de protestbrief vervat is. Wat de ministers hebben besproken met het Media Collectief zal ook met de regering worden opgenomen en de president. Er zijn niet alleen probleempunten besproken, maar ook voorstellen en ideeën zijn aangedragen door de bewindslieden. Voorts zijn er enkele verbeterpunten aangehaald voor de journalisten. De regering zal zich, aldus de bewindslieden, inzetten om te komen tot realisatie van wat het Media Collectief in haar protestbrief heeft gevraagd en voorgesteld.
Namens de vertegenwoordigers voerde Ivan Cairo, ondersteund door Vishmohanie Thomas, het woord. Hij heeft onderwerpen als de inrichting van de regeringspersconferentie, het functioneren van de conferencier, het geven van concrete antwoorden op vragen, informatieverstrekking vanuit centrale overheid met name CDS en Volkscommunicatie en accreditatie van media en journalisten ter sprake gebracht.
Beide partijen, zowel de regering als de journalisten, onderkennen dat er gewerkt dient te worden aan de verdere professionalisering van de informatievoorziening. Zowel Achaibersing als Ramdin zijn van oordeel dat journalisten ook een eigen verantwoordelijkheid hebben en dat er meer professionalisering van het beroep moet komen. “Iedereen kan zich tegenwoordig journalist noemen”, zei Ramdin. Cairo zegt dat accreditatie van de media daarom belangrijk is. Binnen het accreditatieproces zal de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) een belangrijke rol spelen. Nagegaan zal worden hoe de accreditatie zou moeten plaatsvinden en zal moeten passen in Suriname”, benadrukt het collectief.
Het is internationaal gebruikelijk dat de media geaccrediteerd zijn, vooral wanneer zij verslag willen doen van de activiteiten van belangrijke instituten zoals presidenten en regeringsleiders. “Met het accreditatiesysteem kan gewerkt worden aan professionalisering van de nieuwsgaring en kwaliteit van het nieuws welke geboden wordt aan de samenleving”, zegt het collectief. Ramdin is van oordeel dat er met dit proces niet te lang gedraald moet worden.
Het gesprek wordt door het Media Collectief gezien als een stap in de goede richting en constateert dat de overheid open staat om ook de communicatie van haar zijde te verbeteren. Minister Ramdin bracht naar voren dat trainingen voor regeringsleden zullen worden geïnitieerd zodat ze beter uitgerust worden hoe om te gaan met journalisten en de media.
De ministers en de vertegenwoordigers van het collectief waren het erover eens dat gesprekken met elkaar noodzakelijk zijn om zo te komen tot betere communicatie om uiteindelijk het volk te voorzien van informatie. Het team van het Media Collectief bestond verder uit Raoul Lith en Wilgo Pengel en was Tatjana Muskiet namens de SVJ aanwezig.