De Guyanese regering lijkt zich niks aan te trekken van de politieke en maatschappelijke heisa die in Suriname is ontstaan rond het verstrekken van visvergunningen aan Guyanese vissers. Nog minder schijnen de autoriteiten in Guyana onder de indruk te zijn van mededelingen gedaan door minister Pramand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) recentelijk nog gedaan in het parlement over zijn visserijbeleid gericht op ordening en sanering van de teveel uitgegeven visvergunningen, mede tegen de achtergrond van illegale visserij en overbevissing van Surinaamse visgronden.
Dit alles blijkt uit een werkgroep of commissie die de Guyanese vicepresident Bharat Jagdeo afgelopen maandag heeft ingesteld en als opdracht heeft meegekregen een lijst samen te stellen van 150 personen voor het aanvragen van visvergunningen in Suriname. Het zou hier gaan om vergunningen om te mogen vissen op de Corantijnrivier.
De Guyanese vicepresident bracht afgelopen maandag een bezoek aan de boven Corantijn, waar hij een ontmoeting had met vissers en suikerietarbeiders. Het Guyanese Stabroek News, die woensdag over deze ontmoeting berichtte, meldt dat Jagdeo gezegd zou hebben dat de Surinaamse regering Guyana heeft gevraagd haar een lijst te doen toekomen met namen van 150 personen die mogelijk in aanmerking kunnen komen voor een Surinaamse visvergunning.
Toezegging Santokhi
Na het recente werkbezoek van president Chandrikapersad Santokhi aan Guyana is de kwestie van mogelijke verstrekking van visvergunningen aan Guyanezen weer hoog opgelaaid. Naar aanleiding daarvan heeft LVV-minister Sewdien in de Nationale Assemblee verklaard, dat er geen sprake zal zijn van het verstrekken van visvergunningen aan Guyanese vissers. Hij schetste daarbij het beeld, dat er sprake is van ernstige overbevissing van de Surinaamse visgronden, en dat zijn beleid gericht is op sanering van de teveel verstrekte vergunningen. Hij kondigde ook strengere maatregelen aan op naleving van de vergunningsvoorwaarden op straffe van intrekking van vergunningen. Ook gaf hij de problematiek weer van vissmokkel, waarbij visvangsten niet in Suriname worden afgeleverd, maar elders. Hierdoor lijdt Suriname enorme economische schade.
Naast de mededelingen van de minister in het parlement is het reeds jaren algemeen bekend dat Guyanese vissers visvangsten uit Surinaamse wateren naar Guyana brengen voor verwerking. Waar bekend is dat Guyanese wateren weinig of nauwelijks meer vis bevatten, blijkt dat de Guyanese exportcijfers van vis die van Suriname overtreffen.
Verantwoordelijkheid verzaken
Deze situatie steekt de Surinaamse visserijsector daarom behoorlijk. Udo Karg van de Suriname Seafood Association zegt aan Dagblad Suriname, hij zich niet kan voorstellen dat president Santokhi tijdens zijn recente werkbezoek aan Guyana de toezegging heeft gedaan voor visvergunningen aan Guyanese vissers. Naar zeggen van Udo Karg heeft de president daarbij alle adviezen van LVV-minister Sewdien in de wind geslagen. “Visvergunningen kunnen niet aan vreemdelingen worden verstrekt, en notabene niet aan zij die verantwoordelijk zijn voor het leegplunderen van onze visgronden”, zegt Udo Karg. Volgens hem schijnt de president zijn grondwettelijke verantwoordelijkheden te verzaken, namelijk door Surinaamse (vis)gronden niet te beschermen.
Het bericht in de Guyanese media over de kwestie visvergunningen is ook niet voorbijgegaan aan de aandacht van NDP-fractieleider in het parlement Rabin Parmessar. De parlementariër heeft in de afgelopen maanden herhaaldelijk de regering gewaarschuwd om geen visvergunningen aan Guyanezen te verstrekken, terwijl er genoeg Surinaamse vissers zijn die behoefte hebben aan een vergunning. “Onze natuurlijke rijkdommen zijn op de eerste plaats voor Surinamers”, heeft hij herhaalde malen benadrukt.
Ambassadeur ontbieden
Parmessar zegt, dat de minister recentelijk in het parlement een prachtige uiteenzetting heeft gegeven van zijn visserijbeleid gericht op ordening, sanering, controle en duurzame ontwikkeling van de sector, maar de praktijk en de realiteit wijzen anders uit. Dat blijkt ook met andere zaken van deze regering. De parlementariër vindt deze kwestie dermate ernstig, dat minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking de Guyanese ambassadeur in Paramaribo moet ontbieden en middels een diplomatieke nota ernstig protest moet aantekenen tegen de handeling van de Guyanese vicepresident die opdracht heeft gegeven voor de samenstelling van de lijst met namen van 150 Guyanese vissers. Parmessar zegt, dat hij bij de eerstvolgende openbare vergadering van de Nationale Assemblee opheldering zal eisen van de regering.
Op een verzoek van Dagblad Suriname aan LVV-minister Sewdien voor een toelichting en of commentaar in deze kwestie is vooralsnog nog geen reactie ontvangen.
SS