Agressiever toerismebeleid noodzakelijk

Gisteren is wereldwijd Internationale Toerismedag herdacht. Toerisme staat wereldwijd door het dichtgaan van de grenzen zwaar onder druk, ook in Suriname. Met het steeds meer gevaccineerd zijn van mensen zien we dat lockdowns uit de mode raken en dat de grenzen weer opengaan. Het reizen begint zo zoetjes aan op gang te komen, maar niet alle landen kunnen worden aangedaan. De westerse landen die ook zwaar leunen op toerisme gaan open en zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk om met een vaccinatiebewijs en een negatieve test in combinatie met een quarantaine, te reizen naar Nederland. Er geldt dan een quarantaine van 10 dagen, maar op de 5de dag kan men bij een negatieve PCR-test uit quarantaine komen. De discussie is nu opgelaaid met betrekking tot de Coronapas en de verplichting van uitbaters om bij de deur te controleren. Er zijn uitbaters in de horeca die weigeren om bij de deur de controle te doen, men geeft aan dat men dan extra personeel daarvoor in dienst moet nemen. Nu is de vraag aan de orde of ambtenaren voor deze controle kunnen worden ingezet. Ondertussen zien we dat de Surinaamse regering voor in Suriname geboren personen en hun kinderen de visumplicht heeft afgeschaft. Beter was het als de regering helemaal voor alle Nederlanders de visumplicht had afgeschaft. Daarmee kan je met een goed toerismebeleid zodanig veel toeristen hier halen dat de visumgelden in het niet vallen. We zien in Suriname dat het oerwoud langs de rivieren steeds wordt ingezet, maar er moet een zekere toerismestandaard zijn. Ressorts moeten voldoen aan bepaalde logiesstandaarden en in staat zijn om met sterren te worden gerangschikt. Dat heeft te maken met de standaardvoorzieningen die men er te bieden moet hebben. Maar zeer zeker heeft dat ook te maken met de kwaliteit van het personeel. In Suriname hebben wij een Suriname Hospitality and Tourism Training Center (SHTTC) die valt onder Arbeid en TCT. Deze stichting timmert goed aan de weg en moet meer doen aan trainingen. Vooral in het bos moet het kunnen dat personeel uit de lokale gemeenschappen wordt geworven dat getraind is. De vraag rijst in Suriname wie moet investeren in het Surinaams toerismeproduct. Er zijn ondernemers die delen van de Surinamerivier uitbaten en daar dollars vragen aan de consumenten. Ook overnachtingen kosten in dollars en zijn soms de dubbele van de prijs van wat een overnachting in de grote steden van Europa kost. Voor de ingezetenen is het binnenlandse toerisme voor een belangrijk deel niet haalbaar. Maar de investeringen moeten voor een deel komen van de regering. Dan denken we aan het mooi maken van Europa en het autoloos maken van bepaalde delen van Paramaribo als winkelstraten. Maar zeker moeten de ondernemers ook bijdragen om Paramaribo mooi te maken. De kosten kunnen gedeeld worden, maar we hebben de indruk dat de ondernemers in hartjes Paramaribo niet aanvoelen dat ze een plicht hebben om Paramaribo mooi te helpen maken. Mooi betekent een mooi trottori dat aansluit op de andere trottoirs, een zekere uniformiteit wat betreft de etalages (veel glas), goede verlichting en een moderne aanduiding van de naam van de zaak (ook uniformiteit hier met standaarden). Suriname is dankzij de verwaarlozing door de ondernemers die er zijn, een spookstad vanaf 20.00. Maar we denken ook aan investeringen die gepleegd moeten worden aan de kade van de Surinamerivier aan de Waterkant (vanaf de centrale markt tot Fort Zeelandia). We pleiten weer voor een mooie kade waar er een promenade is van minimaal 15 meters. De zijkanten of het midden kunnen horeca-ondernemers gebruiken als terras om eten en drinken te verkopen. Toeristen en anderen kunnen er dan chillen en iets nuttigen. Zo een promenade kan onder voorwaarden en incentives gezamenlijk gefinancierd worden door de regering en de ondernemers zelf. Er is een project gaande om het aangezocht van de Waterkant te moderniseren zonder de historische waarde ervan aan te tasten. Het kan, veel landen hebben dat gedaan, maar in Suriname zal niemand dat controleren. Het is daarom mogelijk dat er uit de grond uitstekende damwanden worden aangelegd zonder wandelgelegenheid. Daar is dan de planning niet goed geweest, misschien om een ondernemer een ruimere winst te gunnen, maar dan in het nadeel van Suriname. Een voorbeeld is de dam bij de Surinamerivier te Domburg en in Commewijne ook, maar ook te Waterkant. Het is onmogelijk dat bij deze OW-projecten de toerismesector om advies is gevraagd. Overigens vinden wij dat Suriname veel van Guyana kan leren wanneer het komt op het verkopen van het toerismeproduct. Suriname wordt niet gepromoot. TCT moet een veel agressievere rol daarin spelen en het is nog allemaal onvoldoende. Maar zeker missen we een toerismeautoriteit die samen met de sector een sterke toerisme-industrie op poten zet. Maar het hebben van een toerismeautoriteit zal op zichzelf niet zaligmakend zijn, want alles staat en valt met de bemensing. Zullen we onze partijmensen en vrienden daar accommoderen zodat ze kunnen reizen, of zullen we de juiste mensen op de plekken posteren. We hadden en Stichting Toerisme Suriname, een stichting die nooit overbodig had moeten worden en heel actueel en modern gerund een belangrijke actor in de sector had kunnen zijn als stimulator en facilitator met autoriteit. Soms hebben politieke partijen het kader niet in huis om dit soort stichtingen te runnen, maar men houdt het toch in-huis. In elk geval moet er een meer agressief beleid komen in Suriname.       

error: Kopiëren mag niet!