De verhoging van de Omzetbelasting (OB) zal geen invloed hebben op de prijzen van eerste levensbehoeften. De wet OB voorziet namelijk erin, dat goederen behorende tot de eerste levensbehoeften vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Onder deze categorie vallen ook leermiddelen, schoolbenodigdheden en schooluniformen. Voor diensten en producten van banken, financiële instellingen, notarissen, advocaten en landmeters geldt per 1 oktober wel een verhoogd OB-tarief. Ziektekostenverzekering is vrijgesteld van OB.
Het bedrijfsleven maakt zich op voor de invoering van de verhoogde omzetbelasting. De wetswijziging aangaande de verhoging is begin augustus door de Nationale Assemblee (DNA) goedgekeurd met als ingangsdatum 1 oktober. De publicatie van de wet in het Staatsblad is ondertussen ook geschied. Met de goedkeuring door DNA van de wetwijziging geldt thans slechts één OB-tarief, met name 12 %. Dit tarief geldt reeds voor de invoer van goederen. Voor lokaal geproduceerde goederen bedroeg het tarief voor de verhoging 10% en voor diensten 8%. Voor de invoer van luxe goederen blijft het tarief van 25% gelden. Vanwege het belang van de pluimveesector bij de eiwitvoorziening geldt een nul-tarief voor de invoer van hanen en kippen van het geslacht Gallus domesticus met een gewicht van niet meer dan 185 gram, speciaal voor fokdoeleinden.
Diensten verleend door onder andere banken en financiële instellingen, notarissen, advocaten en accountants zijn onderhevig aan OB. In plaats van 8% zal na 1 oktober het tarief van 12% gelden, een verhoging van 50% dus. Onder dezelfde categorie vallen ook het verstrekken van logies, spijzen en dranken in en door horecabedrijven.
Goederen die behoren tot de eerste levensbehoeften zijn vrijgesteld van OB. Hieronder vallen medicijnen, rijst en rijstprodukten, verse vleeswaren (kip-, rund- en varkensvlees), uien, aardappelen, brood en broodbeschuit, melk en poedermelk, knoflook, boter, verse vis, suiker, zout en spijsolie. Dus op de prijzen van goederen van eerste levensbehoeften zal de verhoging van het OB tarief geen enkele invloed hebben.
Voor wat betreft geïmporteerde goederen zal de consument niet veel veranderd zien, omdat het tarief van 12% al gehanteerd wordt. Ook bij de invoer van luxe goederen geldt hetzelfde voor de consument.
Diensten en produkten die onderhevig zijn aan OB
a. schadeverzekeringen, met uitzondering van ziektekostenverzekeringen.
b. de diensten verleend door banken en andere financiële instellingen, dienstverleners en andere dienstverlenende instellingen ter zake van: – het afsluiten van leningen met uitzondering van leningen in het kader van de productie; – het afsluiten van hypotheken; – het overboeken van gelden ter zake buitenlandse transacties; – het bewaren van effecten en andere geldswaardige papieren.
c. de diensten verleend door notarissen alsmede personen die een vrij beroep uitoefenen, waaronder: advocaten, accountants, automatisering-, informatica- en overige consultancy. Uitgezonderd zijn vrije beroepen in de medische sector zoals artsen, tandartsen en fysiotherapeuten en overige medische dienstverleners.
d. de diensten verleend door reclamebureaus, alsmede het maken van reclame via televisie, radio, kranten en andere openbare publicaties;
e. de diensten verleend door architecten en landmeters;
f. de diensten verleend door makelaars bij de verkoop en verhuur van onroerende goederen;
g. de diensten verleend in het kader van vervoer van goederen;
h. de diensten verleend in het kader van bewaking van gebouwen, goederen en personen;
i. de diensten verleend door schoonmaakbedrijven;
j. de diensten verleend in het kader van het ter beschikking stellen van roerende goederen;
k. het verstrekken van logies, spijzen en dranken in en door horecabedrijven;
l. de diensten verleend door reisbureaus;
m. het organiseren van toeristische activiteiten;
n. de diensten verleend in het kader van de nationale en internationale telecommunicatie;
o. kappers, schoonheidssalons, massagesalons en dergelijke diensten;
p. de diensten verleend ten behoeve van vervoer van personen met luchtvaartuigen
q. diensten verleend door reparateurs;
r. diensten verleend door rijscholen;
s. diensten verleend door installateurs;
t. diensten verleend door taxichauffeurs;
u. diensten verleend door radio- en televisiestations;
v. diensten verleend door uitdeuk- en spuitinrichtingen;
w. diensten verleend in het kader van service- en onderhoudswerkzaamheden;
x. diensten verleend in het kader van het verstrekken van parkeergelegenheden;
y. Vervallen.
z. diensten verleend door advertentiebureaus en advertenties van dag- en avondbladen alsmede andere periodieke publicaties.
Goederen die vrijgesteld zijn van OB
1. Kaas
2. Pindakaas
3. Roomboter / Margarine
4. Sardines in olie of in tomatensaus
5. Bokking
6. Haring
7. Kabeljauw en gezouten vis
8. Verse vleeswaren (kippen-, varken- en rundvlees)
9. Verse vis
10. Verse groenten en fruit
11. Brood en broodbeschuit
12. Tarwe en tarwemeel
13. Cacaopoeder
14. Thee
15. Bruine suiker
16. Witte suiker
17. Melk en poedermelk
18. Zout
19. Tomatenpuree
20. Spijsolie
21. Knoflook
22. Havermout
23. Verse aardappelen
24. Zoutvlees
25. Rode uien
26. Witte uien
27. Bruine en witte bonen
28. Gele- en groene erwten
29. Bananen, aardvruchten, wortels en knollen
30. Specerijen bestemd voor de bereiding van massala
31. Padi, rijst en rijstproducten
32. Eieren; 33. Lucifers
34. Muskietenkaars
35. Tandpasta
36. Toiletpapier
37. Badzeep
38. Huishoudzeep / Poederzeep
39. Babyvoeding
40. Maandverband en tampons
41. Luiers en inlegluiers
42. Desinfecterende middelen
43. Medicijnen, verbandmiddelen, medische toestellen en apparaten en optische brillenglazen, brilmonturen, ruw glas voor de vervaardiging van brillenglazen en röntgenfilms
44. Dieselolie
45. Water (geleverd door de SWM en het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen)
46. Elektrische energie en kookgas
47. Textiel voor de vervaardiging van klamboes
48. Lamp-petroleum
49. Voorbehoeds- en anticonceptiemiddelen
50. Leermiddelen, schoolbenodigdheden en schooluniform;
51. Kunstmeststoffen.
Luxe goederen waarvoor 25 % OB geldt
1. automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer met een cilinderinhoud van meer dan 2000 cm3 en met een cif waarde van US$ 25.000, – of meer;
2. motorfietsen;
3. speedboten, waterscooters, jachten, sport- en andere pleziervaartuigen;
4. vaatwasmachines;
5. videocamera’s;
6. vuurwerk;
7. gok- en speelautomaten;
8. televisie-toestellen boven 31 inch;
9. satelliet gerichte schotels en –antennes;
10. wapens, munitie, delen en toebehoren daarvan.