“Het instellen van het tuchtcollege dient te worden gezien in het kader van het verder versterken van de rechtsstaat en het bevorderen van het rechtsgevoel en rechtsbescherming bij de burger”, zo sprak president Chandrikapersad Santokhi donderdag in het presidentieel paleis tijdens de installatie van het Tuchtcollege voor notarissen.
Zes advocaten en notarissen zijn beëdigd door het staatshoofd en zullen voor de komende vier)jaren zitting nemen in het college.
Het gaat om de leden mr. Marie Mettendaf (voorzitter), mr. Siegline Wijnhard (plaatsvervangende voorzitter), mr. Jane Jensen (lid), mr. Guntur Blom (lid), mr. Kitty Astwood-Olff en mr. Sabitadevie Nanhoe-Gangadin beide als plaatsvervangende leden. Mr. Guntur Blom was tijdens de beëindiging afwezig. Met de beëdiging van deze functionarissen heeft het tuchtcollege voor het notariaat gestalte gekregen. Zij hebben nu de wettelijke bevoegdheid tot het opleggen van tuchtmaatregelen.
Volgens president Santokhi is dit college ingesteld bij de introductie van de wet Notaris Ambt 2019, als bijzonder college van de tuchtrechtspraak specifiek voor het notariaat.
“Notarissen en kandidaat-notarissen zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen, ter zake van enig handelen of nalaten die in strijd zijn met de notaris wet of ter zake handelen en nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. Eenieder kan klachten tegen notarissen en kandidaat-notarissen indienen bij de voorzitter van het tuchtcollege”, zei de president. Hij riep het tuchtcollege op om zaken zeer zorgvuldig te beschouwen en de normstelling strikt doch rechtvaardig toe te passen. De beroepsgroep moet volgens het staatshoofd worden gezuiverd van onzuiverheden. De notaris moet zich ervan bewust zijn dat zijn functie vooral dienstbaar dient te zijn aan de maatschappij. De eigen verdiensten zijn daar van ondergeschikt belang. “Ik roep het tuchtcollege ook op om de nodige snelheid en slagvaardigheid te betrachten bij het afhandelen van tuchtzaken”, aldus de president.
Voor meester Mettendaf betekent dit moment met de voordracht van haar en haar collega’s dat het Hof van Justitie het vertrouwen in hen ziet om dit werk te kunnen voltooien. Dat bij het indienen van klachten zij ervoor zullen zorgen dat er een rechtvaardig besluit genomen zal worden. Alvorens efficiënt aan de slag te kunnen gaan, zal er eerst een inventaris gemaakt worden van de reeds ingediende klachten bij het Hof.