Een groot zogenoemd citizen science project gaat dinsdag 14 september van start om samen met vrijwilligers de Surinaamse bevolking tussen 1830 en 1950 in kaart te brengen. Historici willen zo meer inzicht krijgen in de doorwerking van de slavernij en de koloniale tijd in de Surinaamse samenleving. Het project is een initiatief van de Historische Database Suriname in samenwerking met de Nationale Archieven van Suriname en Nederland, de Anton de Kom Universiteit van Suriname en de Radboud Universiteit Nijmegen.
Project is vervolg op project openbaarmaking slavenregisters
Op basis van een inventarisatie van de burgerlijke stand van Suriname uit de periode van 1830 – 1950, dat is de informatie over alle vrije inwoners van Suriname, willen de onderzoekers het netwerk van de Surinaamse samenleving in kaart brengen. Alle akten waarop geen openbaarheidsbeperkingen berusten worden meegenomen in het citizen science project. Het online openbaar maken van de oude burgerlijke stand registers van Suriname is een vervolg op het eerdere project waarbij de Surinaamse slavenregisters openbaar zijn gemaakt.
Met behulp van akten van geboorte, huwelijk en overlijden krijgen onderzoekers inzicht in zaken zoals de geletterdheid van mensen, hun beroep en hun relaties tot elkaar. Ook nu zal het resultaat van het project weer online gepubliceerd worden voor het publiek op de websites van het Nationaal Archief Suriname en het Nationaal Archief Nederland.
Doorwerking slavernij
‘Met de publicatie van de Surinaamse burgerlijke stand zal het te zijner tijd mogelijk zijn om alle vrije inwoners van Suriname terug te vinden tussen 1830 en 1950, dus ook alle mensen die in 1863 vrijkwamen uit slavernij’, aldus projectleider Coen van Galen, historicus verbonden aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Suriname is voor Van Galen ook een model voor andere voormalige koloniale samenlevingen. Doordat de bevolking van Suriname relatief klein was (oplopend van 55.000 mensen rond 1830 tot 177.000 in 1950) en doordat het Nederlandse bestuur in de koloniale tijd vrijwel alles registreerde biedt deze samenleving op een structurele manier inzicht in de doorwerking van slavernij van generatie op generatie. ‘In de eerst fase van het project beginnen we met de geboorteaktes. Daar staat onder andere de naam van de aangever (vaak de vader) en moeder en twee getuigen op, hun beroep, leeftijd, woonplaats, en of de kinderen binnen of buiten een huwelijk zijn geboren. Ook zie je of de aangegeven getuigen wel of niet geletterd zijn. Als bijvoorbeeld met een kruisje is getekend, gaat het zeer waarschijnlijk om een analfabeet. Zo krijgen we een beeld van de mensen in Suriname en hun netwerk.’
Van Galen en Maurits Hassankhan (Anton de Kom Universiteit van Suriname) organiseerden enkele jaren geleden een vergelijkbaar project rond de slavenregisters samen met het Nationaal Archief Suriname die de scans aanleverde. Uit dit project weet Van Galen, dat veel vrijwilligers het een zeer lonend project vonden. ‘De samenhorigheid is heel groot. En door mee te werken leer je heel veel over de mensen en samenleving waarin ze leefden. Voor veel vrijwilligers was het bijna als een Sudoku: elk document was een spannende puzzel om op lossen.’ Op instructiebijeenkomsten, zowel online en offline, kunnen de deelnemers oefenen met het ontcijferen van de akten.
Grootschalige inventarisatie burgerlijke stand registers door het NAS
‘Eind 2019 is het Nationaal Archief Suriname begonnen met een grootschalige inventarisatie van het schaduwarchief van de burgerlijke stand registers. Het schaduwarchief van de bevolkingsregisters over de periode 1828 – 1955 is ruim 30 jaar geleden door het Hof van Justitie overgedragen aan het Landsarchief (voorloper van het NAS). Volgens de Archiefwet is het NAS na overdracht, de bewaarder van dit schaduwarchief. Binnenkort zullen de akten van de districten die in zeer slechte materiële staat verkeren gerestaureerd en gedigitaliseerd worden. Medewerkers van de sectie ontsluiting ondersteund door de depots medewerkers werken nu aan het fysiek hernummeren van het archief’, zegt Tjien Fooh. Tegelijkertijd werkt het NAS aan het restaureren van de immigratieregisters van de Hindostanen, Javanen, Chinezen en West Indiërs. De Hindostaanse immigratieregisters zijn al gerestaureerd en gedigitaliseerd.
Dankzij het Nationaal Archief Suriname en het Nationaal Archief Nederland zijn meer dan 300 duizend burgerlijke stand akten geïnventariseerd en gescand. De volgende stap is om de akten in te voeren. ‘We schatten in dat het in totaal wel drie jaar kan duren. We hopen daarom dat zoveel mogelijk vrijwilligers ons willen helpen’, zegt van Galen. Resultaten zullen echter tussentijds online komen, zodat het geen drie jaar zal duren voor er een database ligt waarmee verder wetenschappelijk onderzoek kan worden gedaan en waarin iedereen online zijn of haar familie kan opzoeken, inclusief een afbeelding van de geboorte-, huwelijk- en overlijdensakten waarop geen openbaarheidsbeperkingen berusten.
Meer weten? Neem contact op met
● Coen van Galen (Radboud Universiteit) [email protected]
● Maurits Hassankhan (Historische Database Suriname) [email protected]
● Rita Tjien Fooh (Nationaal Archief Suriname) [email protected]