“Het land moet niet gezien worden als een land vol met burgers, maar een land met zoveel hersenen bij elkaar die samen naar iets goed kunnen werken voor de toekomst”, zegt Mano tegenover de krant.
Hij is een kleine ondernemer die enkele daklozen, straathonden en gezinnen die het zwaar hebben helpt. “Ik maak dagelijks dingen mee en zit mij af te vragen vanwaar wij genoeg hebben. We waren vroeger vechters en hebben gevochten om geen kolonie meer te zijn en kijk wat wij hebben bereikt. We laten heel veel met ons gebeuren en zitten stil, er zijn zoveel die lijden, maar niets kunnen doen. Ik ben ook niet rijk, maar probeer de medemens te helpen waar ik kan. De verkoop gaat ook niet goed in mijn bedrijf, maar ik probeer uit te komen. Als wij gezamenlijk werken ben ik zeker dat we veel zullen bereiken. We hebben een wake up call nodig om ons wakker te schudden”, benadrukt Mano.
“Dingen moeten samen aan tafel besproken en onderzocht worden voor het naar buiten gaat, dat wordt niet gedaan. Zoveel gaat verkeerd en toch gaat men door ermee, er komt geen verandering en wordt maar erger. We moeten naar elkaar luisteren om te weten wat beter zal werken en dat zie ik niet. Ik ben ook slechts maar een mens die het beste ervan probeert te maken, maar ik zie een heleboel verkeerd gaan. Anderen helpen doe je niet om iets terug te krijgen, maar om de mensen te helpen iets te bereiken. En dat moeten wij samen doen, samen staan wij sterk”.
TM