Sirhan Sirhan (77), die in 1968 de Amerikaanse senator Robert F. Kennedy vermoordde, heeft vrijdag 27 augustus te horen gekregen dat hij na 53 jaar mogelijk de gevangenis mag verlaten. Een commissie gaf na vijftien eerdere pogingen van Sirhan om vrij te komen, een positief advies voor diens vrijlating.
Alleen de gouverneur van Californië moet de vrijlating nog daadwerkelijk officieel maken. Dat proces duurt waarschijnlijk enkele maanden. Een woordvoerder van gouverneur Gavin Newsom kon daarover vrijdag nog niets loslaten.
Twee van Kennedy’s zonen, Robert Jr. en Douglas, steunden het vrijlatingsverzoek van de 77-jarige. Ook de openbaar aanklagers hadden geen bezwaren tegen zijn vrijlating.
“Ik ben overweldigd doordat ik meneer Sirhan in het echt heb kunnen zien. Heel mijn leven leefde ik in angst voor hem en zijn naam”, aldus Douglas. “Ik ben dankbaar dat ik hem vandaag kan zien als een mens die compassie en liefde verdient.”
De Palestijnse immigrant schoot op 5 juni 1968 Kennedy dood in het Ambassador Hotel in Los Angeles. De senator was op dat moment kandidaat voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Een duidelijk motief voor de moord werd nooit gevonden, maar aanklagers vonden een dagboek van Sirhan waarin hij zijn onvrede uitte met de in zijn ogen pro-Israël-koers die Kennedy voer. Aanvankelijk kreeg Sirhan de doodstraf opgelegd, maar die werd later omgezet in levenslang.
Als de gouverneur besluit om Sirhan inderdaad vrij te laten, zal hij waarschijnlijk worden gedeporteerd naar Jordanië. Als immigrant kreeg hij nooit het Amerikaans staatsburgerschap.
Robert F. Kennedy is de broer van de eveneens vermoorde Amerikaanse oud-president John F. Kennedy.