Er is in Suriname een nieuwe grote bakkerij geopend en de verwachtingen zijn hoog gespannen. In de rand van Paramaribo waren de nieuwe producten gistermiddag nog niet te verkrijgen, burgers die gericht zijn op brood hebben ernaar uitgekeken. De verwachtingen zijn hoog, omdat in de afgelopen periode de kwaliteit van brood enorm is achteruit gegaan. Er valt totaal geen plezier te beleven aan het gemiddelde Surinaamse brood. Inmiddels is dat een heel verschil geworden met het brood dat in de jaren ’80 nog voor het laatste werd gebakken. We hebben over de kwaliteit van het Surinaamse brood ettelijke keren hier geschreven. De kentering begon naar ons gevoel toen in Suriname overgegaan werd op meel betrekken vanuit de Caricom. De kwaliteit van het Surinaamse brood is zodanig gezakt, dat het vermoedelijk al behoort tot het slechtst gebakken brood in de wereld. Surinamers betrekken dagelijks heel veel brood bij kleine bakkers en ook bij de iets grotere bakkers. De kwaliteit van de grote industriële bakkers is in een vrije val omlaag gegaan. Er zijn maar enkele uitzonderingen over en dat zijn kleine bakkers die op de vingers van 1 hand zijn te tellen.
Het Surinaams brood is over het algemeen droog en de korst valt uit elkaar na enkele uren. Er is bijvoorbeeld brood van een industriële bakker dat nat is, helemaal verfrommeld in een pak in de winkel ligt en met 1 hand geperst kan worden tot een balletje met een diameter van 7-8 centimeter. Burgers die bij een eenvoudige bakker in Nederland brood heeft gegeten zal het gemiddelde Surinaamse brood niet meer eten en zich minder gelukkig voelen. In Suriname is het voor een ieder duidelijk dat er geen rekening wordt gehouden met de consument, het lijkt alsof de bakker het Surinaamse brood bakt alleen om een inkomen te hebben. Er wordt geen precies aan de klant gegund. De Surinaamse consument heeft geen organisatie die voor zijn belangen opkomt. Er is door de consumentenorganisaties nooit geklaagd over het slechte Surinaamse brood.
We weten dat in het begin van het millennium nog door het ministerie van HI nog een punt van werd gemaakt dat get brood bijvoorbeeld een bepaald gewicht moest hebben. Maar het gewicht is ook niet alles, want niet goed gebakken brood heeft ook nog overbodige vocht dat meegewogen wordt. Brood behoort luchtig en genoeg te zijn gebakken en dan moet het worden gewogen. In Suriname schijnt nu geen enkele ministerie of dienst verantwoordelijk te zijn voor het brood. Het is dus een wildwest geworden. Er zijn burgers die inmiddels met hun gebrekkige ovens hun eigen brood bakken, maar daarin gaat dan weer veel tijd in zitten. In Suriname moet door EZ weer broodstandaarden worden bekend gemaakt. Dit ministerie moet ook landelijk de kwaliteit van brood controleren, dat er geen rommel aan de man wordt gebracht. Onze rijst ligt niet op de schappen van de Caribische supermarkten, men haalt rijst uit andere landen in de regio en buiten de Caricom. Wij moeten wel waardeloze meel uit de Caricom betrekken, als de stand van zaken niet is veranderd. Maar het zou ook kunnen dat er veel beunhazen brood bakken. Het schijnt dat het heel gemakkelijk is om een bakkerij te openen. Welke bakkerijdiploma’s en voedselveiligheidscertificaten men allemaal moet hebben, is niet bekend. We hebben geen school in Suriname waar bakkers grondig kunnen leren om brood te bakken. Er is ook geen bijscholingsplicht. We grijpen deze aangelegenheid om de regering op te roepen om te letten op het brood dat wordt opgediend aan de Surinaamse bevolking.
We hopen dat het nieuwe brood dat aan ons zal worden aangeboden, wel aan de internationale standaarden voldoet. We hopen ook dat er nu tussen grote bakkers een eerlijke concurrentie ontstaat, waardoor broodfabrikanten investeren in hun kennis, kwaliteit en apparatuur. Het Surinaamse Standaardenbureau was bezig om een standaard te ontwikkelen waaraan alle bakkers in Suriname zouden zijn gehouden. Het is niet duidelijk of deze standaard tot stand is gekomen en/of de bakker verplicht is deze standaarden te volgen. Er schijn een technisch voorschrift ‘Basishygiëne en voedselveiligheid voor brood- en banketproducten in Suriname’ te zijn in 2014, maar daarin is niet veel te lezen. Er moet in elk geval nu eindelijk door de regering op de kwaliteit worden gelet. Maar ook de vereniging van bakkerijen moet nagaan bij de leden en hen helpen om een hoge standaard eropna te houden. Voor het meel van waarschijnlijk lage kwaliteit moet er ook een oplossing worden gevonden.