Het Openbaar Ministerie (OM) laat vrijdag 20 augustus weten, dat zij het vervolgingsbeleid inzake verkeersdeelnemers gaat aanscherpen en ook dat zwaardere straffen en boetes geëist gaan worden bij de Kantonrechter.
Verkeersveiligheid begint bij onszelf. Dit is de mening van het Openbaar Ministerie. Het gedrag van iedere verkeersdeelnemer moet voldoen aan de eis van uiterlijke voorzichtigheid en daarom wordt dan ook verwacht dat die zich niet zodanig gedraagt in het verkeer dat gevaarlijke situaties worden gecreëerd en dat men zichzelf en anderen in gevaar brengt.
Uit statistieken blijkt dat de meeste zware aanrijdingen met dodelijke afloop en/of zware letsels plaatsvinden als gevolg van het bewust nemen van risico’s en het gebrek aan voorzorg. Hiervan is sprake als de bestuurder een ongeval veroorzaakt, doordat hij zich zonder noodzaak in een duidelijk gevaarlijke verkeerssituatie begeeft. Inhalen bij onvoldoende zicht, een bocht afsnijden, rijden met beslagen ruiten, veel te snel rijden zodat niet behoorlijk op alle verkeerssituaties gereageerd kan worden, geen snelheid verminderen bij het oversteken van een voorrangskruising, rijden onder invloed van alcohol en rijden zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs zijn slechts enkele voorbeelden.
De vier meest voorkomende oorzaken van aanrijdingen met dodelijke afloop en/of zware letsels zijn: rijden met een (veel te) hoge snelheid, rijden onder invloed van alcohol, rijden zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs en rijden met niet deugdelijke motorrijtuigen.
Snelheid
Snelheid is een belangrijke factor van verkeersonveiligheid. Zowel een te hoge snelheid (hoger dan de maximumsnelheid) als een onaangepaste snelheid (te snel in verhouding tot de weginfrastructuur of de verkeersomstandigheden) heeft invloed op het risico en op de ernst van ongevallen. Snelheid speelt bij bijna elk ongeval een zekere rol. Ook wanneer de snelheid niet de hoofdoorzaak van het ongeval is, speelt deze altijd een rol, omdat de reactietijd van de bestuurder om op een onverwachte gebeurtenis te reageren, erdoor wordt bepaald.
De maximumsnelheid binnen de bebouwde kom is 40 kilometer per uur voor voertuigen en voor bromfietsen is dat 30 km/u. De overtreding van de toegestane maximumsnelheid binnen de bebouwde kom krijgt extra “lading” doordat het een woonwijk betreft. Er zijn veel kruisingen en is het ook een feit van algemene bekendheid dat zich in woonwijken fietsers, voetgangers en bovenal kinderen op de weg bevinden. Kortom, kwetsbare verkeersdeelnemers, waarmee men extra rekening moet houden en waarbij het niet gepast is om met een hoge snelheid te rijden.
Op de bestuurders van motorrijtuigen wordt er een beroep gedaan om zich aan de ter plaatse geldende maximumsnelheid te houden.
Rijden onder invloed van alcohol
Het komt vaak voor dat verkeersdeelnemers onder invloed van alcohol deelnemen aan het verkeer. Alcohol heeft een onderdrukkende werking op het centraal zenuwstelsel. Het effect hiervan is dat het reactie- en waarnemingsvermogen verminderen, terwijl er daarnaast sprake is van zelfoverschatting. Vermeldenswaard is dat opname van alcohol in het bloed meteen begint na het nuttigen van alcohol. Objecten lijken verder weg te liggen dan in werkelijkheid. Het gevolg hiervan is dat een bocht bijvoorbeeld met een te hoge snelheid genaderd wordt.
Rijden zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs
De wetgever heeft voor het besturen van een voertuig een rijbewijs verplicht gesteld met zowel een theorie- als een praktijkexamen. Het doel hiervan is de bevordering van de verkeersveiligheid. Het beschikken over de basisvaardigheden in theorie en praktijk voor het besturen van een voertuig kan bijdragen aan het voorkomen van een verkeersongeval. Het ontbreken van een rijbewijs in combinatie met onvoorzichtig rijgedrag, kan bijdragen aan het ontstaan van aanrijdingen. Deze groep verkeersdeelnemers laat door hun handelen zien dat zij de verkeersveiligheid onvoldoende dan wel niet serieus nemen. Er kan ervan worden uitgegaan dat zij niet bekend zijn met de verkeersregels en daardoor niet in staat zijn om adequaat te reageren op verkeerssituaties met alle gevolgen van dien.
Rijden met niet deugdelijke motorrijtuigen
Tevens blijkt dat motorrijtuigen die betrokken zijn bij aanrijdingen veelal niet aan de bij wet gestelde eisen voldoen. In de meeste gevallen is de (her)keuring vervallen. Het technisch onderzoek wijst dan uit dat deze motorrijtuigen in (zeer) slechte staat van onderhoud verkeren. Niet goed functionerende remmen, versleten banden, niet (goed) functionerende koplampen zijn enkele voorbeelden hiervan. Het deelnemen aan het verkeer met zo’n motorrijtuig kan worden bestempeld als bewust gedrag en/of een bewuste keuze om de veiligheid van het verkeer in gedrang te brengen.
Aanrijdingen vinden enkel en alleen plaats door roekeloos, onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam gedrag van verkeersdeelnemers. Het Openbaar Ministerie stelt dat iedere verkeersdeelnemer tot het besef moet komen dat zij verantwoordelijk is voor de veiligheid van zichzelf en anderen in het verkeer. Verkeersdeelnemers dienen zich dan ook zodanig te gedragen dat de veiligheid van het verkeer alsook de veiligheid van anderen niet in gevaar wordt gebracht.
Met verkeersongevallen gaat veel leed gepaard en het behoeft geen betoog dat dit leed dat door het handelen van deze verkeersdeelnemers wordt aangericht aan de slachtoffers of nabestaanden onherstelbaar is en door geen enkele straf of maatregel kan worden weggenomen.
Het Openbaar Ministerie zal haar vervolgingsbeleid aanscherpen en tegen verkeersdeelnemers die zich niet houden aan de verkeersregels en eigen haast, gemak of genot boven andermans veiligheid laten gaan, veel zwaardere straffen en of hogere boetes vorderen bij de Kantonrechter.