Het Surinaams belang om haar eigen olie- en gasreserves te ontwikkelen


Aan het eind van het bezoek van President Chan Santokhi aan zijn Guyanese counterpart President Irfan Ali is er een joint communique op 19 augustus 2021 getekend, waarin staat dat “ they discussed a possible framework for joint actions/strategy, joint venture..” en verder “to take advantage of possible savings from the avoidance of duplications in the areas of infrastructure to facilitate the production of electrical energy from natural gas to promote manufacturing and the creation of a
petrochemical industry as well as refining of natural resources such as bauxite; and the exportation of surplus clean electrical energy.”

Verder is genoemd “Within two weeks a working group will be established to pursue concrete proposals for a joint strategy (inclusive of gas-to-shore infrastructure and the establishment of a plant to generate electricity from natural gas) and a subregional development strategy”.

Plannen van Guyana
Guyana heeft reeds besloten om een gas-to-energy project uit te laten voeren, waarbij Exxon een pijplijn van hun Liza Phase 1 en 2 FPSO vessels gaat aanleggen naar Crane Village in de Wales Sugar Estate aan de West Coast Demerara, welke aan de Demerara rivier ligt, aan de overkant van Georgetown. Deze pijplijn is circa 160 km lang en zal 50 miljoen cubic feet gas per day leveren aan een natural gas liquids en processing plant. Het plan is om na de voltooiing van de EIA en andere studies de constructie rond midden 2022 te beginnen en in 30 maanden af te ronden (Bron: Erik deMicco).

Verder heeft Guyana ook al besloten om in het omringende Wales Sugar Estate een Power Generation Plant en een petro-chemische industrie op te zetten. De Minister van Natuurlijke Hulpbronnen, Vickram Bharrat, verwacht 200-250 MW electriciteit hiermee op te wekken, welke circa 70% van de nationale electriciteitsbehoefte gaat dekken.

Het Surinaams belang
De prognose voor aardolie verbruik in de wereld is dat het tegen 2050 sterk zal afnemen. Verder is er ook druk om vanwege global warming aardolie verbruik te verminderen. Suriname is goed op weg om tegen 2025 de eerste olie uit onze offshore bronnen te halen. Apache/Total hebben vooralsnog geen plannen om het aardgas dat ze hebben gevonden te commercialiseren. Ze hechten er nog geen waarde aan. De energy consultancy group Wood Mackenzie schat dat in Guyana 9 trillion cubic feet gas is gevonden en in de Maka Central-1 bron van Suriname 1+ trillion cubic feet gas is
aangetroffen.
Indien Suriname ook een pijplijn voor 50 miljoen cubic feet gas per day zou
aanleggen, zou alleen de Maka Central-1 bron genoeg zijn voor 54 jaren gas levering (simpel uitgerekend). Indien we de 4 overige bronnen bijtellen kan Suriname bogen op een gigantische aardgas voorraad, welke vercommercialiseerd moet worden.
De Regering zou met voortvarendheid een eigen beleid moeten ontwikkelen om aardgas van onze offshore bronnen via een pijplijn naar de kust te brengen (Coronie of Saramacca) om van daaruit aardgas te leveren voor onze eigen electriciteitscentrales en op te zetten petrochemische industrie, zoals methanol en ammoniak. Veel kan hierover van Trinidad geleerd worden, zoals het opzetten van een entiteit als Suriname Natural Gas voor het beheer hiervan.

Conclusie

  1. Het Surinaams belang vereist dat we niet alleen onze offshore aardolie, maar ook onze aardgas reserves op zo kort mogelijke termijn commercialiseren. Een aardgas pijplijn van de landingsplaats van de Guyanese Crane Village naar Nieuw Nickerie is circa 160 km lang, terwijl een pijplijn van onze Maka Central-1 bron naar Saramacca of Coronie niet veel langer is. Een eigen pijplijn in de zee is wel duurder dan een over land, maar is strategisch en voordelig op lange termijn.
  2. De 50 miljoen cubic feet gas per day van Guyana gaat grotendeels naar een grote electriciteitscentrale en de bedoeling is dat de rest gebruikt wordt voor de eigen op te zetten Guyanese petrochemische industrie. Suriname zou trouwens voor het Guyanese aardgas en de pijplijn transportkosten naar onshore en verder naar Nickerie moeten betalen. Een Surinaamse petrochemische industrie gaat hierdoor altijd een duurdere aardgas prijs betalen dan de Guyanese industrie en daardoor een belangrijk comparatief nadeel hebben. Multinationals zouden daardoor liever in Guyana investeren. Het is hierdoor een must om een
    eigen aardgas pijplijn van onze bronnen te hebben naar ons land.
  3. De beoogde Guyanese electriciteitscentrale dekt slechts 70% van de Guyanese behoefte. Er rest dus geen energie om te leveren aan Suriname. Indien Suriname energie zou afnemen van Guyana zal vanwege de investeringen in het transmissie netwerk de prijs voor Suriname ook hoger uitvallen dan die in Guyana. Energie intensieve industrien zouden vanwege dit comparatief nadeel voor Guyana kiezen.
  4. Suriname heeft evenals Staatsolie geen kapitaal om te investeren in de energie opwekking of petrochemische industrie gelegen in Guyana. Ons land kan liever zelf bijvoorbeeld een Suriname Natural Gas maatschappij opzetten en multinationals uitnodigen om industrieën hier op te zetten.
  5. Gehoopt wordt dat de samenwerking tussen Suriname en Guyana op het gebied van aardolie en aardgas zich uitstrekt op een regionale afstemming en ontwikkeling met Brazilie, waarin Suriname haar eigen belang en ontwikkeling voorop stelt. Een eigen aardgas pijplijn en eigen electriciteits opwekking en eigen petrochemische industrieën is essentieel voor de Surinaamse ontwikkeling.
    Verwacht wordt dat de Regering Santokhi de juiste keuzen maakt. Paramaribo 20 augustus 2021
    Werkgroep Planning & Ontwikkeling van het Johan Adolf Pengel Instituut NPS

error: Kopiëren mag niet!