De president van de Republiek Suriname is samen met een aantal ministers op staatsbezoek in Guyana voor het verder uitwerken van werkafspraken die eerder zijn gemaakt. Dit is de tweede missie van de president in Guyana. Gemeld werd dat terwijl Guyana de president van het buurland ontvangt, een deel van de ministers die gesprekspartners zouden zijn van hun Surinaamse collega’s, uitlandig zouden zijn op een oliebeurs in de USA. Wij zijn niet gaan onderzoeken welke ministers waar naar toe zijn, maar we merken wel dat de Guyanese president wel in het land aanwezig is. Inmiddels heeft de CDS een interview uitgezonden met de directeur van Staatsolie en die heeft ontkend dat er geen ministers zijn in Guyana om het hun counterparts te praten. Hij gaf aan dat er al een meeting was geweest tussen de Guyanese president en 7 ministers en de delegatie uit Suriname. Wij gaan ervan uit dat het gaat om ministers die mandaat hadden en hebben om over de economische samenwerking tussen Guyana en Suriname te praten. Bij de ontwikkeling van de offshore bijvoorbeeld hebben Suriname en Guyana er baat bij om samen te werken, van elkaar te leren, elkaar grote bloopers te besparen en waar nodig ook technische hulp aan elkaar te verlenen. Het heeft geen zin om telkens vast te stellen dat Guyana foute en nadelige deals heeft gemaakt en dat wij die fouten niet hebben gemaakt. Suriname en Guyana hebben hechte banden en Suriname kan via Staatsolie technische assistentie verlenen aan Guyana en het land behoeden van blunders. Zo heeft Guyana ook op bepaalde gebieden vorderingen gemaakt waar wij sukkelen. Zonder diep op de materie in te gaan willen we zeker noemen landbouw en het toeristisch exploiteren van hun bossen en rivieren. In de transportsector, het goederenverkeer en de burgerluchtvaart ligt Guyana door goede regeringsbesluiten beter op de kaart dan Suriname. Het ziet er naar uit dat Guyana ready is om een groot land te worden. Zo heeft onlangs de wereldberoemde Guyanese cricketer Sarwan een grote mall (Amazonia Mall) in Guyana geopend. Zo een groot winkelcentrum hebben we nog niet in Suriname. We zien dat Surinamers niet in Suriname hun gelden beleggen maar in Guyana. Suriname schijnt alles en iedereen weg te jagen die ertoe kunnen leiden dat Suriname een mooier, groter en bekender land wordt. Suriname heeft een drempel om groot en mooi te worden. Het is net een mooie vrouw die schaamt om in de schijnwerpers te staan, om make-up te zetten en zich goed te kleden. Elke keer zien we dat wanneer 1 burger met een idee komt waardoor Suriname of delen van Suriname mooier, toeristischer of economisch weerbaarder kunnen worden, er honderden Surinamers opstaan om deze projecten af te keuren en dus bijvoorbeeld niet om te zeggen dat het gerationaliseerd moet worden uitgevoerd. De Surinaamse cultuur is dat Suriname klein is en klein moet blijven. Ondertussen zie we dat de beleidsmakers heel zelden hun kinderen hier in het land houden, dat geeft ook aan dat er weinig geloof en interesse is in een toekomst voor Suriname. Die derdewereldcultuur is Guyana aan het verlaten en voordat u het door heeft zal de immigratie de omgekeerde weg opgaan. Er zijn al Surinamers die vaker in Guyana zijn. Surinamers en onze jongeren zullen straks verhuizen naar Guyana als men niet te ver weg van huis wil zijn. De rest wat overblijft mag hier als krabben in een ton elkaar naar beneden trekken.
Ondertussen merken we al jaren dat Suriname en Guyana samen worden genoemd in verband met de opkomende offshore olie-industrie. In het kader van de bosbedekking worden Guyana (voormalig Britsch-Guyana), Suriname (voormalig Nederlands-Guyana) en Frans Guyana ook steeds samen in een adem genoemd. Reden genoeg voor de 2 soevereine staten en het overzees Frans gebiedsdeel om middels goed politiek overleg te komen tot hechtere politieke en economische samenwerking. De bedoeling moet zijn om als een groter pact met een gemengde bevolking van tussen de anderhalf en 2 miljoen mensen versneld te komen tot ontwikkeling van de in ruime mate aanwezige natuurlijke hulpbronnen en de zeer gunstige klimatologische omstandigheden. Denk maar aan iets als een Gemenebest van de Guyana’s, Verenigde Staten van de Guyana’s of Great Guyana’s. Het grootste minpunt van deze samenwerking is de taal, want in alle drie rechtsgebieden worden er verschillende talen gesproken: Engels, Nederlands en Frans. Suriname is wat dat betreft in de minst gunstige positie omdat Nederlands geen wereldtaal is. Dat zijn Frans en Engels wel, ze worden zo gehanteerd als officiële werktalen in de Verenigde Naties en haar organen. Op termijn kan dan via het onderwijs Suriname bijvoorbeeld Engelstalig worden, dat zijn onze kleine kinderen al voor een deel omdat ze de hele dag op youtube allerlei kinderfilms in het Engels bekijken. In een sterk economisch pact kunnen de Guyana’s een grote vuist maken en groter uitpakken wat betreft het landbouwbeleid, groene energie en offshore petroleum, bosbehoud en duurzaam bosmanagement, bescherming van de inheemsen en de tribale volken, behoud en commercialisatie van cultuur, inheems en tribaal geneeskunst en farmacie, de burgerluchtvaart en het toerisme. Kortom, er os veel ruimte voor samenwerking tussen de 3 Guyana’s. Er moet gewerkt worden aan een economisch pact. De bruggen over de 2 rivieren zijn cruciaal maar de lasten en de lusten moeten samen worden gedragen.