‘Basisgoederen in prijs met 200 en 300% gestegen en nagenoeg onbetaalbaar voor gemiddelde burger’
Assembleelid Ronny Asabina (BEP) zegt tegen de redactie van Dagblad Suriname, dat ‘de humanitaire situatie verre van ideaal’ is. Hij schetst in uitgebreide bewoordingen een niet zo rooskleurig beeld van de financieel-economische situatie en het beleid van de regering om de economie weer op de rails te krijgen en ook van een bevolking die lijdt onder de vele prijsstijgingen. ‘Wij hebben te maken met een scala aan crises, onder meer op gezondheidsgebied, maar niet onbelangrijker hebben wij ook te maken met een financieel-economische- en bedrijvigheidcrisis, afname van het veiligheidsgevoel, maar ook heel veel uitdagingen op sociaal-maatschappelijk en moreel-ethisch gebied en niet te vergeten uitdagingen op het gebied van gezonde koopkracht.’
De politicus begrijpt en zegt het ‘terecht’ te vinden, dat de samenleving ‘zeer ontstemd, ontevreden, teleurgesteld, depressief en in voorkomende gevallen getraumatiseerd’ is ‘over de wijze waarop zaken worden aangepakt.’
‘Een regering moet geloofwaardig overkomen en hoop uitstralen’
‘We constateren ook een heleboel valkuilen en uitdagingen. Onder meer blijkt dat de bestuurscultuur een is van nepotisme, names and faces, inconsistentie, onvoldoende transparantie, oncontroleerbaarheid en zelfverheerlijking, alsof over het hoofd wordt gezien dat eigen lof stinkt. De vraag die mij bezighoudt en velen met mij is of de partijen in de coalitie niet vaak overhoop met elkaar liggen, uitgaande van de wanhopige noodkreten, irritaties, geklaag, maar overdadig optimisme van bepaalde invloedrijke personen binnen de partijen die de regeer coalitie vormen. Het is meer regel dan uitzondering, dat de samenleving slordige blunders, affaires en debacles moet aanschouwen en meemaken. Een ding moet duidelijk zijn, een regering moet geloofwaardig overkomen en hoop uitstralen.’
‘Voor veel burgers is het een situatie van pompen of verzuipen’
Asabina constateert dat er heel veel burgers zijn, ‘die kampen met voedselonzekerheid, die honger lijden en in armoede leven’. ‘Voor velen is het een situatie van pompen of verzuipen. Kortom, de humanitaire situatie is verre van ideaal. Alsof dit niet genoeg is wordt om de haverklap de achteruitkijksnaar bespeeld. Je vraagt jezelf soms af of het beeld belangrijker is, dan het oplossen van de problemen. Ik ben van mening dat op dit gebied van de beeldvorming de regering flink de mist ingaat.’
‘Wij maken ons ook zorgen over de uitvoerings- en bestuurscapaciteit, vooral om een zwaar programma a la het IMF verantwoord uit te voeren. De samenleving heeft ook grote behoefte aan duidelijke, heldere, begrijpbare en vooral geloofwaardige informatie en voorlichting. Recentelijk heeft niemand anders dan de [resident de harde toezegging gedaan dat de prijzen van basisgoederen in deze maand zouden dalen, terwijl bliksem goed bekend is, dat de samenleving de effecten van de verhoging van de energietarieven vanaf augustus zal
voelen, terwijl bekend was dat de subsidie op brandstof en openbaar vervoer volledig zou worden afgeschaft.’
‘Basisgoederen worden niet gesubsidieerd en nagenoeg onbetaalbaar voor de burger’
Volgens de BEP-voorman houdt de regering het volk voor, dat basisgoederen worden gesubsidieerd, terwijl zulks niet op waarheid berust. ‘Integendeel worden basisgoederen tegen de marktconforme koers en niet tegen een gesubsidieerde koers geïmporteerd. Het feit dat er geen invoerrechten en omzetbelasting op geselecteerde basisgoederen worden geheven is geen synoniem van subsidie. Anders moet de regering ook bij elke gelegenheid aangeven dat multinationals als Newmont en IAmGold/Rosebel Gold Mine worden gesubsidieerd evenals andere grote bedrijven, die geen government take en omzetbelasting betalen op brandstof, die geen invoerrechten en omzetbelasting betalen bij de invoer van zwaar materieel en overige benodigdheden conform het Grondstoffenbesluit en de Investeringswet. Wanneer men in het buitenland, bijvoorbeeld in de VS, praat over subsidie, betekent dat niet alleen dat men bijvoorbeeld belastingen ontbeert, maar dat men daadwerkelijk ook geld in een sector stopt of uitgeeft om bijvoorbeeld de lokale productie te stimuleren en competitiever te maken. Overigens zouden wij ook niet met goed fatsoen kunnen zeggen dat basisgoederen worden gesubsidieerd wanneer de prijzen van deze geselecteerde goederen met 200 en 300% zijn gestegen en dus nagenoeg onbetaalbaar zijn voor de gemiddelde burger.’
Volgens Asabina zit de regering inderdaad verlegen om geld. Hij stelt, dat dit voor een deel komt, omdat verkeerde keuzes worden gemaakt en verkeerde beslissingen worden genomen. ‘Ook, omdat het mes niet gezet wordt daar waar het gezet moet worden. Hierdoor wordt heel veel geld “onaangeroerd” gelaten. Ik heb het hier over belastinggelden die thuishoren in de staatskas.’
‘Suriname 3e land in de wereld met hoogste winstbelasting percentage’
‘Ter illustratie wordt in het Herstelplan gewag gemaakt dat de belastinggelden, in procenten uitgedrukt, 13% uitmaken van het bruto binnenlands product, terwijl in de regio de belastingontvangsten ruim 25% van het BBP bedragen. In het rijke westen en noorden leunt men aan tegen percentage boven 32%. In Suriname is de belastingdruk op papier heel hoog. Suriname is het derde land in de wereld met het hoogste winstbelasting percentage, te weten 48% voor natuurlijke personen en 46% voor lichamen, dan nog zijn de afdrachten zeer pover. Op papier is de vermogensbelasting ook niet weinig, die gelijk is aan 3 promille van de belastbare som, die op haar beurt het verschil is tussen het vermogen en een belastingvrije som van SRD 100.000. Met andere woorden, iedereen die een vermogen heeft, bijvoorbeeld een perceel, een huis met een vermogen boven SRD 100,000, moet conform de wet vermogensbelasting betalen. Wij nemen mee het gegeven dat als gevolg van de formele en drastische waardedaling van onze munteenheid van 7,52 naar 21-plus voor een Amerikaanse dollar, vermogensbestanddelen in Suriname behoorlijk in waarde zijn gestegen. In een recente nota aan het parlement geeft de regering aan dat in de goudsector de verhoogde royalty niet wordt afgedragen. Frappant genoeg neemt de regering dit gegeven voor lief aan. De royalty in deze sector is namelijk verhoogd van 2.75% naar 7.5%, een verhoging van 173%. De Centrale Bank, die de goudexporteurs deze verhoogde royalty in rekening moet brengen en namens de staat moet innen, laat na zulks te doen, waardoor de Staat miljoenen in US dollars ontbeert. Vervolgens heeft niemand anders dan de president uitgerekend en meermalen de samenleving voorgehouden dat wij op jaarbasis meer dan 150 miljoen US dollar ontlopen bij de uitvoer van hout. De vicepresident deed daar een schepje bovenop en gaf tijdens een persconferentie haarfijn aan voor hoeveel de staat aan retributies in de houtsector wordt benadeeld. Ook in de kleinschalige goudwinning is volgens hem het fiscale belang heel groot, de belastingontduiking zou in die sector alarmerend hoog zijn. Binnen 6 maanden zou orde op zaken worden gesteld, en zouden de belastinginkomsten uit die sector de kas van de staat behoorlijk doen rinkelen. Ik praat niet eens over het toegezegde 3 miljard diaspora kapitaal, dat in de economie zou worden geïnvesteerd, maar ook de positieve effecten van het vehicle die in de plaats van New Surfin 1 en 2 is gekomen. Nogmaals het braakliggend terrein is groot.’
‘De regering doet in belangrijke mate niet wat men zegt’
Tot slot zegt Asabina, dat de samenleving niet heeft gestemd voor een droom coalitie, het volk wil volgens hem opgelucht ademhalen. ‘Echter doet de regering in belangrijke mate niet wat men zegt, en zegt men niet wat men nalaat te doen. Dit is levensgevaarlijk, vooral voor het vertrouwen in de regering en het beleid.’
PK