Gisteren is wereldwijd herdacht de Dag van de Jeugd. Op 17 december 1999 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie aangenomen waarbij 12 augustus werd uitgeroepen tot ‘Internationale Dag van de Jeugd’ (International Youth Day). Hiermee wilde de Algemene Vergadering de nodige stimulansen geven aan de regeringen, regionale commissies, intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en andere partners van de Verenigde Naties om de implementatie van het ‘World Programme of Action for Youth to the Year 2000 and Beyond’ en de ‘Verklaring van Lissabon over Jeugdbeleid en Jeugdprogramma’s’ te bewerkstelligen. Door de ‘Internationale Dag van de Jeugd’ trachten de VN ook het bewustzijn van jongeren omtrent het bestaan van het actieprogramma aan te wakkeren. We gaan kort in op het eerste document dat een handvat is voor beleid wat betreft de jeugd. De lidlanden van de Verenigde Naties zijn overeengekomen te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen en principes van het Handvest van de Verenigde Naties, dus ook Suriname. Onder meer gaat het om de bevordering van een hogere levensstandaard, volledige werkgelegenheid en voorwaarden voor economische en sociale vooruitgang en ontwikkeling. Jongeren in alle delen van de wereld, ongeacht hoe rijk of arm het land is, streven naar volledige deelname aan het maatschappelijk leven. Dat wil de jeugd ook in Suriname, maar ze hebben daarbij zeker begeleiding nodig. Zo moeten ze een opleidingsniveau kunnen behalen dat in overeenstemming is met hun ambities. We zien in Suriname dat vooral na het voj het studeren duur is geworden en vooral een universitaire sytudie. De jeugd moet toegang tot werkgelegenheid hebben die gelijk is aan hun capaciteiten. We zien in Suriname dat de jeugd op alle niveaus geen werk kunnen vinden. En dan hebben we in het land ook de mode van uitzendbureaus overgenomen van Nederland. Jonge mensen zitten te einde raad als goedkope arbeidskrachten vast in deze banen die veel onzekerheid met zich meebrengen. De bedrijven waar deze jongeren werken en de uitzendbureaus worden dan slapend rijk. Onze jongeren hebben recht om meer zekerheid en betere banen. De hulpbronnen van Suriname moeten leiden tot goede werkgelegenheid voor onze mensen. De prijzen van voedsel zijn duur, maar de jeugd heeft ook recht op voedsel en voeding die geschikt zijn voor volledige deelname aan het maatschappelijk leven. Suriname is een ontwikkelingsland waar huisvesting ook een probleem is voor jongeren. Ze blijven meer dan noodzakelijk inwonen bij de ouders. De jongeren hebben recht op een fysieke en sociale omgeving die een goede gezondheid bevordert, bescherming biedt tegen ziekte en verslaving en vrij is van alle vormen van geweld. Dat is een enorme verantwoordelijkheid dat allemaal valt onder de coördinatie van Jeugdzaken bij ons. U ziet dat het gaat om een behoorlijke mengelmoes van beleidsgebieden waaraan vanuit een centraal punt in het belang van onze jeugd moet worden gecoördineerd. Onze jongeren moeten vrijgesteld worden van elke vorm van discriminatie op grond van ras, geslacht, taal, religie of enige andere vorm van discriminatie. De jeugd heeft echt op deelname aan besluitvormingsprocessen in het land. Ze moeten alle relevante ministeries adviezen kunnen geven en de regering moet wat met die adviezen doen. De jeugd moet niet het gevoel hebben belazerd of omgekocht te worden en dat er niet naar ze wordt geluisterd. In Suriname zijn structuren om deze participatie te regelen. Deze structuren zoals een jeugdparlement moeten wel worden doorgelicht zodat het efficiënte functionerende instituten zijn die van nut zijn en waarover er geen misvattingen bestaan, ook niet bij de jongeren zelf. Ook dienen de regeringen voorzieningen in orde te maken voor culturele, recreatieve en sportieve activiteiten om de levensstandaard van jongeren in zowel landelijke als stedelijke gebieden te verbeteren. Het komt nog voor in Suriname dat er hele woonprojecten worden gebouwd met kleine huisjes, maar waar in de directe omgeving er niet 1 plek is waar de jongeren kunnen sporten of spelen. Dan zie je de kinderen met een bal op straat rennen. Bij het ontwerpen van onze woonprojecten hebben de regeringen niet gedacht aan vrijetijdsbesteding door de jeugd.
In Suriname moet de jeugd verder worden begeleid zodat ze hun recht op participatie goed kunnen gebruiken. We zien soms op tv programma’s waar jongeren hun mening naar voren brengen. Dat is een zeer goede zaak, maar jongeren moeten leren om gefundeerd hun meningen naar voren te brengen. De gewoonte moet meer komen om vanuit wetenschappelijke informatie standpunten te verdedigen. Wij vinden dat er vanuit de regering er een vernieuwd elan moet komen om jongeren meer betrokken te laten voelen bij de Surinaamse samenleving. Anders zullen ze op den duur het land uitvliegen. En zeker zal dat pijn doen bij de jongeren die gesubsidieerd onderwijs hebben gevolgd en daarna vertrekken om in rijke landen de burgers van die rijke landen dienstbaar te zijn.