Onder nauwelijks veranderde omstandigheden zullen wij na enkele dagen de Dag van de Inheemsen herdenken. Er zijn op het ministerie van RO (nu ROS) speciale directoraten opgezet voor de marronbevolking en de inheemsen, maar wapenfeiten kunnen niet genoemd worden, los van een wetsontwerp dat nota bene door een commissie is opgesteld, waarvoor we de commissie wel credits moeten geven. Alleen moet het een en ander nog zeker worden aangescherpt in het ontwerp. Ondanks de regering geld heeft uitgegeven aan aparte directoraten, is er niet veel aan vorderingen of lopende projecten te melden. Inmiddels is het al meer dan duidelijk dat de woon- en leefgebieden van de inheemse en tribale volken onder druk staan vanwege zeer waarschijnlijk klimaatsverandering. De leefbaarheid is afgenomen door overstromingen, maar het een en ander heeft ook effect op de voedselzekerheid. Een ongekend fenomeen de laatste tijd is dat de regering vaker met voedsel moet inkopen bijvoorbeeld in de inheemse gemeenschappen om hongersnoden te voorkomen. De milieuautoriteiten die zeer laf en terughoudend zijn in Suriname, die moeten nu een uitspraak en een verklaring geven waarom de regens zo extreem zijn en nu blijkt dat ook de komende droogte extreem gaat zijn. Inheemse gemeenschappen zijn vaak ook landbouwgemeenschappen en die voelen de impact van de klimaatcrisis die niet door hun maar door de grote industrieën in de wereld is veroorzaakt. De industrieën van binnen- en buitenland dringen de gebieden van de inheemse en tribale gemeenschappen binnen op zoek naar goud en hout. De bossen worden gekapt, de grond en het water worden vervuild. De inheemse gemeenschappen van Surinaamse zijn vergiftigd door kwik, we hebben het Minamataverdrag geratificeerd, maar we hebben bij de ratificatie gemerkt dat de politiek zeer terughoudend was om aan de handrem te trekken. Er is dus geen politieke wil getoond om de vervuiling in Suriname fors aan te pakken. En de milieulobbygroepen zijn zo goed als non-existent in Suriname. Er is enorm veel zeer moeilijk maar tegelijkertijd mooi werk voor het Directoraat Duurzame Ontwikkeling Inheemsen DOOI) te doen en daarvoor is behalve deskundigheid en liefde voor Suriname, ook durf en moed nodig. Als hoofdtaak heeft dit directoraat het ontwikkelen van programma’s, projecten en activiteiten die noodzakelijk worden geacht voor het systematisch verbeteren van de woon- en leefomstandigheden en de capaciteitsversterking van de Inheemse gemeenschappen in Suriname. DOOI wil duurzame ontwikkeling ten behoeve van de inheemse gemeenschappen in Suriname verwezenlijken. De bedoeling is dat DOOI zal dienen als het instituut dat de ontwikkelingsinitiatieven binnen de Inheemse gemeenschappen identificeert, stimuleert, faciliteert, begeleid, evalueert en waar nodig bijstuurt. Het uitgangspunt van dit alles is het principe van vrije, voorafgegane en weloverwogen instemming (FPIC). Een doelstelling is de verbetering van de economische en sociaal-maatschappelijke positie van inheemsen in Suriname en ook de bevordering van het proces ter erkenning van de rechten van de inheemsen in Suriname. Andere taken zijn bevorderen van actieve participatie van de inheemsen aan nationale processen, aan nationale, regionale en internationale activiteiten en aangaan van partnerschappen. De prioriteitsgebieden zijn grondenrechten en traditioneel gezag, nutsvoorzieningen, gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, economische versterking, infrastructuur, transport en telecommunicatie. De taken van DOOI zijn zwak geformuleerd. Er zijn stappen gezet om de woon- en leefgebieden van de inheemsen en de marrons te beschermen tegen indringers die alles komen vernietigen en vergiftigen. Dan gaat het om onder andere gronduitgiftes, ondernemingsvergunningen en concessies. De Wet Beschermde Dorpsgebieden, een wijziging van het Decreet Beginselen Grondbeleid in 2017> Het decreet regels al dat bij het beschikken over domeingrond de rechten van in stamverband levende Surinamers op hun dorpen en gebieden worden geëerbiedigd, voor zover het algemeen belang zich daartegen niet verzet. Onder de term “algemeen belang” wordt verstaan de uitvoering van enig project binnen het kader van een goedgekeurd Ontwikkelingsplan. Ter aanvulling en aanscherping zijn nu de dorpsgebieden van de in stamverband levende Surinamers als beschermde dorpsgebieden toegevoegd. Ter oriëntatie is dit aangegeven op de figuratieve kaart in de bijlage behorende bij de wet. Het betreft de dorpen die reeds bekend en per ressort en district zijn geregistreerd bij RO. Dit ministerie houdt de actuele lijsten van de dorpen bij, zodat de met deze wet geïntroduceerde vaststelling van beschermde dorpsgebieden daarop gebaseerd kan worden. In aantal gaat het om ca. 54 inheemse dorpen en ca. 183 andere dorpen van in stamverband levende Surinamers. Het betreft hier bewoonde plaatsen in het binnenland aangeduid met o.a. de benaming dorp of dorpu, kondre en kampu. Op de figuratieve kaart zijn de beschermde dorpsgebieden aangegeven als cirkels rondom de op de kaart aangegeven locatie van het dorp met een middellijn van 10 km. Wat betreft de methode van locatiebepaling wordt nog in het kort het volgende opgemerkt. Als algemeen criterium om aangemerkt te kunnen worden als beschermd dorpsgebied geldt, dat in stamverband wonende en levende Surinamers daadwerkelijk wonen in het betreffende dorpsgebied; ter plaatse worden aangetroffen en geleid worden door lokaal traditioneel gezag. Andere indicaties kunnen zijn de aanwezigheid van bepaalde voorzieningen als onderdeel van een functionerend dorp (huizen, hutten, recreatiezaal, luutu oso’s, begraafplaats, enz.). Deze regelingen moeten ook worden nageleefd.