Het Bakkerscollectief, dat binnen de WOVS, Winkeliers en Ondernemers Vereniging Suriname, opereert, heeft minister Saskia Walden van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie tijdens een gesprek op 5 augustus aandacht gevraagd voor enkele pijnpunten inzake de kostprijs van een puntbrood.
Naar voren is gekomen, dat benodigde grondstoffen zoals gist, margarine, olie en suiker voor de productie van de puntbroden enorm zijn gestegen. Ook de vervoerskosten van de grondstoffen, de verhoogde benzineprijzen, de verhoogde huurprijzen van de panden, de aanschaf van machine-onderdelen en de opkomende verhoogde EBS- en SWM tarieven zijn de uitdagingen waarmee het Bakkerscollectief kampt.
De pijnpunten maken, dat een verhoging van een puntbrood onvermijdelijk is. Volgens een ruwe schatting van de belangenorganisatie komt de prijs van een puntbrood op Srd 1,80. Ze wil de samenleving echter tegemoet komen met betaalbaar brood en vraagt daarom of de regering de benodigde grondstoffen kan subsidiëren.
Subsdie Meel
Minister Walden benadrukte, dat de regering al geruime tijd meel ten behoeve van de productie van brood subsidieert, zodat brood betaalbaar blijft. Per jaar wordt Srd 72 miljoen aan meelsubsidie gegeven. De bewindsvrouwe zei de bezorgdheid van het Bakkerscollectief te begrijpen en is ook van oordeel dat de bakkerijen draaiende moeten worden gehouden.
De EZ-minister stelde de bakkersvertegenwoordiging gerust en gaf aan, dat de regering reeds bezig is om bepaalde aandachtspunten aan te pakken. Walden stelde, dat gekeken zal worden om net als bij meel ook met importeurs van de andere grondstoffen afspraken te maken voor een afgesproken prijs, zodat de bakkerijen verzekerd zijn van een bepaalde prijs. De minister heeft aan het Bakkercollectief voorgesteld om te kijken naar mogelijke onderlinge samenwerking om zo de kosten te drukken.
Afgesproken is, dat de belangenorganisatie verder zal nadenken over oplossingsmodellen, die meegenomen kunnen worden in het zoeken naar oplossingen voor de broodsector.