Suriname, Guyana en Trinidad & Tobago kunnen energieknooppunt van de Caricom worden. Dit stelt dr. Devon Gardner, programmamanager bij de energie-eenheid van de Caribische Gemeenschap. Hij gelooft dat deze drie zusterlanden het steunpunt kunnen zijn waarvan het Caribisch gebied afhankelijk is voor energie veiligheid.
“We denken dat de olievondsten in Guyana en Suriname ons vermogen om collectieve energiezekerheid op CARICOM-niveau te bereiken daadwerkelijk verbeteren”, zei Gardner. “Als andere landen vergelijkbare vondsten zouden behalen uit hun eigen verkenningen, dan zou dat ons nog dichterbij regionale energiezekerheid brengen.”
Energiezekerheid
Gezamenlijk is energiezekerheid er één die Guyana, Trinidad en Suriname omvat, merkte dr. Gardner op, eraan toevoegend dat deze drie landen een knooppunt kunnen zijn dat aardgas aan de hele regio levert.
“Veel van de landen die geen waterkracht- of zonne-energiebronnen hebben, zouden profiteren van aardgas als basislastbron van energie en het zou het gemakkelijker maken voor die landen om grootschalige zonne- en windbronnen in hun systemen te implementeren en te integreren.” Op CARICOM-niveau verklaarde het hoofd van de Energie-eenheid dat het regionale lichaam manieren zoekt waarop landen kunnen samenwerken bij de exploratie en exploitatie van fossiele brandstoffen. Hij vertelde verder dat er ook een werkgroep voor olie- en gasexploratie is die gemeenschappelijke noodprogramma’s probeert te ontwikkelen om zich voor te bereiden op lekkages.
Nieuwe opties
De regio zou opties moeten onderzoeken zoals thermische energie van de oceaan, airconditioning van zeewater en drijvende offshore windturbines. “Op zoek naar offshore is niet alleen een optie voor olie en gas, maar ook een hernieuwbare optie. Als je erover nadenkt, kunnen sommige van deze offshore-mogelijkheden wind ondersteunen, vooral omdat veel van de steden aan de kust liggen en eigenlijk dichter bij de zee liggen dan sommige van de gebieden waar de windbronnen zijn. Guyana is een goed voorbeeld”’, legde hij uit.
Ondertussen benadrukte Gardner dat de ontdekkingen in Guyana en Suriname geen verrassing waren en koppelde dit aan voorlopige beoordelingen uitgevoerd door de United States Geological Survey (USGS). In 2000 identificeerde de U.S. Geological Survey zelfs dat het Guyana-Suriname Basin het op één na hoogste potentieel aan hulpbronnen heeft van de onontgonnen oliebassins in de wereld en schatte de gemiddelde winbare olie- en gasreserves op meer dan 13,6 miljard vaten.
Industrie stimuleren
“Wat we zien is een realisatie van die voorlopige bevindingen. De vraag is altijd om ervoor te zorgen, dat de middelen die voortkomen uit de verkoop van olie en gas en de royalty’s zullen worden besteed aan de verbetering van het land, de infrastructuur en de investering in mensen”, zei dr. Gardner. “Als dat goed wordt gedaan, is er geen houden meer aan voor Guyana, Suriname of enig ander land in het Caribisch gebied dat soortgelijke fortuinen heeft gekregen.”
Trinidad en Tobago, dat de afgelopen 100 jaar een olieproducent is geweest, heeft momenteel een aardgasreserve van 11 biljoen kubieke voet, terwijl het Guyana-Surinamebekken naar schatting 32 biljoen kubieke voet bevat. In Guyana is de regering, ExxonMobil en haar partners een gas-to-energy project gestart waarbij het bijbehorende gas uit het Liza-veld zal worden gebruikt. Dit project zal naar verwachting in 2024 van start gaan. Als dit eenmaal is bereikt, zal het naar verwachting de elektriciteitskosten met meer dan 50 procent verlagen en de ecologische voetafdruk van Guyana verminderen, terwijl het de ontwikkeling van andere industrieën stimuleert.
