De directoraten van het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport
(ROS) moeten de komende tijd samenwerken aan de vooruitgang van het
binnenland van Suriname. Ook voor ontwikkelingsprojecten op nationaal
vlak moeten de directoraten nu, na een jaar regering Santhoki-Brunswijk,
eindelijk aan de slag om tastbare resultaten neer te zetten. Maandelijks
zullen de verschillende werkzaamheden geëvalueerd moeten worden om te
zien welke concrete vorderingen er worden geboekt.
Dit heeft vicepresident Ronnie Brunswijk bevolen tijdens een rondleiding die hij donderdag 22 juli kreeg op het ministerie van ROS, aldus het Directoraat Volkscommunicatie van het Kabinet van de Vicepresident.
De verschillende onderdirecteuren hebben in bijzijn van ROS-minister Gracia Emanuel de beleidsvisie en knelpunten gepresenteerd aan Brunswijk.
Tot de vele gemeenschappelijke problemen behoren onder andere slechte
huisvesting, gebrek aan kantoormeubilair, transport voor het veldwerk,
dienstauto’s voor de onderdirecteuren en tekort aan financiële middelen.
De algemeen directeur, Mavrick Boejoekoe, zei dat de ingediende
begrotingen van de commissariaten vaak worden teruggebracht tot
dusdanige proporties dat het voor de commissariaten ondoenlijk is om hun
werk te doen. Zij kampen met heel oude schulden aan dienstverleners.
“Ik heb goed geluisterd naar de verschillende directoraten en heb de
richting die ROS opgaat duidelijk gezien. De sterke en zwakke punten
zijn heel duidelijk naar voren gebracht en er is werklust te
constateren bij de verschillende diensten. Ik bewonder dat u zich
ondanks de slechte situatie inzet”, zei de vicepresident.
De minister en de vicepresident hebben afgesproken alle beleidsinzichten in een documenten te bundelen en naar de regeringsvergadering te brengen voor bespreking. Hij heeft beloofd binnen de regeringstop sterk te zullen pleiten voor een spoedige vrijmaking van middelen ten behoeve van ROS-afdelingen.
Brunswijk hoopt bij de meeste afdelingen al zaken gedaan te krijgen
in augustus. Hij zegt op de president en de minister van Financiën te rekenen voor een positieve medewerking.
