De ontevredenheid onder de bevolking is enorm toegenomen. Door de Surinaamse intellectueel en bestuurskundige Boldewijn die vrij objectief zijn opvattingen formuleert, heeft pakken aangegeven dat de huidige regering de bijnaam draagt van “family and friends”. Hij verwijst naar allerlei benoemingen in staatsbedrijven, waarvoor de 2 grote partijen in de coalitie verantwoordelijk zijn. Op 16 juli was het precies 1 jaar nieuwe regering en we benoemen hier enkele sentimenten die zijn geopperd in de media van niet de eerste de beste mensen, maar bijvoorbeeld van intellectuelen die wereldwijd hun economische en innovatietheorieën aan de man brengen en daarover bestsellers schrijven. Wanneer we luisteren naar onze regeerders, dan zou je denken dat Suriname een enorm groot land is met miljoenen inwoners. Maar dat is helemaal niet zo, Suriname is klein met een zeer kleine bevolking. De Surinaamse problemen zijn derhalve kleine problemen. Bovendien heeft het land heel veel natuurlijke hulpbronnen. Wanneer we zien dat de economische en sociale problemen van het land niet worden opgelost, dan betekent het 2 dingen. Ten eerste heeft Suriname te maken met onkundige bestuurders die misschien wel Nederlands kunnen praten, maar totaal geen idee hebben hoe je samen problemen van een dorp moet oplossen. Surinamers hebben tot nu toe, na de onafhankelijkheid, bewezen niet in staat te zijn een land te regeren. Men kan zelf persoonlijk wel rijkdommen vergaren voor zichzelf door te stelen en te bedriegen en een enkele keer door te ondernemen, maar een land rijk en welvarend maken lukt Surinamers niet. Dat betekent dus dat men alleen welvarend kan zijn als land als dit door andere mensen, uit het buitenland, wordt geregeerd. De vraag rijst dus dan hoe je zover komt en of dat mogelijk is. We denken dan aan mensen uit landen waar het wel gelukt is om welvarende samenlevingen te vestigen. Maar naast onkunde speelt ook oneerlijkheid een grote rol, dus roofpraktijken en corruptie, en dat ligt nu weer op de loer. Niet verwonderlijk, omdat een verkiezing en een machtswisseling niet betekent dat een land opeens te maken krijgt met een stel eerlijke mensen. De oneerlijkheid en corruptie in Suriname is niet primair aan de top maar aan de basis. Het Surinaamse volk is ergens, door een combinatie van anansi- en ‘birbal aud badshah’ verhalen, op een Surinaamse manier corrupt geworden, dus aan de basis. Dat maakt dat bij elke regering er een groot risico is van corruptie en zoals Boldewijn het zegt ‘family and friends’.
Door een intellectueel is op de Nederlandse radio aan een journalist een vraag gesteld: noem maar 1 initiatief in Suriname in de afgelopen 12 maanden waarmee Suriname zijn inkomen en productie, dus de stroom van geld, enigszins kan omhoog schroeven. Het antwoord kan niet gegeven worden omdat ook onder deze nieuwe president productie, geen algemene prietpraat maar concrete productie, geen prioriteit heeft. De prioriteit ligt inderdaad bij lenen en imago oppoetsen om verder te lenen. De focus bij deze regering ligt dus weer bij lenen en de kans is groot dat wanneer deze regering klaar is met ‘wi o seting’, het land zit met een nog hogere schuld van 10 miljard USD. Wij willen u verder met betrekking tot het diasporaverhaal verwijzen naar ons relaas hier enkele maanden terug, voor de verkiezingen, toen wij stelden dat de Surinaamse diaspora niet bestaat, althans niet in de zin zoals politici daarmee aan het schermen waren. Wij hebben toen gesteld dat wij weten wie de Surinaamse diaspora is, dat is de kleine gemeenschap van onze familie en vrienden in voornamelijk Den Haag, maar ook in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. De patronen die hier echter te zien zijn in termen van kapitaal bezitten, zijn dezelfde in Nederland. De gemeenschappen hier die door zuinig leven en ‘chakti’s’ (oplappingen) op hun kleren, kapitalen hebben gespaard, hebben ook in Nederland dat kunnen doen. De gemeenschappen in Suriname die over het algemeen ‘skeer’ zijn, zijn dat ook in bijvoorbeeld Amsterdam. En we weten hoe onze famiri’s in Nederland denken over de broko pranasi van een Suriname. En gelijk heeft men in Nederland wanneer men zegt dat geen enkele gek onder de zogenaamde diaspora, legaal geld naar Suriname zal halen. Ten eerste is het niet duidelijk of de familie in Holland echt zoveel geld heeft en als men het heeft, men het uit liefde voor Suriname het zal zetten in een land waar gelden van banken kunnen worden gejat. En waar regeringen schulden op schulden nemen en hun schulden niet kunnen afbetalen. Die famiri’s besteden hun gelden aan huizen, aan reizen en er wordt ook gespaard voor grote feesten en om wat als erfenis voor kinderen achter te laten. Terecht zegt men dat alleen zwart geld dat onder een matras ligt, rijp is voor het Diasporafonds. Het Diasporafonds lijkt nu een tussenpersoon voor investeerders en dat is net wat investeerders niet lusten. Het is een ongewenste bevoogding van de diaspora-investeerder, voor zover die wel bestaat, en dat is een benadeling vergeleken met andere investeerders. Als het Diasporafonds te maken krijgt met kapitaalstromen naar Suriname, dan zal dat een financieel huishouden in Suriname zijn dat parallel loopt aan het formele financiële huishouding waarin Financiën en Bibis betrokken zijn. De parelelle geldstroom is een bewijs van het gebrek aan vertrouwen in de Surinaamse regering en het Surinaams financieel systeem. Het Diasporafonds wordt dus een soort informeel ministerie van Financiën waarvan de minister vooralsnog is de Nederlandse ambtenaar R. Makka.