Cubanen protesteren tegen een verslechterende economische crisis en tekorten aan essentiële goederen te midden van torenhoge prijzen en inflatie. President Miguel Díaz-Canel wijt de aanhoudende Amerikaanse sancties.
Duizenden Cubanen namen deel aan straatprotesten in een van de grootste anti-regeringsdemonstraties op het communistische eiland ter nagedachtenis, waarbij velen opriepen om een einde te maken aan het communisme en “Vrijheid”, “Genoeg” en “Verenigt” scandeerden.
De aanhoudende Amerikaanse sancties onder de voormalige Amerikaanse president Donald Trump zijn aangescherpt, en de pandemie heeft de tekorten aan voedsel en medicijnen verergerd, evenals stroomuitval.
Ziekenhuizen en apotheken hebben bijna geen medicijnen meer die zo fundamenteel zijn als aspirine en penicilline. Cubanen hebben het geluk dat vreemde valuta uren wachten op nietjes zoals bonen en rijst.
De Cubaanse president Miguel Díaz-Canel Bermúdez – de eerste persoon buiten de Castro-familie die het land leidt sinds de Cubaanse revolutie van 1953-59 – beschuldigde contrarevolutionairen van het aanwakkeren van onrust. Díaz-Canel noemde de demonstraties ook onderdeel van een campagne van Washington om de ‘emoties’ van mensen uit te buiten.
“We staan achter het Cubaanse volk en hun klaroenoproep voor vrijheid”, zei de Amerikaanse president Biden maandag in een verklaring, waarbij hij de Cubaanse regering “een autoritair regime” noemde.
De opmerkingen van Biden markeerden een opmerkelijke verschuiving in toon van de positie van voormalig president Barack Obama, die sancties ophefde en de betrekkingen met Havana herstelde.
Volgens mensenrechtenorganisatie Cubalex werden sinds zondag in het hele land minstens 100 demonstranten, activisten en journalisten vastgehouden. Sommigen bij de protesten en anderen terwijl ze probeerden hun huizen te verlaten.