‘Door het verkopen van knippa’s en sinaasappels helpen wij onze moeder’, zeggen Dion en Devon. Dion, die elf jaar is, verkoopt samen met zijn broertje, die een jaar jonger dan hem is, langs de straat en bij verkeerslichten in hun woonomgeving om zo een handje te helpen met het huishouden.
Dion geeft tijdens een gesprek aan, dat hij zich ervan bewust is dat het gevaarlijk is zo te verkopen en dat hij op zo’n jonge leeftijd zich bezig moet houden met school en andere klusjes in huis. ‘Maar, de situatie heeft mij op het idee gebracht mee te doen aan de verkoop’, aldus Dion. ‘Ik zie mijn moeder dagelijks met de handen in het haar en ‘s avonds zelfs met tranen van hoe eten wij de volgende dag. Ik heb dagen meegemaakt waarbij mijn moeder eerder per dag eet alleen zodat me broertje en ik normaal twee tot drie keer per dag kunnen eten.’ ‘Zij probeert hard haar best te doen om de huur te betalen en dat voldoet ze ieder maand, naast de kosten van stroom en water en daardoor zit zij ook vaak zonder geld. Ik werd al moe om het te zien en het deed mij pijn van binnen’, zegt Dion.
Hij zegt verder, dat zijn moeder er helemaal niets van wist en pas toen hij met geld naar huis ging, zij erachter kwam dat hij op straat verkoopt. Zijn moeder is het er niet eens mee dat de jongens verkopen, maar Dion geeft het niet op. ‘Ik let heel goed op mezelf en mijn broertje. Nu mijn moeder op het werk is, probeer ik toch ook te verdienen. We zijn niet elke dag op dezelfde plek, maar wij zijn wel dichtbij huis.’
Een burger die sinaasappels bij de jongens kocht, stelt dat het helemaal niet goed is en heel gevaarlijk is voor de jongens om zo op straat te verkopen, maar hij kan de jongens begrijpen. ‘De situatie laat je heel anders denken en van alles doen om het te overleven. Dat deze twee het door hard te werken doen vind ik heel wijs’, zegt de burger.
TM